FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Lil’ Kleine is het bewijs dat rap en house weer goede vrienden zijn

Waar in het verleden nog weleens moeilijk werd gedaan over de denkbeeldige grenzen tussen de genres, hebben steeds meer rappers daar maling aan.

Meer nog dan een muzikale stijl, is hiphop een manier van aanpakken. Als je het op de juiste manier weet te brengen, kan elk genre als ingrediënt dienen. Zo wist Run-D.M.C. in de jaren tachtig hiphop te maken van een Aerosmith-liedje (Walk This Way), en Puff Daddy in de jaren negentig van een Police-hit (I’ll Be Missing You). Maar als het om de beats gaat, loopt die muzikale rekbaarheid vaak tegen een grens aan. Een rapper op een dancebeat wordt al gauw Pitbull. En dat wil je misschien niet. Toch lijkt er wat te veranderen.

Advertentie

‘De laatste maanden worden de Nederlandse discotheken overspoeld met het fenomeen hiphouse.’ En waarom ook eigenlijk niet? Een generatie die is opgegroeid met hiphop zegt steeds vaker ja tegen mdma, en met rappen op house sla je twee vliegen in één klap. Rap en house: twee Hollandser muziekstijlen zijn er bijna niet. Het is allebei popmuziek, en waar in het verleden nog weleens moeilijk werd gedaan over de denkbeeldige grenzen tussen die genres, hebben steeds meer rappers daar maling aan.

Het beste bewijs: Lil Kleines huidige nummer-1-album Wop! Op de single Niet Omdat het Moet verlaagt producer Jack $hirak het tempo van 120 beats per minuut naar een niet minder dansbare, tropische 100, en eigenlijk speelt alleen stripclub-anthem Zonder Reden zich af op een als zodanig herkenbare hiphopbeat. De rest is, laten we wel wezen, house. Specfieker: hiphouse. Eén dingetje: het citaat waar de vorige alinea mee begint is afkomstig uit 1989, uit het muziekblad Disco Dance.

“Eh… Ik weet dat het bestaat”, is Jack $hiraks antwoord als ik hem vraag of hij een beetje bekend is met de muziek van zijn hiphouse-voorvaderen uit de verre jaren tachtig. Vóór Drank & Drugs had hij weleens een housebeat gemaakt, maar eigenlijk alleen “om te proberen”. Hij had er in ieder geval nog nooit iemand over laten rappen voordat de woorden ‘als je bitch wil chillen, is het geen probleem’ van Lil Kleines tong rolden. Jack: “Ik vind niet dat ik echt house maak, by the way. Bij house moet ik al gauw denken aan Animals van Martin Garrix. Wat ik doe is ook veel tropical house en deephouse enzovoorts. Dus uiteindelijk… ja, is het wel house misschien, haha.”

Advertentie

Tropical house is inderdaad een opvallend bestanddeel van Wop! Het is niet echt afkomstig uit de tropen en ook niet echt house te noemen, maar wel een van de populairste elektronische muziekstijlen van de laatste paar jaar. Jack: “Ik hou daar echt heel erg van. Mijn toenmalige vriendin liet me ooit een liedje horen van Kygo, die Cut Your Teeth-remix, wat toen nog helemaal geen hit was. Zij vond het heel vet en ik ook. Sindsdien luister ik heel veel naar dat soort muziek en dat heeft invloed op wat ik maak, ja. Als zo’n genre opkomt in de dancewereld, gaat iedereen hetzelfde maken. Ik wil het ook maken want ik vind het heel tof, maar ik probeer het wel anders te doen dan de rest. Ik probeer iets vernieuwends te doen. Volgens mij zijn er nog niet van dat soort tracks met rap erop. Ik experimenteer met andere tempo’s, ik mix het met andere stijlen. Ik hou gewoon heel erg van goeie liedjes, en van een beetje diepgang. Ik merk in die tropical house dat je er heel veel mee kan. Het is een nieuw ding en het gaat nog alle kanten op, dat vind ik vet.”

In de jaren tachtig waren hiphop en house allebei nieuwe, gekke, elektronische muziekgenres zonder aanvankelijk al te nadrukkelijk geschreven regels. Het waren genres die hun roots hebben in de zwarte gemeenschap van de grote stad. Het idee voor hiphop + house = hiphouse komt alleen niet uit New York of Chicago, maar uit Londen, stad van soundsystems, modegevoelige trendsetters en piratenstations. In het voorjaar van 1988 scoort het productieteam The Beatmasters samen met meidengroep The Cookie Crew een hit met Rok da House.

