FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Wat als het op een festival maar niet donker wil worden

Op het IJslandse festival Secret Solstice bleek dat je op die momenten vooral schijt moet hebben.

We zijn op een IJslands festival. Er staat een lange rij pal voor de ingang van de enige overdekte zaal. Die loopt via gekke kronkels over het terrein tot ver buiten het festival. De rij is minstens drie kilometer.

Over anderhalf uur speelt Radiohead en 99 procent van het festivalpubliek wil hier naar binnen. Een uur van tevoren richting headliner bewegen zou op ieder festival in Nederland geen problemen moeten geven, helemaal als er zoals hier elfduizend man in de zaal past. Maar dit is duidelijk een ander publiek, in een land waar ze beschaafd rijen vormen en waar nog net geen nummertjes worden uitgedeeld. Een land waar het om tien uur in de avond nog net zo licht is als twee uur ‘s-middags. Alles is zichtbaar. Het kost ons drie rondjes Viking-bier en wijn om vijf minuten voor het optreden naar de ingang van de zaal te lopen, de kilometerslange rij beschaafde mensen achter ons latend. Voorkruipen op een festival ging niet eerder met zoveel schaamte gepaard, en dat komt vooral door die kutzon.

Advertentie

Er is niet overdreven als er wordt gesproken van een kilometerslange rij, maar overdreven lang is het wel

Gisteren was het van alle dagen dit jaar het langst licht. Het fenomeen wordt Midzomernacht genoemd en zelfs in Nederland wordt het gevierd met wandelingen, braderieën en festivals in pretparken – en dat terwijl om tien uur ’s avonds de zon allang weer onder is. Die shit is hier niet serieus te nemen, wel in IJsland waar we afgelopen weekend waren. Om twee uur in de nacht begon het daar licht te schemeren, en na nog geen uur kwam zon alweer op. We waren op Secret Solstice, een relatief jong festival, dat voor de derde keer werd gehouden en toch al met opvallend grote namen wist te komen. Zo stond Radiohead er dus, en ook Action Bronson, Die Antwoord, Roisin Murphy en house-ouderen als Lil Louis en Robert Owens.

De vaporizer blijkt op dagen van licht een goede sfeermaker te zijn, helemaal wanneer er een kring omheen wordt gevormd

Dat het 24-uur per dag licht blijft op een festival, zorgt voor een nieuwe, gekke ervaring. De overgang van dag naar nacht – zo besef je ineens – is in Nederland een vrij dominante factor in hoe je een festival beleeft. Je voelt je na zonsondergang vaak vrijer. De drugs wordt met een lossere pols tevoorschijn gehaald, je steekt met minder gêne je tong ergens naar binnen en je bent eerder geneigd te denken dat niemand je ziet wanneer je vlak buiten je tent plast, in plaats van op de Dixi twintig meter verderop. De dingen die beter niet al te goed zichtbaar zijn, bewaar je voor na tien uur – het is een ongeschreven regel waar alleen de minder subtiele mens zich niet aan houdt. Op Secret Solstice – sorry, hij zat eraan te komen – zijn er geen geheimen, en is er al helemaal geen besef van tijd. Maar in plaats van dat het daardoor saaier is, is het tegenovergestelde aan de hand. Je moet in een situatie als deze gewoon net iets meer schijt hebben. Anders hadden we bijvoorbeeld Radiohead nooit kunnen zien. En daarbij zie je zelf ook veel meer dan anders en dat heeft zo zijn voordelen.

Advertentie

In de zaal waar Radiohead speelt is het bloedheet, er ligt tapijt op de vloer, de lichtshow lijkt op een opengeklapte zonnebank, het geluid staat zacht, mensen achter ons hebben hun bovenkleding inmiddels uitgetrokken en door de populariteit van de vaporizer op het eiland is het zicht mistig. Maar voor een show waar verder geen rookmachine is aangezet, is dat niet per se vervelend.

De eerste vijf nummers zijn van het laatste album A Moon Shaped Pool. Jan Smeets blijkt toch gelijk te hebben toen hij zei dat Radiohead niet langer op Pinkpop past omdat ze “te jazzy” zijn geworden. Live lijken de songstructuren nog een stuk onnavolgbaarder en experimenteler. Als ze na zes nummers My Iron Lung inzetten, merk je bij een deel van het publiek opluchting: eindelijk een oud alto-liedje waar Jonny Greenwood zijn gitaar in tweeën lijkt te willen breken. Alles wordt superintens gespeeld, en dat de band eerst met nieuw werk begint, overgaat op het uitgerekte Weird Fishes van In Rainbows en dan My Iron Lung speelt, doet je beseffen dat er bijna geen completere hedendaagse band bestaat dan Radiohead. Alleen al daarom zou iedereen, al is het maar een klein beetje, van ze moeten houden.

Als we naar het einde toe naar Action Bronson gaan, staat er nog steeds een rij van minstens een halve kilometer voor de ingang, maar bij Mr Wonderful staat het verre van vol. Wel is daar de jeugd te vinden, en dat is toch de toekomst. Je merkt dat zij allang schijt hebben aan het constante licht. Ze zijn opvallend uitgelaten, vliegen elkaar om de hals alsof ze elkaar al jaren niet hebben gezien (wat me sterk lijkt, want op IJsland wonen niet meer dan 330.000 mensen, bijna allemaal in Reykjavik) en zien daarbij de ander nauwelijks staan. Tegen zeven uur liggen verspreid over het terrein jochies van rond de zestien al knockout tegen een hek, want boeien.

Advertentie

Patriottisme is ze overigens niet vreemd. Opvallend zijn de Viking-truien, het Viking-bier (dat je in halve liters koopt) en hoe hard het publiek gaat op lokale acts – harder dan op de artiesten die zijn ingevlogen. Er staan tig lokale artiesten op de line-up en net zoals overal ter wereld is rap inmiddels populairder dan landgenoten Of Monsters and Men, die het festival afsluiten. Het is ook wel jaloersmakend dat iemand als GKR hier vandaan komt, een gast die zich op foto’s graag inbeeld aan de telefoon te hangen, rondhangt in supermarkten en een soort Yung Lean is die onverstaanbare sages rapt (IJslanders zijn dol op sages, vertelde gids Victor die middag tijdens onze tour langs geisers en watervallen). Glacier Mafia zijn lokale helden nadat ze vorig jaar op Secret Solstice Bam Margara in elkaar sloegen omdat hij een meisje lastigviel. Een van die gasten, Gísli Pálmi, duikt elke dag wel een keer op bij iemand op het podium en elke keer weer worden mensen wild. We weten nog niet precies wat, maar er is iets met hem gaande. Hij ziet er sowieso uit als de IJslandse versie van Ninja van Die Antwoord, wat op zich een goed ding is. Het is alleen tijdens de EK-wedstrijd IJsland tegen Hongarije dat niemand behalve drie beveiligers het boeit dat er een landgenoot op het podium zijn best staat te doen.

Alle artiesten vinden het superspeciaal dat ze er mogen optreden. Kelela, die op zaterdag speelt, moet er zelfs een traantje om laten. En het is ook speciaal. Die kutzon kan er niets aan doen dat-ie de hele tijd aanwezig is, en daarbij: je ziet tenminste nog eens wat. Wel jammer dat Björk niet even langskwam. Met dank aan Festlane voor het regelen van de vlucht en het verblijf. Takk!