FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Hoe is het om in een band te spelen terwijl je een bipolaire stoornis hebt?

Meer dan 60 procent van de artiesten zou te maken hebben met geestelijke gezondheidsproblemen.

Veel muziek die gaat over ellende is, nou ja, ellendig. Veel van de nummers die de soundtrack vormen van mijn bange tienerjaren, waren op een bepaalde manier ontzettend zielig – de melodieën melancholisch, de teksten introspectief en doordrongen van hopeloos verlangen.

Het hoogtepunt van dit soort muziek was voor mij The Smiths. Ze presenteerden een soms beeldschoon maar vrijwel altijd hartverscheurend beeld van depressiviteit als iets passiefs, treurigs en helaas onontkoombaars. Ik vond gerief in de muziek, maar slechts tot op een zeker punt – mijn eigen ervaringen met bipolaire stoornissen betekenden dat ik me maar half kon verplaatsen in die nummers over verdriet. How Soon Is Now? mag dan misschien het perfecte lied zijn op om naar huis te wandelen nadat ik de hele nacht had doorgebracht aan de zijkant van de dansvloer op een feestje waar ik eigenlijk niet welkom was, maar het deed niks voor me toen ik iets voelde wat later manie bleek te zijn. Dat was anders; manie zorgde ervoor dat ik me groter en sterker voelde, op een manier die me van mijn stuk bracht en die ik niet echt begreep. Toen ik ouder werd en mijn manische episodes heftiger werden, was het moeilijk muziek te vinden die deze diepe frustratie uitstraalden – de gonzende, trillende wanhoop die je voelt wanneer je een bi- in plaats van unipolaire depressie beleeft. En toen ontdekte ik Titus Andronicus.

Advertentie

In 2015 bracht de band The Most Lamentable Tragedy uit, een 90 minuten durende, 29 tracks tellende rockopera die het verhaal vertelt van de ervaringen van zanger Patrick Stickles, een man met geestelijke gezondheidsproblemen. Het verhaal is een raamvertelling van ideeën over kunst, identiteit en het leven met een bipolaire stoornis. Het resultaat vertelt ongeveer hoe het is om te leven met deze ziekte. De nummers over depressie vangen de saaie, machteloze woede van het verveeld en verlamd zijn door je eigen lege humeur, en de liedjes over manie zijn een opgevoerde vertelling van alle arrogantie, hoogmoed en openbaringen die horen bij een staat vol waanvoorstellingen. Hierbij moet gezegd worden dat The Most Lamentable Tragedy totaal geen album vol ellende is. Het is een bulderend, woedend en vaak grappig punkrockalbum dat toevallig over geestelijke ziektes gaat

​Het zit in de natuur van een bipolaire stoornis om tegenstrijdig te zijn: periodes van stabiliteit, afgewisseld met gigantische pieken en verpletterende leegtes. Een hoogtepunt kan bijna buitenaards extatisch zijn. Wanneer manie de zaak overneemt, ben je productiever; je hebt de hele tijd ideeën, en die zijn uiteraard altijd fucking briljant. Je geeft geld uit alsof er geen morgen is; je speelt met je eigen emoties, en ook met die van anderen. Op een bepaalde manier is het een oefening in egoïsme die voelt alsof het zich altijd uitbetaalt.

Advertentie

Een depressie is aan de andere kant een dode kamer van leegheid die op de een of andere manier stil en oorverdovend tegelijk is. Je voelt niks, je beweegt zelfs amper. Je hele eigen ik ademt iets misplaatst uit, iets schadelijks, zonder zelfbewustzijn maar vreemd en ontastbaar – het schermt je af van de rest van de wereld. In een manische periode zie je niks ander dan krankzinnige, fantastische, fonkelende mogelijkheden; in een depressie ben je blind voor alles behalve je eigen wanhoop. Het is dit gevoel van tegenstellingen dat boven alles uitsteekt in The Most Lamentable Tragedy, en het wordt tot in de puntjes uitgevoerd. In feite was het album het resultaat van deze buien.

In 2011, vier jaar voor The Most Lamentable Tragedy uitkwam, ging de frontman van Titus Andronicus, Patrick Stickles, door een serie ervaringen heen waarvan hij zegt dat ze hem het pad gewezen hebben naar “de waarheid” over zijn ziekte. Een zware manische episode werd gevolgd door een “lange, slopende depressie”, en tijdens deze depressieve episode besloot hij te gaan schrijven over zijn ervaringen.

Toen Stickles zich “ietsje beter en meer gemotiveerd” begon te voelen, begon hij met het schrijven van het album. “Dat was het moment waarop het hele idee van het maken van een rockopera kwam,” zegt hij. “Ik wist dat mijn acties waarschijnlijk heel vreemd leken voor degenen die van buitenaf naar me keken – en voor mijzelf ook, tot op zekere hoogte. Dus dat waren thema's die ik zo goed als ik kon wilde onderzoeken en bevatten.”

Advertentie

Binnen deze thema's illustreert Stickles de twee kanten van een bipolaire stoornis: de manie en de depressie. Hij beschrijft de uiting van zijn manie als iets uit het boekje, volgens hemzelf wordt hij “onstuimig, luidruchtig, arrogant, en vol energie.”

De tweeslachtigheid komt niet alleen naar voren in hoe Stickles praat over zijn buien; het is ook aanwezig in de wijze waarop hij als persoon en als artiest door het leven gaat. In The Most Lamentable Tragedy ontmoet de tragische held van het verhaal zijn levendige dubbelganger (‘He don't act like me but we look alike’). Ze lijken hetzelfde, maar zijn ontzettend verschillend. Stickles beschrijft dit als het lijden van een “soort van dubbelleven.”

Beeld: Matthew Greeley

Een carrière in de muziek komt met heel wat uitdagingen. Op tour gaan bijvoorbeeld, en een gezonde levensstijl hebben. Eind 2015 tweette dubstepartiest Benga over zijn eigen worsteling met een bipolaire stoornis: excessief touren en drugs zorgden voor een gevaarlijke manie. Een onderzoek uit 2014 geeft aan dat meer dan 60 procent van de artiesten die meededen aan het onderzoek, te maken hebben gehad met geestelijke gezondheidsproblemen – veel daarvan werden versterkt door het touren. Andere factoren zijn plankenkoorts, slecht eten, vreemde werktijden en de afwezigheid van familie en vrienden.

“Veel mensen zouden willen dat ze, zoals ik, kunnen praten over deze dingen en dat ze hulp kunnen krijgen, want het heeft natuurlijk een enorm stigma, en het grootste deel van de wereld zou willen dat zulke issues niet bestonden. Veel mensen kunnen dus niet over hun problemen praten, maar ik vind dat heel schadelijk. Ik heb veel geluk dat ik de dingen kan uiten, naar buiten kan laten, die erg giftig voor me zouden zijn als ik ze binnen zou moeten houden.”

Luisteren naar The Most Lamentable Tragedy is voor mij een oefening in zelfwaardering; alsof een vriend me een vriendelijke duwtje geeft en zegt: ‘Ik snap je, vriend’. Het heeft me ook geholpen om te zien dat bipolair zijn niet alleen een vloek is, dat mijn verhaal geen verdoemde ellendige tragedie is. Ik kan mijn eigen verhaal schrijven – met geluk, vrolijkheid en vol energie. Niet alleen ondanks mijn mentale ziekte, maar ook dankzij mijn probleem.