Portretfoto van RDDJan
Foto door Ilja Meefout

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

RBDjan is nog altijd de onderbaas

“De gevangenis was een soort schoolkamp, een van de leukste tijden van m’n leven. Al zou ik nooit meer terug willen.”
Wouter van Dijk
Amsterdam, NL
IM
foto's door Ilja Meefout

Het is logisch om ietwat sceptisch te zijn bij de plotselinge terugkeer van een rapper wiens hoogtijdagen jaren geleden plaatsvonden. De ouwe rotten zijn nog weleens belerend en chagrijnig op de nieuwe generatie artiesten, tot vermoeiing toe. Als ik zulk gezever wil horen kan ik net zo goed een willekeurige aardrijkskundedocent wakker bellen en er een beat onder monteren. Daarom was ik zo blij en verrast toen ik afgelopen december de 101Barz-sessie van RBDjan hoorde. Van vergane glorie is totaal geen sprake – hij lijkt scherper dan ooit en even meedogenloos als in de tijden van THC.

Advertentie

Vandaag brengt hij zijn album King uit. Zestien nummers, zeven jaar na zijn massaal onderschatte plaat De Onderbaas. Hij bracht in de tussentijd wel wat muziek uit en leverde hier en daar zijn bijdrage op tracks van anderen, maar het vuur wat zo kenmerkend was voor zijn manier van rappen leek helaas behoorlijk uitgeblust. Ik zocht hem op in de H-buurt in Amsterdam Zuidoost om te praten over zijn jeugd daar, de mistappen in zijn carrière, en zijn dagen in de gevangenis en bij THC.

Noisey: Hé Arbi. Goed dat we op deze plek konden afspreken. Voel je nog nostalgie als je hier rondloopt?
RBDjan: Ja man, sowieso. Ik zie overal herinneringen. Buitenspelen, chillen, hangen, voetballen. Veel gepist in dat tunneltje daar, ook.

Je bent hier opgegroeid, in je nek heb je een tatoeage van de Nieuwmarkt, en THC is natuurlijk een begrip in Noord. Waar in Amsterdam voel jij je het best?
Dat is een strikvraag, ouwe. Heel moeilijk, maar ik moet toch voor het centrum kiezen. Ik heb van m’n negende tot mijn achttiende op het Waterlooplein gewoond, daar heb ik de meeste straatstreken wel geleerd. En eigenlijk is het daar nu nog hetzelfde als toen, het enige verschil is dat er minder hoeren en coffeeshops zijn.

Je album De Onderbaas kwam uit in 2011, het is nu 2018. Wat heb je al die tijd gedaan
Haha. Nou ja, wat niet eigenlijk?

Een album uitbrengen bijvoorbeeld.
Ik heb wel wat dingetjes uitgebracht, maar niet zo’n groot project inderdaad.

Advertentie

Waarom niet?
Ik heb voor het uitbrengen van De Onderbaas al gezegd dat ik zou stoppen als het geen succes zou worden. Er was gewoon geen geld te verdienen in die tijd.

Was geld verdienen jouw definitie van succes?
Ja, je moet het terugzien op je bankrekening. De roem had ik, iedereen kende me. Respect is leuk, maar dat vertaalt zich niet in financiën. Ik had wel wat shows en kon m’n hoofd boven water houden, maar dat was het dan ook.

De hiphopwereld is flink veranderd. Heeft dat je ook doen besluiten om terug te keren?
M’n grootste motivatie is m’n zoontje. Hij is twee jaar geleden geboren, en ik kan hier niet te diep op ingaan – er spelen nog rechtszaken – maar het komt erop neer dat ik hem al twee jaar niet mag zien. Dus voor hem wil ik dit doen. M’n ex-vriendin geloofde nooit in m’n carrière, en eigenlijk ben ik voor haar gestopt. Dat is de grootste fout van m’n leven geweest. Was ik opeens loodgieter en cv-monteur.

Zij wilde dat je voor zekerheid ging?
Ja, en daar had ze ook gelijk in. Ik had geen optredens, helemaal niks. Maar goed, tja, als ik gewoon door was gegaan…

Hoe had je leven er dan uitgezien, denk je?
Veel beter, en dan had ik nu niet weer bij af moeten beginnen. Terwijl dat me ook wel weer motiveert hoor, een kans om mensen hun ongelijk te bewijzen. En daarmee doel ik op m’n ex, eigenlijk. Het plan is nu om zoveel mogelijk uit te brengen, echt door te zetten, en m’n doel is om januari volgend jaar op Noorderslag te staan. Laten zien wat ik waard ben en volop festivals pakken. Lekker leven van de muziek.

Advertentie

Je vertelde net dat er tijden waren dat je net je hoofd boven water kon houden. Zijn er in de periode dat je even weg was ook momenten geweest dat dat niet lukte?
Op het moment vlak voor ik met m’n ex in contact kwam, ging het heel slecht met me. Ik raakte m’n huis kwijt, ging even bij m’n broer wonen, wist niet wat ik wilde gaan doen. Dat zijn wel downmomenten, waarin er ook helemaal geen inspiratie voor nieuwe muziek is.

Je brengt je muziek nu helemaal zelf uit. Heb je überhaupt gesprekken gehad met labels
Er is wel gesproken, maar daar kwamen belachelijke deals uit. Eigenlijk gewoon disrespect. Ali B wilde me tekenen, en ik heb hem heel vriendelijk bedankt. Kijk, ik lever een kant en klaar product aan. Hij had niets hoeven te betalen. Alles is al gemasterd, ik financier m’n eigen videoclips. En waar hij mee kwam is bijna een belediging. Al weet ik niet hoeveel invloed hij daar zelf op heeft trouwens, het komt vooral vanuit Warner. Het enige wat hij kon bieden is de deal die de andere artiesten op zijn label ook hebben, meer kon hij niet geven.

