FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Partykoning van een cross-overpaleis

Precies 25 jaar na zijn eerste grote housefeest verschijnt het boek TED, het bizarre leven van partygoeroe Ted Langenbach. Het boek is nog niet uit, maar lees hier alvast een hoofdstuk.

Begin deze maand gaf Noisey een feest in Rotterdam waar we onze favoriete spelers uit het nachtleven van de stad bij elkaar lieten komen. Natuurlijk ontbrak daar niet de man met de eeuwige zwarte baard: Ted Langenbach, die met zijn Now&Wow Rotterdam en de rest van Nederland op zijn kop zette. Precies 25 jaar na zijn eerste grote housefeest verschijnt het boek TED, het bizarre leven van partygoeroe Ted Langenbach, geschreven door journalist Anton Slotboom. Op 2 december is de presentatie in seksclub White's (natuurlijk in Roffa), het boek is hier te bestellen en lees nu alvast het hoofdstuk Partykoning van een cross-overpaleis. Laat dat nou precies over de begintijd van Now&Wow gaan.

Advertentie

'Op dinsdagen kwamen we met het creatieve team in de Maassilo bij elkaar’, zegt Koos Hanenberg. Ted presenteerde dan het komende feest. ‘Het thema is zaterdag Flirt, dus ik wil neukende konijnen zien’, zei hij dan. De decorclub ging vervolgens aan de slag, net als het meisje van de visuals dat op zoek moest naar beelden van konijnen in films van regisseurs als Fellini, Pasolini en Borowczyk. Op zaterdagmiddag kwam Ted het resultaat bekijken. Had hij een goed humeur, dan vond hij alles oké. Zo niet, dan kwam hij heel anders binnen. ‘Dat zijn toch geen konijnen! Ach, ach! Het wordt niks, helemaal niks!’ Dan zat hij beteuterd op een stoeltje in dat enorme gebouw, helemaal alleen. ‘De konijnen zijn verkeerd. Dit zijn beffende konijnen, ik wil neukende konijnen!’

Ted: ‘Soms zagen Pietra en ik op zaterdagmiddag dat het niet klopte. Trapte ik het hele decor in elkaar, lieten we alles weer afbreken en een nieuw decor bouwen. Het moest kloppen met wat in mijn hoofd zat.’ Hij lacht beschaamd. ‘Het was niet aardig, nee. Ik was op die momenten een soort tiran. Ik was aardig en tolerant, maar kon ook uit mijn dak gaan. Die decadentie kon ik me gewoon veroorloven. Soms lieten we de mensen nog een uur in de rij staan omdat het decor nog niet klaar was.’

In 1999 is het Lloydkwartier nog een spookgebied in een verlaten en vergeten deel van de stad. In een oud pakhuis uit 1912, een betonnen kolos van twintigduizend vierkante meter groot met de naam St. Jobsveem, huist alleen nog een stuntman. ‘We waren druk bezig met de ontwikkeling van plannen voor dat gebied’, zegt de toenmalige cultuurwethouder Hans Kombrink.‘We wilden dat Veronica naar de stad zou komen, en later ook MTV. De audiovisuele bedrijvigheid moest op gang worden gebracht, maar het zag er niet naar uit dat dit snel van de grond zou komen. Er was een enorme transformatie nodig, een stevig proces waarvoor ook een wijziging van het bestemmingsplan nodig was. Dat zou tijd gaan kosten.’

Advertentie

De zakenpartners van Ted, Koos Hanenberg en Ger Koedam, ruiken hun kans. Zij voeren de gesprekken met Kombrink die moeten leiden tot een nieuwe locatie, een eigen plek voor Ted. Het pand dat zij voor ogen hebben is weliswaar groot, smerig en afgelegen, en vraagt flinke investeringen voor aanpassingen, maar St. Jobsveem is een droomlocatie. ‘Ik bleef bij de gemeente drammen dat het onze plek moest worden’, zegt Hanenberg. Kombrink: ‘Er was gedoe in de stad. Is hier wel genoeg te doen? Kan het niet wat levendiger? Mensen hadden het gevoel dat we achterliepen op andere steden. Nou, laat er dan maar wat gebeuren, dacht ik. Ik vond Ted een interessante, gekke snuiter die met zijn feesten een hele nieuwe formule had ontwikkeld. Een smaakmaker, het type creatieve geest dat we in een stad als Rotterdam nodig hadden. Kleurrijk en met ideeën. Dat intrigeerde me.’

