FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Diggy Dex over het tekenen bij Noah’s Ark en optreden op uitvaarten

De chansonrapper beschouwt het als een compliment als zijn complete album in de begrafenis top 10 verschijnt.

Diggy Dex met zijn nieuwe baas Vincent Patty van Noah's Ark Vincent Patty (voor de wat oudere hiphopliefhebbers ook wel bekend als Jiggy Djé) kent hij nog van basketbal, en later zou samen met onder meer hem de rapformatie DAC beginnen. Nu, meer dan tien jaar later, is Patty zijn labelbaas: na jarenlang zijn muziek in eigen beheer te hebben uitgebracht, tekende Diggy Dex een paar weken terug met zijn eigen label We Want More Music bij Noah’s Ark. De chansonrapper van Nederland is nu labelgenoot van gasten als Hef, Murda, FilosofischeStilte en Kraantje Pappie. Hoewel het voor Koen Jansen (zijn echte naam) vertrouwd moet aanvoelen om met een goede, oude vriend te mogen samenwerken, zal deze zet voor sommige Noah’s Ark-volgers als een verrassing komen. “Ik had het gisteren met Jiggy nog over de te verwachten reacties op de signing. Dat het geen hiphop is, maar pop”, vertelt hij in zijn studio in Utrecht. Een gesprek met Diggy Dex over wat nou wel en niet hiphop is en het schrijven van populaire begrafenisliedjes.

Advertentie

Noisey: Voel je je al thuis bij Noahs Ark?
Diggy Dex: Jazeker, de meesten uit de stal ken ik alweer wat jaren. Ik moet zeggen dat ook wel lastig is om een definitie te geven van wat nou Noah’s Ark is, de artiesten verschillen veel van elkaar. Met Jiggy heb ik veel overeenkomsten; we komen uit hetzelfde dorp en we houden beiden van het Nederlandstalige lied - Boudewijn de Groot, Doe Maar, Ramses Shaffy, Drs. P en Herman van Veen. Ik denk dat Jiggy in mij wel die gast ziet die nederpop wil maken, en dat vindt hij vet.

Trek je het je aan dat jouw rap niet altijd als echte hiphop wordt gezien?
Nee, het is ook maar een klein percentage dat er zo over denkt, en voor die mensen maak ik geen muziek. Ik snap het in zekere zin wel. Mensen die Noah’s Ark vooral kennen van Hef vinden het misschien gek dat ik er nu bij zit. Maar dat hoort ook gewoon bij de leeftijd. Ik ben ook al een oude lul, toch. Ik gaf les aan de Rockacademie en daar kenden jongens Extince of Def P niet. Terecht trouwens. Toen ik 18 was, wist ik ook niet wie de oldschool rappers uit de jaren tachtig waren, want ik had alleen oog voor Wu-Tang Clan, Snoop en Nas. Maar in alle eerlijkheid: natuurlijk heb ik me wel eens druk gemaakt of ik wel echte hiphop maakte, dat is bij elke rapper wel eens door zijn hoofd geschoten.

Wat is er volgens jou hiphop aan Diggy Dex?
Rap is voor mij een state of mind, een manier van storytelling. Er zit van nature een directheid in, je windt er geen doekjes om. Dat is wat me ook aantrekt in hiphop: het worden meegenomen in een verhaal. Dat is wat ik doe: verhalen vertellen. Zoals vroeger 2Pac en Snoop deden.

Advertentie

In je nummer Sterren Tellen zeg je: ik ben nooit een stoere rapper geweest.
Dat klopt ook. Ik heb mezelf ook nooit zo beschouwd. Ik had ook snel door dat ik dat niet ben, en dat het geen zin heeft om je anders voor te doen. Ik ben heel erg op de melancholie gericht. Mijn eerste sololiedje, ik schreef hem toen ik negentien was, heet De Zoektocht naar Geluk. Het refrein gaat: ‘de zoektocht naar geluk gaat door, ook al vind je wat je zoekt, je zoekt toch door.’ Ik was echt zo trots op die tekst, ik vond het helemaal de shit. Ik ging er meteen al veel harder op dan random over 16 bars rappen over dit en dat. Chansonrap, dat is wat ik maak. In de tijd van DAC heb ik me in mijn teksten nog wel afgezet tegen de Vinex-wijk in Leusden waar ik vandaan kom, door te ageren tegen de burgerlijke 9 tot 5-mentaliteit. Maar een megarebel ben ik nooit geweest.