Voelde je je daar te groot voor?
Nee, niet te groot. Maar ik heb er wel te veel zelfvertrouwen voor. Ik heb de ervaring: met THC hebben we het ook allemaal zelf gedaan.

Als je luistert naar de dingen die nu uitkomen, denk je dan: dit kan ik veel beter?
Sowieso denk ik dat ik beter kan rappen. Maar dat moet je ook hebben, denk ik. Er is een hele lijst aan rappers waar ik dwars doorheen ben gegaan, check m’n featurings. Welke rapper heb ik niet afgemaakt, op z’n eigen liedje? Dat was sport voor me.

Advertentie

Zie je de jongens uit de THC-tijd nog veel?
Rocks zie ik veel, hij heeft z’n eigen tattooshop en werkt als jongerenwerker. Verder niet echt, tenzij ik ze bij Rocky zie. Iedereen is vader en is een eigen weg ingeslagen.

Mis je die oude tijden soms?
Ja, natuurlijk. Maar Zuen mis ik het meest. Zijn positiviteit, z’n energie, z’n geintjes, z’n hele aanwezigheid. Het is klote. Ik heb er een hele lange tijd mee gezeten, toen hij overleed ben ik vijf hele dagen binnen gebleven.

Is het moeilijk om muziek te maken zonder hem?
Vooral als ik met Rocks ben is het af en toe wel moeilijk, ja. We zijn nu bezig met een nieuw THC-project met z’n tweeën. Af en toe kijk ik hem aan, en dan weet ik dat we precies hetzelfde denken: Zuen zou hier keihard op komen. Dus wel echt een groot gemis, ook in het creatieve proces.

De intro van je album is een skit, en vertelt onder meer hoe je ouders naar Nederland vluchtten toen er een bom insloeg naast jullie huis in Iran. Vervolgens verhuisden jullie naar Amsterdam-Zuidoost. Was het moeilijk om op te groeien hier?
Ik heb het er eigenlijk nooit over gehad met m’n ouders. M’n vader zat als Armeen in het leger in Iran, dus hij was sowieso al een buitenbeentje. En toen het nieuwe regime aan de macht kwam moest m’n moeder een hoofddoek gaan dragen, waar ze al helemaal geen zin in had. Maar ik heb eigenlijk nooit iets meegekregen van de problemen. In Zuidoost waren dit soort dingen ook normaal, het ging daar gewoon zo. Kinderen werden beroofd van hun Air Max. Schietpartijen, berovingen. Ik was aan het knikkeren en ik zag m’n buurvrouw wegrennen terwijl m’n buurman op haar schoot. Dat gebeurde daar.

Advertentie

Weet je nog wanneer je voor het eerst dacht: misschien is dit niet heel normaal?
Nee. Dat besef is nog steeds niet gekomen.

In de tweede skit horen we hoe je de gevangenis verlaat. Wanneer speelde dit?
Ik zat voor het laatst vast toen ik 24 was, of zo. Je hoort dat ik bedankt word voor het zetten van een handtekening voor de dochter van de bewaarder, dat is waargebeurd. Waar zat je voor?
Voor openlijke geweldpleging, poging tot doodslag en handel in verdovende middelen. Niet lang hoor, een half jaartje. Was niet echt een zware tijd, iedereen kende me, ze vonden het leuk dat ik er was. Ik werd helemaal bovenin in het cellenblok geplaatst. De eerste paar dagen krijg je je eigen celletje, en daarna moet je met iemand anders op cel.

De eerste dag hoorde ik iemand de trap op rennen, keihard, op een stalen trap. M’n deur werd opengetrokken en een jongen rende bij me naar binnen. Hij zei: “Gap, ik weet dat het moeilijk is, zo’n eerste dag. Jij kent mij niet, maar we kennen wel dezelfde mensen. Hier heb je wat hasj, vloei en een blikje Fanta. Maak je niet druk, ik ben beneden als je me nodig hebt.” Dat maakte het wel makkelijker. Een soort schoolkamp, een van de leukste tijden van m’n leven. Al zou ik nu niet meer terug willen, natuurlijk. Je liet me net een nummer van je met Kempi horen. Wat je bij hem ziet is dat hij, ondanks z’n talent, moeite heeft met op het rechte pad blijven. Ben je daar weleens bang voor?
Nee, ik zou niet snel terugvallen. Ik heb twee handen en twee voeten, en ik ben echt niet vies van werken. Dus ik werk gewoon voor m’n centen, en dat heb ik al die jaren gedaan. Natuurlijk heb ik m’n hosseltjes en dingen ernaast gehad, maar ik heb altijd gewerkt. Je kan stoer willen doen en blijven zeggen dat je niet voor een baas wil werken, maar zo werkt het gewoon niet. Ik ben nu al drie jaar kok in een restaurant. Wat maak je?
Gewoon wat er op de kaart staat. Ik doe de lunch: broodjes, salades. Wat ik wil zeggen is: luister niet naar rappers die zeggen dat baantjes niks zijn, en werk gewoon. Niet iedereen kan een rapper zijn, niet iedereen kan een dealer zijn, niet iedereen kan de grootste crimineel van het land worden. Ik ken ze allemaal, de ouwe penoze in Amsterdam. Als ik zie wat voor leven zij hebben weet je dat dat niet je ambitie moet zijn. Ik ben blij dat ik de keerzijde van zo’n leven kan aankaarten in m’n muziek. Geloof me: het is niet chill, ik kan het weten.

Luister hieronder naar ‘King’.