Lees een exclusieve voorpublicatie uit het boek over gabberpionier Ilja Reiman
Multigroove Elementenstraat 1992, foto door Kamiel Lindhout 

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Lees een exclusieve voorpublicatie uit het boek over gabberpionier Ilja Reiman

De oprichter van Multigroove is sinds een jaar clean en liet zijn verhaal optekenen door Arne van Terphoven van Mary Go Wild.

Als jij op een maandagochtend met een kater op je werk verschijnt en je vervloekt je keuzes van het afgelopen weekend, denk dan even aan Ilja Reiman, de oprichter van Multigroove. Zoals te lezen is in het boek dat binnenkort over hem verschijnt bij Mary Go Wild, nam hij snel een nakkie toen hij wakker werd op de intensive care na een overdosis. Met Multigroove organiseerde Reiman in de jaren negentig illegale housefeesten in kraakpanden en loodsen. Later werden dat grote hardcore-feesten waar de naam 'gabber' ook zijn oorsprong vindt. Arne van Terphoven (die ook het boek over DJ Dano schreef) tekende het verhaal van Reiman op. Hieronder kun je daarvan een voorpublicatie vinden. Het gaat over een enorme politieinval tijdens een rave in de Elementenstraat in de lente van 1993.

Advertentie

Telegraaf, 17 mei 1993

15 mei 1993 lijkt een zaterdag zoals alle anderen. Multigroove bereidt zich voor op een nieuwe, lange nacht. Maar dit is de dag waarop alles anders wordt. Dano: ‘Ik stond die avond zoals altijd geboekt, maar ik was zo ziek als een hond. Met de komst van ID&T explodeerde mijn carrière. Ik trad zes keer per week op en zat onafgebroken in de studio. Dat hield ik vol door een hoop coke en pillen, maar dit weekend zei mijn lichaam overduidelijk “STOP”. Ik heb Flamman & Abraxas gebeld of ze wilden invallen. Dat regelden we altijd zo.’ Jeroen Flamman: ‘Jeff en ik waren de openingsact en net begonnen. We hadden onze eerste plaat opstaan, misschien was de deur nog niet eens open. Ineens komt er een hele groep gasten in stoere uniformen binnen. Zwaarbewapend. Ik dacht: leuk, dat is deze week het thema. Vorige maand hadden we indianen, deze keer is het thema commando’s. Vervolgens zag ik zo’n rood stipje op mijn borst. Op dat moment wist ik: dit is geen grap.’ Ilja: ‘Er kwam een compleet antiterreurteam binnenstormen. Kogelvrije vesten, dikke guns met lasers erop. Het waren echt beulen en ze gingen verschrikkelijk snel. Binnen een minuut was het doodstil, ongelofelijk. Iedereen moest gaan liggen, zich stil houden en kreeg handboeien om. Ik dacht nog: de tering.’ Op volle oorlogskracht doet de politie Amsterdam een inval in de Elementenstraat: Operatie Staartjes. Na een grootscheeps onderzoek is de politie ervan overtuigd te maken te hebben met de productie van drugs, grootschalige handel in drugs, illegale prostitutie, wapenhandel en wapenbezit.

