Woo Hah! laat zien dat hiphop in Nederland nog lang niet het plafond heeft bereikt
Alle foto's door Roos Pierson.

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Woo Hah! laat zien dat hiphop in Nederland nog lang niet het plafond heeft bereikt

Onze fotograaf Roos Pierson was erbij, en legde al het moois vast.
Sander van Dalsum
Amsterdam, NL
RP
foto's door Roos Pierson

Het is allemaal nog een beetje onwerkelijk: een Nederlands festival waar een enorm zonovergoten terrein gevuld is met meer dan dertigduizendbezoekers die hier – wel belangrijk om te vermelden – enkel en alleen voor hiphop komen. Dat dit genre flink uit de kluiten is gewassen weten we inmiddels wel – er zijn de afgelopen tijd in ons land meerdere jongens miljonair geworden door te rappen, en dat is iets dat je je vijf jaar geleden misschien nog moeilijk kon voorstellen. Op Woo Hah! zag je dit weekend waarom dat nu wel kan. Kuddes tieners zonder vrees voor beschadigde schoenen, ouders met dabbende kinderen, twintigers mét vrees voor beschadigde schoenen, Randstedelijke en provinciale gezichten bedekt door stofwerende mondkappen; bijna iedereen met enige affiniteit voor trap of die vier eeuwenoude elementen bracht de afgelopen dagen z'n zuurverdiende geld naar Hilvarenbeek. Juist: het voorheen Tilburgse festival heeft zich enkele kilometers verplaatst, wat de sfeer van het hele gebeuren flink ten goede komt. Nu zijn er grasvelden, strandjes en bossen om je Supreme-tenue tentoon te stellen, in tegenstelling tot het nogal claustrofobische betonblok van de voorgaande jaren. Dat is op momenten tussen alle gekte zelfs rustgevend, wanneer je bijvoorbeeld een waterfiets instapt, of gaat pootjebaden aan het meer nadat je je voeten hebt bezeerd bij een headliner als Lil Pump of Migos. Want laten we eerlijk zijn: die line-up (met ook artiesten als J. Cole, Playboi Carti en de betere Nederlandse rappers) mag er wezen, en maakt van Woo Hah! een van de grotere hiphopfestivals van Europa. Zowel qua namen als omvang. En toch mist er nog iets. Om nu te zeggen dat het festival geen ziel heeft is misschien wat te gechargeerd, maar op bepaalde vlakken voelt het geheel wat aan als een bulderende rapfabriek. Een plek waar een eigen visie, smoel of een identiteit nog wat ontbreekt, zoals je dat wel terugvindt bij de dorstlessende Amsterdamse rivaal (al bevinden die twee zich niet meer in hetzelfde vaarwater). Natuurlijk ademen de moshpits, groepjes hangende vrienden onder de snikhete, strakblauwe lucht gezelligheid en broederschap, maar met de juiste mensen, artiesten, sfeerbeheerders en biervaten valt er overal wel een feestje te vieren. Dat feestje was er, en gaat er volgend jaar ongetwijfeld weer zijn. Hiphop heeft in Nederland het plafond nog niet bereikt, leert Woo Hah! ons na drie dagen massale liefde voor rap. Tel er op de aankomende editie maar gerust tienduizend plekken bij op, en je ziet het gemakkelijk volstromen. Geef het nog twee jaar en zo'n opkomst is een stuk minder onwerkelijk dan het nu soms nog is. Onze fotograaf Roos Pierson was er dit weekend, en legde al het moois vast. Je zal er zelfs enorme hoeveelheden ziel in terugvinden, ondanks dat op sommige vlakken ontbrak aan het festival.

Advertentie