FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Ik ging naar Eurosonic zonder kaartje

De groei aan rand- en dagprogrammering pakt gunstig uit voor een arme sloeber als ik.

Het jaarlijkse showcasefestival Eurosonic Noorderslag liet de Groningse binnenstad afgelopen week compleet uit haar voegen barsten. Heel muziekminnend Nederland kwam weer naar het noorden om met bobo’s en hotemetoten te netwerken, eventueel een eierballetje te verorberen, maar vooral om de muzikale beloftes van 2016 te ontdekken en daarvan te genieten.

Voor mij, een student die zijn prioriteiten niet op orde heeft en zijn geld al snel nadat hij studiefinanciering heeft ontvangen weer verbrast, is het nog nooit mogelijk geweest om het officiële programma mee te maken. Gelukkig is er een oplossing voor dit probleem: de almaar groeiende randprogrammering. Zowel officieel als onofficieel zijn er veel feestjes te vinden die op de een of andere manier inhaken op het succes van Eurosonic, maar dan zonder entreeprijs. Ideaal voor degenen die het bekijken van hun bankrekening even graag doen als het vrijwillig ondergaan van een aderlating.

Advertentie

Ik besloot naar een paar van die gratis feestjes te gaan, om te zien hoe Eurosonic is voor de mensen die geen kaartje kunnen kopen maar toch graag uit hun plaat gaan op bandjes.

Het publiek bij Bert Scholten. Alle foto’s door de auteur

Op donderdag, rond half vijf ’s middags, kwam ik aan het op station van Groningen. Snel holde ik naar de kelderbar van Vera, waar ik nog net het laatste nummer van The Daydream Fit kon meemaken. Echt iets zinnigs kan ik er dus niet over zeggen, maar mijn journalistieke haviksoog spotte toch nog verschillende dingen.

1: Dat er al een paar mensen bier aan het drinken waren ook al was het nog vroeg. Het voelde alsof het publiek zijn krachten spaarde voor de nacht die nog moest komen.

2: Een paar mensen knikten met hun hoofd mee op de maat, hier en daar schuifelde er bescheiden een voetje op en neer, maar echt los ging het niet.

3: Dit lag niet aan de jongens van de band, die met volle overgave het laatste liedje speelden.

Hierna ging ik naar Galerie With Tsjalling om Bert Scholten te zien optreden. Als hij een vlag op het dak van de galerie had geplant, had hij het kunnen dopen tot Bertland: de kunstwerken van zijn huidige expositie hingen aan de muur, er waren Nederlandse vlaggen met zijn songteksten erop, zijn boek Orde Schepper werd gepresenteerd, en hij speelde twee liedjes.

Zoals wel vaker in een galerie was de ruimte helverlicht, keken de mensen heel serieus en was zijn kunst het onderwerp van gesprek. Een kalende man had het met een vriend van me over de beschilderde verkeersborden aan de muren. “Ik vind het wel leuk,” zei hij, waarna mijn vriend zei: “Ik ben benieuwd naar de gedachte erachter.” Gedanst werd er niet, maar het was wel leuk om Bert te horen preken en de gesprekken van kunstliefhebbers af te luisteren. Bovendien mochten mijn vrienden en ik onze meegebrachte biertjes van de galeriehouder, Tsjalling Venema, mee naar binnen nemen, en dan kan het voor mij al niet meer stuk.

Advertentie

De Kat

Ik was inmiddels wel toe aan iets beweeglijkers, dus ging ik naar De Walrus om de jongens van De Kat te zien. Het was lekker druk in de donkere kroeg en er heerste een goede sfeer. Jammer alleen dat het publiek niet enthousiaster raakte. De bluesrock van het kwartet was een enkele keer wat vals, maar verder klonk het heerlijk vuig. Zweet druppelde van de voorhoofden, de rookmachine ging gretig tekeer en de solo’s waren loeihard. De jongens gingen zelf wel helemaal los, en terecht.

Tegen het einde van de show sprong er nog wel een meisje het podium op, na een uitnodiging van de band, dat danste alsof ze met aardappels werd bekogeld en die probeerde te ontwijken. Ik besloot naar De Zolder te gaan, waar het randprogramma Pleuropsonic plaatsvond en waar het publiek hopelijk wel uit z’n dak zal gaan.

Bij binnenkomst zag ik verstokte oude rotten, jonge gasten met hanenkammen, een vrouw met geblondeerd kort haar dat haar nieuwe tatoeage aan haar vriendin liet zien, en ik ontmoette een gast die hoogstpersoonlijk verantwoordelijk was voor de jaaromzet van een buttonfabriek. Het beloofde veel goeds. De Fuckups speelden en dat deden ze goed. De zanger danste zelf op epileptische wijze mee en spuugschreeuwde zijn microfoon vol met ruige teksten. Op de basgitaar speelde een rockchick op wie ik gelijk verliefd werd, en er verscheen ook nog een trombonist op het podium. Bij het laatste nummer, Fuck de PVV, werd er naar hartenlust gebeukt, gedronken en gedanst onder het lage plafond van De Zolder. Iedereen vermaakte zich opperbest.