Advertentie

Jeroen Flamman: ‘Dj Rubens was er ook. Dat is een Italiaan en hij had voor de gelegenheid zijn vader bij zich. Ik dacht: misschien is die vader een maffiafiguur waar een arrestatiebevel tegen loopt. Het was zo’n Italiaan in zo’n pak, weet je wel, haha! Ik trok mijn koptelefoon uit het mengpaneel en dook weg. Ik dacht: ze moeten hem hebben, niet mij. Toen zag ik ineens Klaas Wilting, de bekende woordvoerder van de politie, staan. Jeetje, dit is gewoon een heel grote inval. Iedereen moest tegen een muur staan en werd gefouilleerd. De agent die Jeff aan het fouilleren was riep tegen hem: “What’s this?” “That’s my dick, sir.” Jeff is nogal groot geschapen. Even later zat ik in een politiebusje. Daar legde ik uit: “Meneer, we hebben binnen kratten staan met voor duizenden guldens vinyl erin. Classics uit Amerika, laat het alsjeblieft niet kwijtraken. Ik ben gewoon een dj en heb verder nergens mee te maken.” Toen mocht ik gewoon terug naar binnen lopen om mijn platen op te halen. Ze mochten in het busje mee naar het politiebureau aan de Lijnbaansgracht. De politie was resoluut en snel, maar niet agressief.’ Mikis: ‘Samen met mijn oom was ik op weg naar de Elementenstraat. Er stond overal politie, we mochten er niet door. “Vanavond geen feest jongens, er is een inval.” Oké, wegwezen hier. Zonder verder te vragen zijn we rechtsomkeert gegaan. Dat was geen probleem, we konden zo wegrijden.’ Veel andere bezoekers rijden in een fuik. Daar worden auto’s helemaal binnenstebuiten gekeerd.
Ilja: ‘Daar hebben ze wat pillen en wat andere rommel gevonden. Eentje met driehonderd stuks. Gelukkig nauwelijks binnen, wat ze wel verwacht hadden. Dat is achteraf voor ons goed geweest. Zie je wel, onze bezoekers nemen drugs mee, wij niet. En zo wás het ook.’
Mikis: ‘Ik ben naar het huis van Lange Johan gereden. Daar stond ook volop politie voor de deur. Ik dacht: dit is helemaal niet goed en belde mijn moeder: “Goh, er zijn overal invallen.”’ Hannie: ‘Bij mij thuis lag een vel papier met cijfers. Geen idee wat het was, maar na het telefoontje van Mikis heb ik besloten het te verbranden. Dat heb ik ter plekke gedaan. Ik dacht: waar ben ik nou weer in beland? Of dat moment werden er ineens, paf, grote schijnwerpers op het huis gezet. Ik schrok me wezenloos. Midden in de nacht werd er op de deur gebonkt. Het huis in het volle licht. Mijn god. Ik riep: “Ik ben naakt, mag ik even wat aantrekken?” Want ik stond daar met dat brandende papier. Het brandde in de gootsteen bij het aanrecht en daarna wilde ik het in de prullenbak gooien. Ik had het natuurlijk in de wc moeten doen, maar die was naast de buitendeur.’ Ilja: ‘Die arme moeder in dat keurige rijtjeshuis in Reigersbos. Mijn broertje woonde daar natuurlijk nog, dus de buren daar dachten al dat ze met de Daltons te maken hadden.’
Hannie: ‘Toen ik de deur opendeed, stond er een rechtercommissaris voor de deur. Die komt vertellen waarom ze er zijn en blijft dan wachten, aan het einde komt zo iemand dan weer om te controleren wat er mee wordt genomen uit het huis. Ik ben lerares en deze rechter-commissaris bleek de vader van een kind uit mijn klas. Ik had twee zoons met Frans, die twee kleintjes lagen boven te slapen. Ik zei: “Jullie doen zachtjes bij die kinderen!” Toen hebben ze daar alleen maar een beetje met een zaklamp geschenen. Dat deed hij ook alleen maar omdat hij me kende. Heel ongemakkelijk. De verdenking was drugs- en wapenbezit. Ik zei: “Mijn kinderen mochten niet eens met een houten pistooltje spelen, zo ben ik tegen wapens. Dat ga je op de slaapkamer van de kinderen niet vinden.” In de keuken werd een van de agenten heel boos. Hij rook het verbrandde papier. “Wat heb je verbrand?!” Ik zei: “Niks.” “Ik ruik duidelijk dat hier iets verbrand is.” “Ja, ik ruik het ook.” Begon hij te schreeuwen. Ik zei: “Ik heb niks verbrand, jullie bonken me net mijn bed uit.” “Als we dit hadden geweten, hadden we u zich niet laten aankleden. Kan het uw andere zoon zijn geweest?” “Zou kunnen, ik weet het niet. Mijn man en kinderen liggen boven.” Ze visten het verbrandde papier uit de prullenbak en constateerden dat het nog warm was. Ik deed of ik gek was. “Ja, het is nog warm, zie ik nu.” Beetje dom doen. Zoals gezegd zaten mijn ouders in het verzet. Daar probeerden ze ook altijd allerlei informatie van los te krijgen. Dus dat is een overtuiging waar ik mee getrouwd ben: niks zeggen is altijd het beste, praten kan altijd nog. Mijn man moest naar beneden komen, die zat daar helemaal verstijfd.’ Ilja: ‘Onze stiefvader Frans heeft in zijn leven nog geen rolletje drop gestolen. Een heel brave, goede man. Die heeft maar één ding fout gedaan in zijn leven en dat is met mijn moeder trouwen, want hij kreeg ons erbij.’

