FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Hoe hard het zuigt om in een band te zitten die altijd op tour is

Geen geld, slecht eten en schijten op een ranzig toilet.
Ryan Bassil
London, GB

Foto's: Chris Bethell

Een klein flesje wordt over de tafel geschoven. “Probeer dit,” zegt de gast tegenover me. Het flesje lijkt op een transparante deodorantroller gevuld met een helder goedje. “Wrijf het over je slapen,” legt hij uit. “Het is acid!”

De jongen van het hallucinerende spul is Matt en hij is bandlid van The Growlers – een vijfkoppige band uit Californië die, ondanks dat ze afgelopen nacht zowel twee bandleden als een creditcard en een rijbewijs zijn kwijtgeraakt, goed gehumeurd is. En ook dronken, zo lijkt het: ze dragen crop tops met het logo van de band, drinken tequila uit de fles en spuiten met een plastic vis passerende voetgangers nat, en dit gebeurt allemaal nog vóór iemand überhaupt gedacht heeft aan ontbijten.

Advertentie

We zijn onderweg naar Bristol, waar ze ophoeken met de Zuid-Londense band Fat White Family and the Wytches. The Growlers zijn veel op tour – ze brachten vijf albums uit sinds ze begonnen in 2006 – en dit is het tweede optreden tijdens hun tocht door Engeland. Hiervoor speelden ze in Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, België, Spanje en Zweden. In november komen ze weer naar Europa om hetzelfde te doen en tussendoor spelen ze nog een aantal gigs in de Verenigde Staten.

De bands hebben me uitgenodigd om te ervaren hoe het is om on the road te zijn, en om te zien of het leuk is om benzinepompen te bezoeken met toiletten die zes maanden in het jaar niet op slot kunnen. Maar op dit moment ben ik meer bezig met de vraag of ik wel of niet per ongeluk acid heb genomen.

Dus leun ik achterover, en wacht ik geduldig af.

En dan realiseer ik me wat voor naïeve idioot ik ben om te geloven dat je high kan worden door een soort crème op je huid te smeren.

Er wordt een hoop gekkigheid uitgehaald onderweg. Eén moment van onoplettendheid en –flats!, de inhoud van een tweeliterfles water wordt boven je hoofd leeggegoten, of er wordt in je tepels geknepen (of je vraagt je af waarom er geen vliegende dinosaurussen boven de snelweg cirkelen, overtuigd van het feit dat je voor het eerst in je leven acid hebt genomen). Dit zijn maar een paar voorbeelden van ontelbare uren rondhangen met dezelfde vijf gasten in één en dezelfde krappe ruimte; en voor een tijdje lijkt het leuk. Maar er zit duidelijk een keerzijde aan het leven van een rondreizende band – eentje die het onderscheid maakt tussen bands die een passie hebben voor muziek, touren en verschrikkelijk slecht eten en bands die liever financieel binnenlopen en uren schrijven.

Advertentie

“Ik verdien ongeveer tien keer zoveel als zij,” vertelt Dr Kiko, de tourmanager. Kiko was vroeger een apotheker en rijdt nu bands rond. Hij werd aangehaald in twee tracks van Mogwai en is helemaal weg van bands die bij All Tomorrow’s Parties speelden. Twee leden van The Growlers hebben een tatoeage van zijn naam. En hij heeft op zijn beurt ‘Los Growlers’ ergens op zijn lichaam laten zetten. Dr Kiko is een fascinerende verschijning maar het voelt vreemd en ontmoedigend wanneer je nadenkt over het feit dat de meeste tourbands straatarm zijn terwijl de mensen die voor hen werken veel geld verdienen.

Afgezien van wat onkruid wieden bij het huis van een vriend, hebben de bandleden niet echt werk thuis. Scott – de drummer – filmt en is video-editor, maar dat was het wel zo’n beetje. Als we aan het ontbijt zitten, besluiten ze dat het tijd is om hun cv’s te gaan verspreiden zodra ze weer thuis zijn. Maar als ik frontman Brooks Nielson vraag of hij denkt dat ze een kans maken, is het antwoord: “Nope, wij zullen geen baan vinden”.