‘Ik ging er kijken en vond het meteen fantastisch’, zegt Ted, ‘maar er waren ook andere kandidaten. Zij vonden het verschrikkelijk toen ik uiteindelijk aan het langste einde trok en van de gemeente feesten mocht gaan organiseren.’

In de opmaat naar 2001, het jaar waarin Rotterdam samen met Porto Culturele Hoofdstad van Europa zal zijn, is het klimaat voor dit soort nieuwe avonturen gunstig. ‘Dat we culturele hoofdstad zouden worden gaf een bredere context waarin nieuwe initiatieven een goede voe- dingsbodem kregen. De komst van Now & Wow paste in die stemming’, concludeert Kombrink. ‘Het gebied kon de geluidsoverlast van een club bovendien goed hebben. Er was wel bedrijvigheid en kunstenaar Hans Citroen woonde er, maar het bleef beperkt en de overlast viel redelijk te regelen. Dus sloten we een contract.’

Advertentie

Ted kan zijn geluk niet op. Hanenberg en Koedam tekenen voor vijf jaar, worden eigenaren en investeren in de verbouwing, Ted wordt op zijn negenendertigste creatief directeur. In het Maastheater gaat hij nog even door, maar met de feesten in de Cruise Terminal stopt hij onmiddellijk. Op 14 augustus 1999 debuteert hij in St. Jobsveem met MTC Relax; waar onder meer Erick E, Gene Farris en de dan nog onbekende Tiësto draaien. Bezoekers zijn enthousiast over de spraakmakende nieuwe locatie. Stemmers op uitgaanswebsite Partyflock vinden het feest of goed, of zeer goed, of geweldig, en onvoldoendes worden simpelweg niet uitgedeeld.

Wel spelen bezwaren van bewoners, toch opvallend in het dunbevolkte gebied, het initiatief meteen parten. Een van de eerste dos- siers die op het bureau van de nieuwe burgemeester Opstelten belanden, is er een met protesten tegen de komst van Now & Wow. Hanenberg: ‘Opstelten zei: ‘Ik ga het oplossen, maar via de koninklijke weg’. Wat dat dan inhield? ‘Nou, op de nette manier’, zei hij, ‘maar die club komt er.’ En dat gebeurde ook.’

De klachten strooien wel even zand in de motor. Ted vraagt een evenementenvergunning aan en zet een milleniumfeest neer in St. Jobsveem en het Maastheater. De gasten pendelen met boten tussen de twee locaties. Acht maanden later dan gepland gaat Now & Wow pas definitief open. Met een jong team van talentvolle designers, decorbouwers en performers begint Ted dan eindelijk aan het meest ambitieuze avontuur van zijn leven.

Advertentie

Tijdens de eerste avonden staat Ted boven in een apart kantoortje balletjes te trappen. Als hij er meer dan tien inschiet, weet hij dat het een succesvolle avond wordt. Eerder durft hij niet in de zaal te kijken. ‘Now & Wow had een aanloopperiode nodig’, zegt Ted. ‘We dachten zelfs even aan stoppen, omdat er maar twee-, driehonderd mensen binnen waren. Dat was veel te weinig voor zo’n grote locatie. We waren het succes van MTC en Superbimbo gewend.’

‘De zaal was al drie, vier maanden open toen de teller voor het eerst duizend mensen aantikte’, zegt Michel de Hey, die op die eerste succesvolle nacht zelf draait. ‘Toen kwam alles samen. Opeens was er met Now & Wow een nieuwe club waarin de dingen totaal anders werden aangepakt op een megavette locatie in Rotterdam. House was aan het boomen, een nieuwe lichting dj’s maakte de stad heel interessant en er stond een nieuwe generatie op die uit ging. House werd breder én groter. Toen de mensen Now & Wow eenmaal ontdekten en de bekendheid ook buiten de stad groeide, werd Now & Wow een knallend succes. Voor veel men- sen was het dé club. Al snel konden ze de aantallen bezoekers niet meer kwijt. De aantrekkingskracht was enorm.’

