FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Eurosonic 2016, je was weer lekker intens

We zagen Georgia, Yung, Fai Baba en opvallend veel goede optredens van Nederlandse bands.

Beeld: Bibian Bingen

Op zich is Eurosonic best een vervelend festival. Zo zijn er best vaak rijen, zeker bij de door kenners getipte acts. In rijen gebeuren nare dingen, zoals mensen die voorkruipen, en mensen die boos worden op mensen die voorkruipen. Het publiek bestaat voor een groot gedeelte uit professionals. Er bestaat geen saaier publiek dan muziekprofessionals.

Omdat je ook wel eens rijen wil vermijden, zie je nogal wat kutbands. Of singer-songwriters die verhalen over de pijn in hun ‘ziel’/’hart’. Of de zestiende act die denkt dat het gebruik van subtiele elektronica verbloemt dat ze gewoon doodsaaie muziek maken.

Advertentie

Hierdoor besluit je te gaan drinken. Dat helpt namelijk altijd, en inderdaad, rond een uur of een is alles wat je ziet ‘best ok’, tot zo rond half drie in een volgepakte, dampende kroeg alles opeens ‘supersick’ is. Leuk, en begrijpelijk, maar Eurosonic is ook een festival waarbij op de volgende dag allerlei meetings dienen plaats te vinden. Enorm belangrijk, want zo zie je als professional ook eens hoe de andere kant van al die emailconversaties er superbrak uitziet.

Op dag drie wraakt deze nare marathon zich pas echt. In de volgepakte bovenzaal van Grand Theatre zagen we toch een van de sympathiekere hoogtepunten van het festival, Douglas Firs. En daar kwam het. Die ademafsnijdende putlucht. Die geur waardoor je weet: oh, kut, ja, dit is Eurosonic. Misschien zijn het de eierballen. Misschien is het de drank. Maar de geur die de bezoeker van Eurosonic verspreidt, grenst aan het onethische.

Waarmee we maar willen zeggen: dit is inderdaad geen verbluffend volledig verslag. Zo hebben we Stormzy en Mura Masa niet gezien door een ziekelijk lange rij voor Simplon. Zie onderstaande observaties dan ook door die bril van mededogen. We deden ons best.

We beginnen graag met wat hoogtepunten. Gek genoeg is daarvan een groot gedeelte Nederlands. En stonden ze ook opvallend vaak op randprogramma’s. Zoals Canshaker Pi, dat vrijdagnacht de tot Garage van Klaas omgebouwde Kroeg van Klaas echt kapot speelde.

Advertentie

Deze Amsterdammers speelden een show die zo goed, scherp, hard en fun was dat als ooit nog iemand zegt ‘youth is wasted on the youth’ we weten dat hij lult. Een gedeelte van Canshaker Pi zit nog op het gymnasium, en hoe vervelend dode talen leren ook mag zijn, het is een stuk minder kut dan niet meer zo jong zijn dat je denkt alles al wel te hebben gezien. De energie, de fun die ze van het podium vlammen, is bijna ontroerend. De liedjes zijn stuk voor stuk gedrenkt in die Amerikaanse jaren negentig college-sound, toen Pavement nog jong was en indie nog eigenzinnig mocht rocken.

Het is misschien flauw, en zeker smaakgebonden, maar bij Canshaker Pi dachten we gelijk aan die geforceerde acts die we dit jaar zo vaak zagen. Acts waarbij een ernstig kijkende jongen intens op drumpads slaat. Muziek waarbij de voornaamste bedoeling lijkt te zijn om ‘nu’ te klinken, met alle lege, klinische gevolgen van dien. Want Canshaker Pi, en in hun kielzog de Nederlandse collega’s van St. Tropez, Bombay en The Homesick gaven ons in ieder geval weer een beetje hoop. Dank daarvoor, jongens.

Naast deze chauvinistische en nogal gitaargedomineerde route, zagen we ook een aantal buitenlandse acts, zoals Dolores Haze, in Vera, waar voor de deur een kale man al waarschuwde. “Dit is superkut”, zei hij, voordat hij hoofdschuddend Vera verliet. Uiteindelijk viel het reuze mee. De wat schmutzig ogende, minderjarige vrouwelijke afstammelingen van Tokio Hotel waren inderdaad minder clean dan The Common Linnets (of waar boos kijkende, kalende mannen ook maar van houden), maar zeker niet kut. Er zat best veel woede in, en waarschijnlijk feministische statements wat het allemaal vrij ideaal maakt voor krakersfeestjes en andere plekken waar het opeens best realistische klinkt, die socialistische heilstaat. Tot in ACU, girls.