Advertentie

Eigenlijk wilde ik daarna naar de Ierse pub O’Ceallaigh gaan voor The Sound of Young Holland, maar er was letterlijk geen doorkomen aan. De kroeg zat stampvol en ik kwam niet verder dan de ingang.

Gelukkig werd er ook muziek gespeeld in De Graanrepubliek, het café ernaast. Eigenaar Willem begroette me vriendelijk en zei dat Menger & Meester op dat moment op de bovenverdieping speelden. Dit duo covert liedjes van onder andere Nirvana en Bob Marley, en doet dat onder begeleiding van een gitaar en een cajón. De zanger kan goed zingen, maar ik had wel het idee dat ik naar een ckv-project zat te kijken. De jongens zien eruit als brave borsten die na de bel vrijwillig blijven zitten om de schoolpiano opnieuw te stemmen – niks mis mee natuurlijk, maar de overgang van De Fuckups naar deze jochies was wel erg groot, dus vertrok ik naar een nieuwe locatie.

traumahelikopter

Ik ging naar De Gym, waar traumahelikopter de avond hostte en zelf ook speelde. Het was hard, het was goed, er was een pit en er werd gecrowdsurft. Het was hossen, lachen, proosten en plezier maken.

Inmiddels had ik me onder het mom van participerende journalistiek ondergedompeld in de sfeer (lees: alcohol), daarom weet ik niet bijster veel meer van de uren die volgden, maar goed was het wel. Ik herinner me nog flarden van Teen Creeps, wat ik goed vond en een geweldige afsluiter van een overwegend uitstekende avond.

De volgende ochtend stond ik te laat en te brak op, waardoor ik bands had gemist die ik graag had willen zien. Ik ging naar de Vera, waar Jagersonic al een tijdje bezig was. In de kelderbar speelde Peter Pan Speedrock, die de vloer van de ruimte boven hen liet trillen. Op die manier maakte ik het toch een beetje mee, want de kelderbar was stampvol. Zelfs de trap stond vol mensen en het lukte me niet om me erdoorheen te wurmen.

Advertentie

De Boodschappers van het Algemene Nut

Gelukkig begon na tien minuten De Boodschappers van het Algemene Nut in de ruimte boven de kelderbar. Deze band bestaat uit twee mannen van middelbare leeftijd die je tegen kan komen in elk gemiddeld bruin café. Een van hen draagt een lekker gek pak, heeft een sprieterig kapsel en covert liedjes die door de andere man worden begeleid op een orgel. Af en toe zong de organist zelfs ook mee en ondersteunde hij de zanger met een fenomenale kopstem. Het klonk fantastisch. Nummers als One More Time, Sex Bomb en Jump kwamen voorbij en binnen de kortste keren had de zanger alle aanwezige vrouwen versierd en de hele zaal opgezweept tot dansen. Mijn kater verdween als sneeuw voor de zon, maar een vriend van me vond de clowneske act juist helemaal niks.

Ik voelde me inmiddels weer helemaal goed dus ging ik naar de Crowbar om De Dood te zien. In hun ‘chansons’, zoals zanger en gitarist Vincent Niks hun liedjes noemt, zitten teksten verwerkt als ‘Groningen is een sukkel’, ‘Als ik Al Pacino was, dan was ik een acteur’ en ‘Zomaar zonder reden mensen in elkaar slaan’. Het hele concert was te gek, en ik stond erbij als een blij kind dat onverwachts cadeautje krijgt. Deze punkrockers uit Schiedam hebben mijn hart veroverd. Ga ze checken.

Ondanks de nog altijd aanhoudende drukte in O’Ceallaigh baande ik me een weg door de mensenmassa. Ik belandde bij de bar, waar ik nog redelijk zicht had op Firebirds, de oude punkrockers die met hun te gekke muziek de kroeg plat speelden. Toen er voor de zesde keer een lading zweet van een doordrenkt t-shirt in mijn mond belandde, was ik er wel klaar mee en ging ik weer op pad.

Firebirds

Ik kwam een aardige man tegen op het terras bij De Kult die me een sigaret aanbood en me adviseerde naar de Kroeg van Klaas te gaan. Bedankt nog, onbekende man! Ik zag daar Canshaker Pi – voor het grootste gedeelte vanuit de rookruimte omdat de Kroeg van Klaas volledig afgeladen was. Maar ook vanuit daar was de vurige band fantastisch, net als mijn collega’s gister al schreven.

Mijn gratis dagen en nachten Eurosonic waren doldwaas, en kostte me dus geen zeventig euro. Gezien de drukte waren er meer mensen die net als ik redeneerden, maar daar klaag ik natuurlijk niet over – alleen sukkels klagen om iets wat gratis is. Volgend jaar weer.