Chester Bennington en Linkin Park maakten het oké om raar te zijn
Linkin Park ai VMA del 2001. Foto: Getty Images

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Chester Bennington en Linkin Park maakten het oké om raar te zijn

De muziek van de zanger en zijn band is de ultieme soundtrack voor frustratie, woede en eenzaamheid.

Als je tussen 1999 en 2005 op de middelbare school zat, is er een gigantische kans dat je Hybrid Theory van Linkin Park geweldig vond. Het album zorgde ervoor dat de jongens van de band supersterren werden en je kon op geen enkele manier ontsnappen aan de vier singles One Step Closer, Papercut, Crawling en In The End. Elke tiener met een beetje zakgeld, een discman en wat opgekropte frustratie draaide het album grijs.

Advertentie

Linkin Parks debuut komt in 2000 precies op het goede moment uit. Raprock is op een hoogtepunt en het geluid van de band zit precies tussen grunge en het agressieve, cartooneske nu-metal dat daarna populair zou worden. De muziek op Hybrid Theory heeft genoeg nu-metal-eigenschappen (luister maar eens het gefluister dat overgaat in geschreeuw op Run Away), maar toch voelt het anders dan de blinde razernij van Slipknot en Korn. Linkin Park klinkt eerder getergd. De teksten van Chester Bennington – die afgelopen week op 41-jarige leeftijd een einde aan zijn leven maakte – zijn doordrenkt met ellende. Zijn fluisterzang gaat altijd over op gebrul dat gericht is op hypocriete mensen en pestkoppen.

Bennington klinkt in zijn muziek altijd pissig, maar het wordt nooit te dreigend of macho. Zijn stem heeft iets fragiels en dat wordt alleen maar uitvergroot door zijn tengere bouw en knapheid (ik kreeg al heel snel een crush op hem). Maar wat zijn charme ook is, hij hielp menig tiener om de kille wereld om zich heen te begrijpen. Veel rockers uit die periode melkten het hele "ik ben boos op mijn vader"-concept uit en dat kun je ze ook niet kwalijk nemen. In die tijd gingen nu-metal-albums constant goud en er werd flink wat geld mee verdiend. Maar de pijn in Linkin Parks muziek klonk nooit als een marketingtruc, de woede van Bennington werd door zijn moeilijke jeugd op een oprechte manier in zijn liedjes verwerkt.

Advertentie

Dat hij bereid was om zo open te vertellen over zijn trauma's gaf miljoenen tieners de steun die ze nodig hadden. Veel gefrustreerde jongeren herkenden zichzelf in de thema's van het album – iedereen voelde zichzelf weleens teleurgesteld en eenzaam, en iedereen had weleens de behoefte om rebels te zijn. De vreemde mix van rock, nu-metal en hiphop voelde gevaarlijk en in zijn toegankelijkheid ontzettend verslavend. Hybrid Theory was daarom het perfecte gatewayalbum: het liet je kennismaken met verschillende genres. Zelfs de meest orthodoxe blackmetalfan of doorgewinterde hiphopliefhebber moet ergens beginnen, toch?

Voor jongeren als ik, die opgroeiden op het platteland en hun muziek uit de supermarkt of van de radio haalden, sloeg dit album in als een bom. De eerste keer dat ik het hoorde was op een late zomeravond. Ik luisterde stiekem naar de enige lokale rockzender, op een zacht volume zodat mijn moeder niet kon horen dat ik nog op was. Opeens hoorde ik daar iets compleet nieuws: Linkin Parks eerste single One Step Closer knalde uit mijn goedkope speakertjes. De agressieve gitaarriffjes en de stem van Bennington kraakten in mijn oren, en klonken als de woede waarvoor ik geregeld op beheersingscursus moest. Het klikte meteen – deze band snapte mij en waarom ik zo boos was. Door hen leek het oké te zijn om je zo te voelen. Ik stopte snel een cassettebandje in de recorder en kon nog net de helft van het liedje opnemen. Ik bleef vol zenuwen wachten tot de dj mij zou vertellen van wie dit nummer was. Ik was toen pas twaalf jaar oud. Dat was zeventien jaar geleden, en als ik die track nu luister voel ik me nog steeds hetzelfde.

Linkin Park is nog steeds actief, afgelopen mei brachten ze nog hun zevende album One More Light uit. Ze zijn nog steeds een grote naam in de mainstream rock, maar ik ga niet doen alsof ik hun nieuwe muziek nog tof vind. Tegen de tijd dat ze in 2003 Meteora uitbrachten, was ik allang harder en minder emotionele grindcore en death metal aan het luisteren. Linkin Park introduceerde mij aan een nieuwe wereld, maar ik heb daarna niet echt meer omgekeken. Ik ben verder gegaan met het ontdekken van nieuwe bands. Toen Bennington bij Stone Temple Pilots ging, checkte ik een van hun video's uit nieuwsgierigheid. Het was fijn om te horen dat zijn stem net zo iconisch was als ik me kon herinneren, maar daarna zette ik het weer af.

Maar zelfs nadat mijn smaak verder was ontwikkeld, bleef Link Park me achtervolgen. Tijdens mijn studie kreeg mijn zusje een obsessie voor de band. Ze had zelfs cd's van die rare samenwerking met Jay Z en ze luisterde naar Mike Shinoda's Fort Minor. Ik gaf haar Hybrid Theory en Meteora in de hoop dat zij stiekem ook interesse zou krijgen in metal. Zij was veel rustiger dan ik, maar zij had ook haar eigen tienerproblemen. Ik wist dat zij een soundtrack nodig had voor haar tegenslagen. Mijn trucje heeft niet gewerkt, zij is geen metalhead geworden. Uiteindelijk is zij ook Linkin Park ontgroeid, maar de band was er voor haar toen ze hen nodig had. Net zoals ze er eerder voor mij waren en voor een hoop anderen. Ik heb geen contact meer met haar. Zij woont nu in Californië en werkt in de horeca. Ik woon in Brooklyn en ik doe dit. Ik vraag me af hoe zij het nieuws over Chester heeft opgenomen.