Advertentie

Ilja Reiman in VPRO Onrust, 1992

Omdat Mikis ten tijde van de invallen zelf rondrijdt ontspringt hij de dans. ‘Ze zijn bij mijn moeder ingevallen vlak nadat ik haar getipt had. Tot op de dag van vandaag denk ik: hebben ze mij met haar horen bellen en zijn ze daarom ingevallen of was het heel wijs dat ik haar heb gebeld? Zelf ben ik een paar dagen ondergedoken, want ze waren uiteraard ook naar mij op zoek.’ Ook Henk is niet aanwezig op het feest als de politie komt. Net die avond is de drank niet goed geleverd. Er is slechts bier en frisdrank, waardoor Henk zelf naar de leverancier in Haarlem gaat. Wel wordt hij even later thuis aangehouden. In totaal bestaat Operatie Staartjes uit tweeëntwintig invallen, waarbij bijna honderd mensen worden gearresteerd. Ilja: ‘Ze hebben op eenentwintig andere adressen invallen gedaan om het verhaal bij elkaar te krijgen. Portiers, mensen die links en rechts aanverwant waren.’ Fulco: ‘Ik was die nacht te laat. Kom met twee vrienden bij Multigroove aan. Helemaal niks. Alleen een poster dat het dicht was op last van de politie. Wat? Verder niks, geen politie, geen inval bij mij. Dat is toch wel merkwaardig als je ziet bij wie ze allemaal zijn geweest. Ik heb van die hele inval niks meegemaakt.’ Iedereen die wel aanwezig was op de Elementenstraat wordt meegenomen naar het politiebureau op de Lijnbaansgracht. Jeroen Flamman: ‘We werden allemaal in een grote ruimte gezet en moesten langs een geblindeerd raam lopen. Daar werd dan een of twee keer op geklopt. We dachten allemaal: de verrader zit daarbinnen en geeft met klopjes aan wie erbij hoort en wie niet. Uiteindelijk konden Jeff en ik om half zeven ’s ochtends met de eerste tram naar huis. Inclusief platen. Het was een heel rare ervaring. Ik ben niet officieel verhoord. Er werd een voorselectie gemaakt, waar wij blijkbaar niet interessant genoeg voor waren.’ Debby: ‘In die tijd was je niet meteen van alles op de hoogte zoals nu. Dus ik deed zondagochtend gewoon de boot open. Toevallig was ik alleen, Alan was met zijn ouders op vakantie. Gek genoeg was er helemaal niemand op de boot, toen ineens veertien man politie binnenkwam met getrokken pistolen en metaaldetectoren. Daar verbaas ik me nog over: metaaldetectoren op een stalen boot. Maar goed. Ze sneden de vloer open en haalden de hele boot overhoop. De grap was: er was een kluis in de boot gelast. Maar die hebben ze niet gevonden, omdat die detectoren constant afgingen. Ik had een hoop vitaminepillen staan. Dat was met een vooropgezet idee: als ik beroofd wordt, denken ze dat dit xtc-pillen zijn. En zo ging het hier ook. De politie heeft allemaal vitaminepillen in beslag genomen. Grote klasse. Ik heb een nachtje in de cel gezeten, maar mij werd helemaal niet verteld dat het om Multigroove ging. Dus het was heel verwarrend allemaal.’