Dus touren, niet meer, niet minder. De band zal tegen het einde van het jaar honderden shows gespeeld hebben. Ze overleven op snacks, breedband internet en twee-voor-de-prijs-van-één-deals bij tankstations. Ze doen dit een aantal maanden per jaar, spenderen tussendoor een paar weken thuis en doen dan alles weer opnieuw, van begin tot het eind. Deze cyclus hebben ze in principe gevolgd vanaf het moment dat ze als band bij elkaar kwamen, acht jaar geleden in een kustplaats in Californië.

Advertentie

Als we uiteindelijk aankomen in Bristol, met een lichte, acidachtige hoofdpijn, is de keerzijde van vijf maanden rondreizen en shows spelen duidelijk zichtbaar. Je hebt geen idee waar je eigenlijk bent of waar je heengaat – niet echt tenminste. Je stapt ergens binnen voor een soundcheck, je zoekt naar iets normaals om te eten, speelt een show en gaat weer terug naar je hotel of tourbus. En weer door naar de volgende bestemming. Je kunt niet ronddwalen en onderdeel uitmaken van de (sub)cultuur. Je kunt je niet gedragen als een band zoals in de videoclips en geld van een dak af smijten. Alles wat je ziet zijn steeds dezelfde backstagemuren, dezelfde chips en dezelfde roadies, die er allemaal uitzien alsof ze een kloon zijn van één en dezelfde dikke bebaarde gast in een Tool-shirt.

Dit is het moment waarop jij met je kloterige 9-tot-5 baantje bij de Praxis of Intratuin, zegt: ‘Fuck you, bands reizen de hele wereld over en spelen de vetste shows voor een uitzinnig publiek terwijl ik hier tot mijn oksels in de afgeprijsde tuinhandschoenen sta.’

Maar dit is slechts de halve waarheid. Je speelt goede shows, maar je hebt er ook een paar verdomd slechte, deprimerende tussenzitten. De volgende dag zijn we in Liverpool en The Growlers hebben een kater. Ze waren niet blij met het optreden in Bristol, en je merkt duidelijk wat voor weerslag dat heeft op de moraal. Brooks heeft de hele reis op de vloer van het busje liggen slapen, niemand is dronken en iedereen lijkt doordrenkt van melancholie. De lunch bestaat uit whatever de fuck de tankstations in Liverpool vandaag te bieden hebben. Het is natuurlijk beter dan een hoop baantjes, maar aan het magere loon kleeft een permanent sinister gevoel; aan de muffe lucht en de sleur van het tourleven ontsnap je niet door aan het einde van de dag uit te klokken.

Advertentie

We kijken een poosje naar The Wytches – de donkere, zware grunge masseert onze oren. En dan is het wederom tijd voor The Growlers om het podium te betreden.

Veel livebands zijn vrij monotoon; ze klinken hetzelfde als op hun album, kijken wat verveeld voor zich uit en je hebt het gevoel geen enkele connectie met ze te maken behalve dan dat je een paar woorden van hun nummers kent. Maar The Growlers is een band die het verdient om live gezien te worden. Niet alleen klinken ze goed, Brooks zou zijn eigen programma moeten hebben; zijn gevatheid en grappen zijn beter dan de meeste televisieshows.

The Growlers mag dan een geweldige band zijn, met goede platen, liveshows, en geweldige mensen, maar door met ze op tour te gaan heb ik ontdekt dat het niet uitmaakt hoe goed je bent: touren is vrij klote als je geen geld hebt.

Natuurlijk zitten er ook leuke kanten aan. Maar het is ook uitputtend; twee dagen hebben mij meer kapot gemaakt dan welk festival dan ook. We moeten drinken en proosten op de duizenden bands die nu on the road zijn, en daardoor geen normaal eten tot hun beschikking hebben, niet kunnen schijten op een schoon toilet en met dit alles maar net genoeg geld verdienen om te kunnen overleven. Dit zijn de bands die het doen omdat ze belichamen wat het betekent om in een band te zitten.

De redenen waarom je nooit zult neuken als je op tour bent