Advertentie

De eerste subgenres beginnen zich rond deze tijd af te tekenen (acidhouse, deephouse, techno) en zodra de term hiphouse is gemunt, weten ze daar in Chicago ook wel raad mee. Fast Eddie (Hip House, Yo Yo Get Funky), Tyree (Hard Core Hip House, Turn Up the Bass) en Mr. Lee (Pump Up Chicago, Get Busy) overspoelen een aantal maanden lang inderdaad de discotheken. In Nederland doet Tony Scott (Gangster Boogie, Get Into It) een duit in het zakje. Het zijn houseplaten met snelle raps die veelal nergens over gaan en uitstekend functioneren bij het ophypen van een dancefeest. Dat is ook meteen waar het misgaat. Met uitzondering van de New Yorkse groep Jungle Brothers (I’ll House You is een grote hit) wordt de aansluiting totaal gemist met de zich snel ontwikkelende hiphop. Het is de tijd van Public Enemy, N.W.A en De La Soul – groepen die stuk voor stuk wél iets te zeggen hebben dat verder gaat dan ‘turn it up loud and rock the place, and don't forget to turn up the bass’.

De afgelopen kwart eeuw hebben de wegen van house en hiphop elkaar sporadisch gekruist. Rond de eeuwwisseling zat de mainstream rapwereld midden in een mdma-trend. Iedereen van Dr. Dre tot Lil Kim en van Jay-Z tot Missy Elliott zat, als je hun platen mag geloven, vrolijk aan de pil. Met uitzondering van Kims Custom Made (Give it to You) – met een flinke sample van Lil Louis’ housekraker French Kiss – kon je dat aan de muziek meestal niet echt terughoren, al scoorde Missy Elliott in Nederland nog wel een nummer-1-hit met Basement Jaxx’ remix van 4 My People en is het door Timbaland geproduceerde Try Again van Aaliyah welbeschouwd een soort acid-r&b.

Als je iemand wilt aanwijzen die de Nederlandse rap ontvankelijk heeft gemaakt voor dancebeats, dan is het Bas Bron, verantwoordelijk voor vrijwel alle muziek van De Jeugd Van Tegenwoordig. Hoewel zelden of nooit echt house of techno (daarvoor heeft Bron genoeg andere projecten achter de hand), bracht De Jeugd vanaf het begin een repertoire met uptempo elektronische synthbeats dat zo succesvol was dat een hele generatie beatmakers en muziekfans er een tik van heeft gekregen.

Of misschien zijn we inmiddels al een generatie verder. Sommige producers zaten nog op de basisschool toen Watskeburt?! uitkwam. Jack $hirak: “Ik moet eerlijk zeggen dat ik er nooit een plaat van heb gehad. Ik kan niet zeggen: dit is mijn lievelingsliedje. Ik heb er wel heel veel respect en waardering voor. Maar ik heb heel vaak en heel lang bij Boaz in de studio gezeten. Hij heeft natuurlijk alle dance-invloeden die er zijn in zijn muziek verwerkt en dat heeft een grote invloed op mij gehad. Van hem heb ik geleerd dat er geen regels meer zijn. Er zijn geen genres meer.”

FS Green beaamt dat. De dj/producer uit Amsterdam – ouder dan Jack, maar evenmin au courant met antieke hiphousch – ziet het ook in het uitgaanspubliek: “Ik denk dat de scheidslijnen tussen hiphop-avonden en house-avonden bijna helemaal vervaagd zijn, je komt er ongeveer dezelfde soort mensen tegen. Als je nu aan iemand vraagt wat zijn favoriete muziek is, denk ik niet meer dat ie één stijl noemt. Juist door dat soort mengelmoezen krijg je tracks als Drank & Drugs. Het is een tijd van iets proberen en ontdekken wat er uitkomt.”

In het stenen tijdperk had je misschien wel hiphop-dj’s, maar geen hiphop-producers. Dj’s mixten alles wat los en vast zat om het feest gaande te houden. Voor de muziek op de eerste rapplaten speelde een studioband disconummers na, de populairste dansmuziek van die tijd. Good Times van Chic transformeerde zo tot Rapper’s Delight van de Sugarhill Gang. FS Green: “We zijn eigenlijk weer terug bij waar het begon.”