Advertentie

Summer Garden Party, 1991 (foto door Kamiel Lindhout)

BIJBEL
Het blijkt dat het justitie om Ilja en Henk gaat. De grote leiders van Multigroove, de opperstaarten. Ilja wordt in een cel opgesloten en hoort of ziet de eerste vier dagen helemaal niets en niemand. ‘’s Ochtends om zes uur haalden ze mijn matrasje weg, dan lag ik de hele dag op een keiharde brits; zo’n steen in mijn cel, weet je wel. Nu doen ze dat niet meer, dat was gewoon om te fucken. Ik had gelukkig een lange jas, die kon ik een beetje als deken gebruiken. Vier dagen zat ik daar in dezelfde kleding.’ Veel tijd om zich druk te maken heeft hij niet. Hij slaapt alleen maar. Na vier jaar feesten, feesten geven, onderweg zijn, zuipen, blowen, pillen slikken en coke snuiven, zit hij ineens in absolute stilte. Ilja: ‘Toen kwám me er toch een pak vermoeidheid uit, jongen. Kolere. Ik heb daar vier dagen als een roos geslapen. Gek genoeg had ik niet echt afkickverschijnselen.’ Als hij doorheeft dat hij totaal geïsoleerd zit, biedt uiteindelijk het woord van God enig vertier. ‘Ik wist dat je recht had op een bijbel in je cel. Die vroeg ik en daar heb ik uitgebreid in zitten lezen. Op dag vier kreeg ik een tasje dat iemand had afgegeven, met een Nieuwe Revu en een paar schone onderbroeken en een shirtje. Ik dacht nog: dit is toch wel een beetje veel ophef voor het geven van een feestje.’ Na een kleine week meldt ook Mikis zich bij de politie. Moe van het vluchten. ‘Ze hadden tegen mijn moeder gezegd: “Laat hem zich gewoon melden, want als we hem moeten halen, komen we via de ramen naar binnen. Na een paar dagen was ik het ook zat. Ik kon niet naar huis, ik kon nergens naartoe. Toen dacht ik: ik ga gewoon eens even kijken waar ze mee komen. Ik heb gezegd: “Ik hoor dat ik hier ben uitgenodigd?” Ter plekke werd ik aangehouden. Ik had al gemakkelijke kleertjes aan getrokken, badstof truitje. Nou, daar gaan we. Meteen hebben ze me daar geprobeerd te verhoren. Maar ik heb geen verklaring gegeven. Gewoon gezegd: “Ik verklaar niets.” Ze probeerden het ijs te breken. “Joh, hoe was je jeugd?” “Vertel eens iets over jezelf.” Ze wilden in gesprek komen. Maar ik gaf op die eerste vragen al geen antwoorden. Waren ze heel gefrustreerd over, maar kom op, praten met de politie was er natuurlijk sowieso niet bij.’ Ilja: ‘Dat kwam in Mikis’ woordenboek niet voor. Dat doen we niet.’
Mikis: ‘De laatste keer dat ik wat op het bureau verteld heb was op mijn twaalfde. Dat was vanwege een gestolen brommertje. In die tijd waren we gelouterd in dat wereldje. Ik had al twee keer in de jeugdgevangenis gezeten, ik wist hoe het werkte. Twintig jaar was ik toen. Het viel reuze mee, ik heb er twee dagen gezeten.’ Na vier lange, eenzame dagen begint de politie met het verhoren van Ilja. Dat begint mild, over het organiseren van housefeesten. Ilja: ‘Hoe zit het nou allemaal in elkaar? En hoe gaat zo’n feest? Ik was heel trots op wat ik deed, dus ik vertelde: “Henk regelt drank en ik het geluid en dj’s. Ik maak een flyer en dan ga ik de stad in en dit en dat.” Dat verhoor nam vrij snel de afslag richting xtc-laboratoria, vuurwapens, gedwongen prostitutie. Toen zei ik: “Ja jongens, daar weet ik helemaal niks van. Hier heb ik helemaal geen zin in. We gaan het gesprek stoppen.” Precies op dat moment kwam mijn advocaat binnen en die zei “Stop maar met praten.”’ Hannie: ‘Mij werd verteld: hij krijgt twintig jaar voor deelname aan een criminele organisatie. Ik kwam af en toe wat spullen brengen. Stond ik daar bij de balie, normaal gesproken kon je dat zo afgeven. Maar ineens was het “Wacht maar even, er komt een rechercheur aan.” Gingen ze mij ook ondervragen. Ik werd helemaal gepamperd. “Ach mevrouw, we vinden het voor u ook zo erg.” Zo van “kom maar even uithuilen bij meneer agent op schoot” en ondertussen proberen alle informatie van je los te krijgen. Maar ik zei niks. Het werd gewoon wisselgeld. Als ik even wat informatie zou geven, mocht Ilja gelucht worden en dat soort zaken.’

