Wat doe je als je voor een kwart onderdeel bent van misschien wel de grootste rockband allertijden, en je gaat ook nog eens uit elkaar alleen omdat je voormalige songwriter-buddy wordt vermoord door een krankzinnig fan? Paul McCartney draagt deze last op zijn schouders. Onlangs werd hij geïnterviewd voor Esquire, en in dit gesprek werd zijn nalatenschap – die voor eeuwig is verweven met The Beatles – grondig doorgenomen. Het werd een geweldig interview waarbij Paul niet bang was om een paar van de moeilijke momenten uit zijn carrière te bespreken. Zo ook het gevoel van de oneerlijke strijd met de heiligverklaarde John Lennon: “Als je al zijn geweldige materiaal erbij pakt en het naast mijn niet zo beste materiaal legt, is de beslissing snel gemaakt.”Over de nasleep van Lennons dood zei hij: “Los van de pure horror ervan werd John na zijn door een martelaar. Een JFK. Hij heeft veel geweldige dingen gedaan en in de tijd na The Beatles leverde hij nog meer goed werk, maar niet alles was om over naar huis te schrijven. Het feit dat hij nu een martelaar is, heeft hem verheven tot James Dean-achtige proporties. Terwijl ik daar eerst geen problemen mee had en het kon accepteren, begrijp ik nu dat er wat dingen herzien moeten worden.”Over Yoko Ono, die slecht over hem sprak in de media, zei hij: “Yoko zei in de media dat ik niks deed en alleen maar de studio boekte – wacht eens even! Fuck die lieve schat. Het enige wat ik deed was een fucking studio boeken?”En over de uitbetaling voor songwriting credits van Yesterday op The Beatles’ Anthology uit 1996 zei McCartney: “‘Dancing on a dead man’s grave’ was een van de zinnen die ter sprake kwam. Veel mensen begrepen niet wat ik bedoelde, ze vonden mij een egoïst omdat ze dachten dat ik mijn naam boven die van John wilde hebben. Maar het had niks met egoïsme te maken – ik wilde gewoon op een rijtje zetten wie waarvoor verantwoordelijk was.”Lees hier het volledige interview.
Advertentie