Student Guide

We spraken hoogleraren over studeren in 2020, en hoe je er wat van maakt

Jullie lieten ons weten dat corona wat roet in het studentenleven heeft gegooid. Wij vroegen vier experts om uitleg en tips.
Studeren coronavirus
Beeld: Pixabay en WILDPIXEL. Beeldbewerking door Djanlissa Pringels

Van katers tot kamernood en studieschuld tot soa's: VICE sleept je door je studententijd heen. Check de komende weken de Student Guide hier.

Ze zeggen dat je studententijd de mooiste tijd van je leven is. Misschien is dat ook zo - ergens in een parallel universum, waar corona slechts refereert aan bier dat lekker wegdrinkt met een citroentje erin, en het studentenleven gelijk staat aan feesten met mensen die je net hebt ontmoet en af en toe naar je ouders gaan om je was te (laten) doen.

Advertentie

Dat het studentenleven sinds corona niet meer hetzelfde is, bleek uit onze enquête, ingevuld door ruim 1000 studenten. Niet alleen zijn online lessen maar een matig alternatief voor fysiek onderwijs, de coronacrisis heeft ook gezorgd voor studievertraging, financiële problemen en onzekerheid over de toekomst.

We vroegen vier experts om hun reactie op de uitkomsten van de enquête. En wat raden ze jullie aan?

Online studeren

Studenten zijn ontevreden over studeren op afstand. Ze zijn sinds het begin van de coronacrisis minder productief (78 procent), minder gemotiveerd (75 procent) en minder creatief (57 procent). Ze missen vooral het sociale contact met medestudenten (86 procent), een studieplek (81 procent) en het samenwerken (66 procent).

Paul van Lange, hoogleraar sociale psychologie (VU) snapt dit wel. “Als je fysiek les volgt heb je automatisch het voordeel van sociaal contact. Je hebt pauze, je deelt even je laatste verhalen, en het zien van je medestudenten is een stok achter de deur om het college te volgen.”

Eliane Segers, hoogleraar leren en technologie (Radboud Universiteit): “Een groot nadeel van online studeren is dat het lastig is om je te concentreren. Dat is uit diverse onderzoeken gebleken. Er is heel veel afleiding: als je online college volgt op je laptop of telefoon heb je tegelijkertijd toegang tot allerlei berichtjes en sociale media die om je aandacht vragen. Dat kan natuurlijk ook tijdens een fysiek college gebeuren, maar online is het nog makkelijker om afgeleid te raken.”

Advertentie

Volgens José van Dijck, hoogleraar media en digitale samenleving (UU), gaat het ook om een bepaalde manier van denken, die je minder makkelijk leert op afstand. “Leren hoe je een dialoog aan moet gaan, leren beargumenteren. Voor een heel groot deel zijn academische vaardigheden ook sociale vaardigheden, menselijke vaardigheden, waarbij je moet leren van je omgeving.”

Komend studiejaar wordt maximaal 30 procent van het hoger onderwijs fysiek gegeven. De rest blijft online. Dat is te veel, vindt Van Dijck: “Natuurlijk kan het per studie verschillen - er zijn studies die veel met veldwerk, practica of stages doen - terwijl het voor studies als informatica al wel gebruikelijk is dat er veel online gebeurt. Maar dertig procent vind ik wel erg minimaal. Ik zou liever uitgaan van 50-70 procent fysiek onderwijs.”

En wat zijn de voordelen?

Eliane Segers: “Het is positief dat het überhaupt kan. We kunnen door al die technologieën in contact met elkaar blijven. Het is niet optimaal, maar hé, je kunt praten met de docent of professor, je kunt lessen volgen, huiswerk krijgen, opdrachten inleveren. Tien jaar geleden was dit onmogelijk geweest.”

José van Dijck: “In veel onderzoek dat al voor de coronacrisis werd gedaan, komt naar voren dat er sterke kanten zitten aan het online onderwijs. Basiscursussen, zoals statistiek, kunnen prima online gegeven worden. Online les kan daarbij een toevoeging zijn op fysieke lessen. Als je een college online kijkt, kun je even terugspoelen en dingen die je niet goed begrepen hebt opnieuw bekijken. Dat is prachtig en heeft een toegevoegde waarde. Maar je moet het niet zien als een vervanging van fysiek onderwijs. Online les kan het leren uitbreiden, verdiepen en op bepaalde manieren beter maken. Maar het kan het offline leren nooit vervangen.”