Advertentie

Fai Baba woont tegenwoordig in New York, maar met nog altijd een Zwitsers paspoort was hij alsnog welkom op Eurosonic. Op de vrijdag staat hij vroeg geprogrammeerd in Minerva. Hier loopt niemand klagend naar buiten. Fai Baba is vooral aangenaam om te horen wanneer het er psychedelisch en hard aan toegaat.

In Aarhus, dat weten we toevallig, lijkt iedereen uit een COS-commercial gestapt. OokYung ziet er met de blouse met trui erover heen en de kraag netjes nog onder de boord super Scandinavisch uit. Gelukkig is de muziek wat ruiger, en in de betere nummers schiet de cocktail van punk, noise en grunge richting niveau van Cloud Nothings. Overigens hopen we voor de stembanden van de zanger dat deze band er snel mee stopt. Het is zeker prijzenswaardig de vernieling van je stem als perfomance in te zetten, maar om de rest van je leven te klinken als die gast die vier jaar in een gruizige indieband speelde, en daarna alleen nog maar kon fluisteren, is misschien zonde. Yung ga je waarschijnlijk wel een paar keer terugzien in de clubs of festivals, aankomend jaar. Check het zeker.

BijGeorgia dachten we eerst aan onszelf. En dan vooral aan onze verwerpelijke neiging om bij mensen met een wat gezetter postuur te denken aan hun gezetheid. Georgia is veel meer dan een gezette jonge vrouw. Zo heeft ze een fraai Brits accent waarbij haast automatisch een blanke, Britse arbeiderswijk vol trainingspakken en ongezonde eetgewoontes opdoemt. Georgia is, om maar wat te noemen, dochter van Neil Barnes van Leftfield. Ze is een multi-instrumentalist die haar eigen album volledig zelf inspeelde – wat een toffe plaat opleverde. Ze speelt zelf op een paar nummers de drums, en ook al kost dat een laagje op haar vootreffelijk, felle stem, het is wel tof. Haar nummers zijn pop, aantrekkelijk ambitieus en voorzien van zo’n bass die door je lijf trilt. Ook een plus: ze koos in haar begeleiding voor een all-asian outfit.

Nao is zo iemand die enorme rijen voor de ingang veroorzaakt. Voor het Grande Theatre wordt er voorgedrongen, wordt er op elkaar gezeken en wachten wij brave burgers geduldig een kwartier waarna we toch binnenkomen. Hoewel het binnen niet eens zo vol is, is het meteen volkomen logisch waarom Nao tot nu toe voor een van de dikste rijen zorgde. Met haar neo-soul/r&b-muziek met een vrij duister randje en diepe bassen kan ze zo op elk festival staan, en dat gaat waarschijnlijk gebeuren ook (Motel Mozaique heeft haar al geboekt).

Een van de toffere tradities van Eurosonic is het het bowlingfeestje van boekingsbureau Double Vee. Bowlen, bier drinken, bandjes kijken en voor de zestiende keer al die collega’s uit de muziekindustrie vragen of ze nog een beetje leven en wat ze allemaal voor toffe dingen hebben gezien. De line-up dit jaar is met Amber Arcades (een van de zesendertig shows dit weekend), Pleasure Beach, Black Honey en St. Tropez genoeg reden om te blijven bowlen. Het uit Ierland afkomstige Pleasure Beach is een bijzonder hoogtepunt. Zeker omdat de gast die een paar keer voorbij kwam lopen en daarbij griezelig intens keek, zo’n frontman blijk te zijn die waanzin inzet als perfomance. Als een soort Arcade Fire on speed, spelen ze zich in een korte set hopelijk naar een aantal Nederlandse club/festivalshows. Uiteraard gooit de zanger aan het eind van het laatste nummer zijn gitaar op de grond.

En zo zagen we nog veel meer bands, maar die waren niet allemaal even tof (sommigen zelfs slecht), en waarom zouden we je daar mee lastig vallen. Eurosonic, je was weer lekker intens.