sst
Illustratie door Sander Ettema

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Wanneer is het oké om te praten tijdens concerten en wanneer niet?

De definitieve etiquettegids die je vertelt: bek open of bek dicht?
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

In de muziekscene gaat een mythe rond over de ‘Dutch Disease’. Buitenlandse artiesten zouden vinden dat het Nederlandse publiek te veel praat tijdens concerten, maar ik kom de term eigenlijk vooral vaak tegen in talloze zure Nederlandse opiniestukken in de muziekpers. Niemand vermeldt er ooit bij welke wereldster dit concept geïntroduceerd heeft, en toch verpesten ze een mooie traditie.

Het Haagse poppodium Paard nam de kritiek tamelijk serieus, en deelde begin vorig jaar ‘lul-niet lolly’s’ uit, in een nogal passief-agressieve campagne. Er zijn zelfs diva’s onder de artiesten die een concert stilleggen omdat ze niet meer boven het publiek uitkomen. Deze muzikanten hebben er helemaal niks van begrepen.

Advertentie

Als stem van de luidruchtige meerderheid zal ik daarom nog één keer definitief onze prachtige Hollandse muziek-etiquette uiteenzetten, zodat iedereen (met name ook de buitenlandse bezoekers) precies weet wanneer je wel en wanneer je niet je bek open moet trekken. Want zeker op Eurosonic Noorderslag – naast een muziekfestijn ook een gezellig feestje én een uitgebreide netwerkborrel voor de internationale muziekindustrie – kom je niet onder een babbeltje hier en daar uit.

Je hebt een mening over de muziek, tijdens de muziek

Tijdens festivals raak je nog weleens ergens verzeild bij optredens waar je normaal gesproken niet heen zou gaan. Juíst leuk natuurlijk, maar het kan zijn dat je de behoefte voelt om even te benadrukken wat er hier precies aan de hand is. Bek open of bek dicht?

Bek open! Wat is een live-optreden zonder een live-recensie? Door jouw mening te delen weten andere mensen ook wat beter hoe ze deze zweverige ambient moeten plaatsen. Dus zeg het gerust: “Allemaal leuk en aardig hoor, maar waar blijft die drop? Heeft iemand trouwens nog keta?”

Je bent enthousiast over je nieuwe douchemat

Je hebt vanmiddag met korting een nieuwe antislip-douchemat gescoord. Begrijpelijkerwijs ben je er zeer enthousiast over en daarom wil je er graag over vertellen aan je zwager die mee is naar het optreden. Vorige week klaagde je nog tegen hem dat de vorige mat zo langzaam droogde en nu zag je er opeens eentje liggen bij Leen Bakker. Ergens verderop in de zaal tokkelt een vent met een fazantenveer op zijn hoed op een gitaar. Bek open of bek dicht?

Bek open! Ja hoor, trek die scheur maar lekker open en schreeuw, speekselvlokken sproeiend: “Vijf euro maar, koopje toch? En hij past qua kleur precies bij het douchegordijn!” De gitarist verslikt zich in een ingewikkelde arpeggio, kijkt verstoord op en vraagt of het alsjeblieft stil mag zijn. Wat nou? Bij Guus Meeuwis vragen ze toch ook nooit of je je bek wilt dichthouden? Die heeft toch ook gevoelige liedjes? Nou dan.

Advertentie

Je komt iemand tegen die je al tijden niet meer gezien hebt

“Maar dát is lang geleden! Wat is de wereld toch klein.” Je draait je om. “Herken je me nog? Ik ben Annie! Je inval-lerares handenarbeid uit groep vijf. Weet je nog wel? Weet je wat? Ik haal een rondje bier, dan praten we even bij?” Bek open of bek dicht?

Bek open! Een simpele “ja” volstaat al om gratis je glas gevuld te krijgen en verhalen aan te horen over hoe schattig je vroeger was en hoe groot je bent geworden. Gezellig!

Iemand biedt je een platencontract aan

Net voor aanvang van een concert komt er een of andere platenbons naar je toe gelopen die altijd net te laat is om ‘de nieuwe sensatie’ te rekruteren voor z’n label. Hij een beetje wanhopig, want alle leuke artiesten zijn op. Zijn standaarden zijn inmiddels een beetje verlaagd. Hij vindt dat je er op zich wel interessant uitziet, zegt hij. Hij heeft je net in je beste falsetto Bohemian Rhapsody horen brullen terwijl je een bak friet leeg zat te vorken in de snackbar. “Met een beetje autotune kunnen we daar prima wat van maken hoor.” En of je geen zin hebt om een keer een demootje en een clip op te nemen. Het vliegtuig naar Seoul vertrekt maandag. Terwijl je het contract leest, begint er op het podium iemand te jengelen op een soort aanstellerig grote viool, een zangeres in een flodderjurkje lispelt iets over de liefde of zo. Onderaan het platencontract staat een royaltybedrag dat best oké is. Fluister je dan “ssst” tegen de labelbaas?

Bek open! Natuurlijk niet. Je zegt: “Kom maar door met die vliegtickets, ik bel mijn baas wel even dat ik er een weekje tussenuit ben.” Dat doe je vervolgens ter plekke. Je pareert moeiteloos alle bezwaren (het is een drukke periode, je collega is zwanger, iedereen heeft een burn-out) terwijl de zangeres steeds wanhopiger in de microfoon hijgt.

Je staat na een concert gefrustreerd in de foyer

Je komt iemand tegen die je kent, die zegt: “Dat was leuk hè?” Je twijfelt. Leuk? Woorden als “fatsoen” en zinsneden als “al die klootzakken die erdoorheen praatten tijdens de meerstemmige acapella" en “gewoon geen respect voor de artiest” komen op in je hoofd. Je kijkt tussen je te weinig gewassen haarstrengen door via je te vaak gewassen bandshirt naar je afgetrapte All Stars. Je kookt van woede. Je wil het kwijt. Bek open of bek dicht?

Bek dicht! Houd je in, laat die cultuurbarbaar lekker staan met die domme grijns op zijn of haar gezicht. Stap in de trein, ga in de stiltecoupé zitten, en kruip lekker thuis onder de dekens met een koptelefoon met noise-canceling op je oren. Je kunt nu in alle rust naar je meest gelimiteerde edities Radiohead-vinyl luisteren. Live-concerten gaan je niets dan frustratie brengen. Dat maakt niet uit. Laat het los. Je hoeft de deur helemaal niet uit om van muziek te genieten.