Advertentie

Summer Garden Party, 1991 (foto door Kamiel Lindhout)

Ilja: ‘Toen ik gebruik maakte van mijn zwijgrecht, sloeg de sfeer aardig om. Begonnen ze te treiteren, kreeg ik ineens mijn eten bevroren en zo. Of ze lieten me douchen terwijl er net een junk had gedoucht en daar had gescheten. Dat werk. Ik had zogenoemd “alle beperkingen”. Dat betekende alleen luchten, geen bezoek, geen krant of radio. Puur eenzame opsluiting. Eerst zat ik tien dagen op het politiebureau, daarna werd ik overgeplaatst naar het huis van bewaring in Amsterdam-Zuid. Het is een ritje van vijf minuten, maar we hebben uren in Amsterdam rondgereden. Op alle plekken waar ik kwam, vrienden had, de coffeeshop. Die truc had ik natuurlijk ook meteen door. Ze wilden kijken waar ik op aansloeg. Dus ik was stoïcijns. Gingen ze een beetje amicaal doen. “Als je vrijkomt doen we een biertje.”’ Als Ilja in de gevangenis aankomt en door de gangen loopt, wordt hij tot zijn eigen verbazing als een held onthaald. Over de gangen roept men ‘MULTIGROOVE!!!’ en ‘MULTIIIII’. ‘Ik dacht: was is dit nou weer? Ik leek wel een volksheld. Het was natuurlijk volop in het nieuws geweest, maar daar had ik niks van meegekregen. In de gevangenis hield ik alle beperkingen. Ik moest dus altijd alleen luchten. Als ik uit de cel werd gehaald, hoorde ik allemaal opmerkingen als “Je hebt inderdaad lang haar, ja.” Ik dacht: wat lult die gek nou? Even verderop riep iemand “Staartje!” Geen idee dat de actie Operatie Staartjes heette natuurlijk. Dus: waarom maakt iedereen hier zo’n issue van mijn haar. Een van de bewakers zei: “Jij zit hier nog wel effe!” Toen dacht ik: jij werkt hier tot je vijfenzestigste, dus wie heeft nou levenslang?’ De inval is groot nieuws op televisie en in de krant. Hierdoor wordt Ilja door zijn medegevangenen en de bewaking behandeld als een leider van de Napolitaanse maffia. Er is immers een grote criminele organisatie opgerold en Ilja is een van de kopstukken. In de cel bedenkt Ilja wat hij nog thuis heeft liggen. Er is geen boekhouding, maar hij schat dat er nog wel wat aantekeningen liggen. Net als wat ‘spaargeld’ (‘Hoeveel wist ik niet precies, maar wel meer dan tienduizend gulden’), een pot xtc-pillen voor eigen gebruik en een paar grote plakken hasj.
Ilja: ‘Dat rookte ik de hele dag door, dus dat was voor eigen gebruik. Ik had een vuurwapen thuis, ooit eens gekregen van een portier, maar daar dorst ik zeker niet mee te schieten. Dat zullen ze wel gevonden hebben.’