Heb je weleens de behoefte gehad om te bewijzen dat rap niet per se van de straat hoeft te komen?
Ik heb niet de drang mensen dat in te laten zien, maar ik vind het tof dat een programma als Ali B op Volle Toeren wel laat zien dat rap meer is dan het heersende beeld van boze mannen die schreeuwen in een microfoon. Het programma geeft aan dat het genre net zo volwaardig is als elk andere.

Even over je nummers Treur Niet met JW Roy en Ik Huil Alleen bij Jou samen met Ali B.
Dat is wel grappig, het nummer Ik Huil Alleen bij Jou is ontstaan in een sessie met Hef. In november was zijn album zo goed als af, maar Jiggy stelde voor om misschien toch even met hem de studio in te duiken, mocht er iets uitkomen. Project Money had een beat liggen en vrij snel had ik die hook. Het nummer gaat over mijn vriendin, bij wie ik me echt kan laten gaan. Hef voelde hem wel, wilde iets over zijn moeder schrijven. Maar het was een heel andere sound dan de rest van zijn album. Uiteindelijk is het nummer via de gitarist, Memru, bij Ali terecht gekomen en hebben we ’m afgemaakt.

Met die twee nieuwe nummers lijk je de to go to-artiest te worden voor een populaire tranentrekker.
Dat is niet een hele bewuste keuze hoor, maar nu ook met Morgen Komt het Goed is het wel waar ja. Ik schrijf nou eenmaal graag dat soort nummers en ik ben echt dol op bijvoorbeeld - en dit klinkt uiteraard veel te elitair – de Frans/Vlaamse traditie zoals Aznavour, Brel, van het Groenewoud en Piaf. Zij zoeken schoonheid in pijn, dat vind ik prachtig.

Het zijn liedjes die het waarschijnlijk prima doen op een begrafenis.
Treur Niet staat al een half jaar in de top 10 van populaire begrafenisliedjes. Het is een soort van de moderne variant van Mieke Telkamp. Ik krijg nu veel aanvragen om te komen spelen op uitvaarten, maar ik heb besloten dat niet te doen. Ik heb het één keer gedaan, samen met JW Roy. Een vrouw van 34 was overleden, omgekomen bij een auto-ongeluk in Spanje. Haar vader vertelde dat ze een dag ervoor had gezegd: als ik ooit dood ga, dan wil ik dit lied [Treur Niet, red] op mijn begrafenis. Haar vader had een discotheek waar tijdens de uitvaart meerdere artiesten optraden, zoals Milow en Milk Inc. Alhoewel de uitvaart meer een ode was aan het leven, vond ik het zwaar. Iedereen kwam naar me toe om zijn verhaal te vertellen. En om nou naast een kist te gaan staan zingen, dat is wel heftig hoor. Een uitvaart vind ik sowieso zeer intens. Zo is ook het liedje ontstaan. Het is zwaar, ik dacht: ik moet echt iets anders op mijn begrafenis kunnen laten horen. Toen ben ik zelf maar mijn begrafenisliedje gaan schrijven. Als ik doodga, wordt Treur Niet gedraaid.

Er komt een nieuw album aan. Zou het kunnen dat alle nummers uiteindelijk de top 10 begrafenisliedjes halen?
(lacht) Ik weet het niet.

Als het gebeurt, zou je het dan als een compliment zien?
Mensen kunnen raken met je muziek is het grootste compliment dat je kunt krijgen. Het blijft natuurlijk raar, wetende dat je muziek gedraaid wordt op een uitvaart, maar het is ook bijzonder. Het is het mooiste dat er is: je gedachte of een gevoel met anderen kunnen delen.