Advertentie

Wat kan je zelf doen?

“Het is belangrijk om een einddoel voor ogen houden, om te weten waar je naartoe werkt”, zegt Segers. “En: niet uren achter de computer blijven zitten. Veel pauzes nemen. En af en toe je apparaten echt wegleggen, ook je telefoon.”

Van Dijck: “Studenten zijn erg afhankelijk van opdrachten die ze krijgen, maar ik denk dat er juist nu gelegenheid is om zelf dingen te doen. Ga bijvoorbeeld eens een extra boek lezen voor je studie, en loop even weg van je scherm. Een andere tip: zoek elkaar op. Vind een plek in het park, waar je samen kunt praten over de lesstof. Samen leren is gewoon heel erg belangrijk.”

Zeker voor eerstejaars studenten vindt Van Lange dit belangrijk. “Ik zou hen aanraden om een-op-een, of in kleine groepjes, bij elkaar te komen, zodat je toch alvast mensen leert kennen. Dat kan inderdaad op een terras of in een park. Als je dan later via Zoom die gezichten weer ziet, is het toch prettig dat je ze herkent. Zoiets kan worden georganiseerd door de universiteit, maar ook door een studie- of studentenvereniging.”

Werk en geld

Bijna een derde van de studenten kon minder uren draaien op werk en 15 procent is zijn of haar baan kwijtgeraakt sinds de coronacrisis.

Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt (Tilburg University): “Er is een idee dat het eigenlijk wel meevalt met de jeugdwerkloosheid, omdat het veel studenten en scholieren betreft die hun werk zijn verloren. Daar verzet ik me tegen, want daarmee onderschat je hoe essentieel het inkomen uit bijbaantjes is om te kunnen studeren, een kamer te hebben en zelfstandig te kunnen functioneren. Het is geen luxe. Je kunt serieuze problemen krijgen als je werk wegvalt: het kan de doorslag geven of je überhaupt kan blijven studeren of een kamer kan aanhouden.”

Advertentie

Daarnaast bouwen veel studenten, sinds de invoering van het leenstelsel in 2015, een hoge schuld op. “Het huidige leenstelsel is gebaseerd op de redenatie: als je studeert heb je straks een mooie, vaste baan en dan kun je die schuld weer aflossen. Maar de afgelopen 15 jaar is de flexmarkt in Nederland gegroeid en is het krijgen van een vast arbeidscontract steeds moeilijker geworden. Als je nu met een schuld op de arbeidsmarkt komt, is het niet zo dat je dat even snel kan oplossen doordat je een fantastisch inkomen krijgt en voor de rest van je leven aan het werk kunt blijven. Dat is ouderwets denken.”

Wat kan je zelf doen?

Studenten gaven aan in de enquête dat ze niet zeker zijn hun baankansen op de lange termijn. Volgens Wilthagen ligt het eraan welke studie je volgt. “De meest problematische sectoren zijn cultuur, sport, recreatie en horeca. Maar ook in handel, vervoer en zelfs industrie is nu krimp. Eigenlijk is er alleen groei in de sector gezondheid en welzijn, en bij de overheid. Het type studie dat je hebt gevolgd en de werkervaring die je hebt opgebouwd zijn enorm bepalend voor hoe je straks op de arbeidsmarkt terecht komt.”

Advies voor als je al in een van de krimpende sectoren zit: “Veel mensen die net een studie hebben afgerond zullen het niet zien zitten om meteen weer terug de schoolbanken in te gaan. Je moet daarom goed weten wat je competenties zijn en kijken of er andere sectoren zijn waar je ook affiniteit mee hebt. Als je bijvoorbeeld een opleiding Event Management hebt gedaan kun je die managementkwaliteiten misschien wel ergens anders inzetten. In de gezondheidssector bijvoorbeeld, waar wel veel vraag is.

Het is belangrijk dat je een netwerk opbouwt en actief blijft op de arbeidsmarkt. Ik zou dus niet gaan zitten wachten tot je uiteindelijk weer een festival kan gaan organiseren. Je moet toch zorgen dat je ergens ervaring op doet, ook als dat niet is in de sector waar je voor bent opgeleid.”