Ilja Reiman in 2018 (foto door Jordi Wallenburg)

RAGE AGAINST THE MACHINE
Als vanzelfsprekend lukt het Ilja zelfs in de gevangenis om binnen de kortste keren zijn draai te vinden. ‘Het eten wordt uitgegeven door andere gevangenen. De bewaker doet dan de deur open, maar andere jongens geven het dienblad. Ik had deze jongen al door, pak het dienblad en zijn hand. Hadden ze een jointje voor me gedraaid. Dat was gewoon een cadeautje voor iemand met alle beperkingen. Hier was ik welkom. Iedere twee dagen kwam de recherche me halen, moest ik mee naar het bureau en reden we weer uren door Amsterdam. Knoopten ze een zogenaamd gezellig gesprekje aan. Over mijn jeugd of over voetbal. Zat ik op achterbank met handboeien om een beetje rond te kijken. Dat was beter dan de cel. ‘“Alle beperkingen” betekende vooral totaal geen contact met anderen. Ook kreeg ik geen informatie. In mijn cel was het op zich zo slecht niet. Ze vroegen me of ik tv wilde, ik kon bij het winkeltje wat kopen en ik mocht er roken. Een verademing vergeleken met het bureau. Maar met niemand contact. Alles deed ik apart met bewaking en dat was zeer statusverhogend, merkte ik. Iedere keer als ik van A naar B door die gangen ging hoorde ik weer “Tering, wat een staart.” Net toen ik een beetje moedeloos begon te worden, een beetje begon te knakken, was Pinkpop 1993 op tv. Rage Against The Machine trad op. Nou, jongen. Ik ben me daar toch uit mijn dak gegaan. Tegen de muur op, dansen, schreeuwen, de spulletjes die ik had door de cel heen gesmeten. Wat een band! Het was even feest. Tot er ineens vier bewakers de cel in kwamen en me tegen de grond duwden. “Er is er een doorgedraaid!” Haha!’ Tijdens de verhoren blijft Ilja zwijgen, waardoor de frustratie bij de agenten steeds groter wordt. Dit herhaalt zich, tot hij op een dag de cel uit wordt gehaald en er een vierde persoon bij zit. ‘Dat was meneer Daamen van de belasting. Die zag je destijds wel vaker. Als er op televisie invallen waren van de FIOD bij coffeeshops, zag je die gozer altijd op tv. Hij kwam naar me toe, legde een document voor mijn neus en zei: “Hier jongen, alsjeblieft.” Ik keek naar dat papier en schrok me wild. Het was een belastingaanslag van vijftienduizend gulden. Ik zei: “Tering, vijftienduizend gulden, dat is me een bak geld. Dat heb ik helemaal niet.” Hij zei: “Vijftienduizend gulden? Kijk, nog eens goed.” Had ik even een kommaatje gemist… het was anderhalf miljoen gulden. Ik dacht: dat doe je goed, anderhalf miljoen belastingaanslag. Hij liep weg en dat was dat. Ik ging terug de cel in en mocht niemand zien. Nou, op die manier duurt de tijd wel lang.’ Na vijfentwintig dagen in de cel met alle beperkingen komt een bewaker meedelen dat zijn omstandigheden versoepeld worden. Hij mag normaal luchten en hij mag een keer bellen.
‘Ik wist niet of dat nou een goed of slecht teken was. Met een geleend telefoonkaartje heb ik toen mijn moeder gebeld. “Kun je langskomen?” “Wil je dit en dat meenemen?” “Kun je wat geld op mijn rekening storten?” De volgende dag kwam de bewaker om tien uur ’s ochtends de cel inlopen. “Cel opruimen, je gaat naar huis.” Hè? Na al dat denderende geweld bij de inval? Dus ik liep in mijn onderbroek naar hem toe. “Maak je nou een grapje?” “We maken hier de hele dag grapjes, maar niet tegen gevangenen dat ze naar huis mogen.” Ik heb mijn cel schoongemaakt, liep naar buiten. Daar kwam net mijn moeder aangelopen. Die kreeg me zo mee.’ In juni 1993, een kleine maand na de grootscheepse Operatie Staartjes, staat Ilja Reiman weer buiten.

'Multigroove. Een Amsterdams boefjesverhaal dat de muziekgeschiedenis veranderde', geschreven door Arne van Terphoven, verschijnt op 31 maart bij Mary Go Wild