Mode, muziek, film, kunst en theater smelten in St. Jobsveem samen op feesten als Flirt, Electric Ballroom en Lolita Klup. Een van de successen is Speedfreax, een feest in samenwerking met Joost van Bellen dat in Rotterdam en Amsterdam plaatsvindt en waar UK garage gedraaid wordt. Dat begint op de eerste editie achter een gordijntje, maar vanaf editie twee is ook dat raak. Waar in Amsterdam een paar honderd man op die formule afkomen, zijn dat er in Rotterdam een paar duizend.

Advertentie

‘Speedfreax in Rotterdam werd legendarisch’, zegt Joost van Bellen. ‘In Amsterdam was het een select grachtengordelfeestje, maar in Rotterdam kreeg het opeens street credibility. Het leek wel of alle kinderen van de Verenigde Naties erop af kwamen. Alles liep door elkaar heen. Die fees- ten werden stuk voor stuk hoogtepunten, ze belandden allemaal in mijn Top 10.’

‘Zo’n succesvol feest maakte ik maar zelden mee’, zegt Hanenberg. ‘Ted en Joost waren helemaal overdonderd. In Amsterdam kwamen er misschien drie-, vierhonderd mensen, hier waren dat er drieduizend. Het stond buiten tien rijen dik.’ Ted: ‘We werden bijna angstig van die grote massa’s. We wisten gewoon niet wat we met dat succes aanmoes- ten. Van de politie hoorden we soms dat de Maastunnel al verstopt was als Joost zijn eerste plaat nog moest opzetten. Waar eindigt dit, dachten we.’

‘In Amsterdam lukte het bijeenbrengen van zoveel culturen zelden’, vervolgt Van Bellen. ‘Als het al zo ver kwam, was er vaak rottigheid. Het werd agressief. In Amsterdam wonen Surinamers in de Bijlmer en Marokkanen in West, maar Rotterdam was een stuk multicultureler.’

Nadat de RoXY in 1999 is afgebrand en de iT in 2002 sluit, wordt Amsterdam door Rotterdam helemaal van de kaart geveegd, volgens Van Bellen. ‘In Amsterdam sloeg de vertrutting toe, er waren alleen nog feesten in de RAI. Terwijl Rotterdam floreerde.’

‘In Amsterdam hing een hele andere sfeer dan in Rotterdam’, zegt Marlies Dekkers. ‘Dat kwam omdat in plaatsen als Londen, New York en Amsterdam een wel- varende gemeenschap zat, de priviliged people. Zij brachten een bepaald soort sfeer met zich mee, net wat decadenter. In Amsterdam kwamen er geen allochtonen naar feesten, in Rotterdam wel. Het lukte niet goed in de grote wereldsteden, het moest een beetje aan de rand plaatsvinden om dat te kunnen laten gebeuren. Daar zaten de mensen die voor die sfeer zorgden. Als je deze feesten nu in New York of Hong Kong zou geven zou het een gigantisch succes worden. Dit soort feesten is wat de mensen willen, nu, over tien jaar, over vijftig jaar. Rotterdam was bijna z’n tijd vooruit.’

Advertentie

Honderdvierenzeventig culturen komen er over de vloer, verkondigt Ted tevreden. Hij is dolblij met zijn bezoekersschare. In zijn ogen groeit Now & Wow uit tot een cross-overpaleis dat zijn gelijke niet kent. ‘We werden toonaangevend in Nederland en vervolgens ook in Europa.’

‘Alle remmen gingen los’, zegt dj Mike Redman, die in St. Jobsveem boven in de kleinere zaal gewaagdere platen draait voor een select publiek. ‘Het was heel overweldigend. In elke hoek was iets te doen, waar je ook in het gebouw kwam. Er werd zó veel werk in gestoken.’

Dat blijft niet onopgemerkt. Het ontvangen van prijzen wordt routine, het geven van interviews ook. De pers komt massaal naar het geheim zoeken en betitelt Rotterdam net als Joost van Bellen als dance-stad nummer één. Terwijl het zweet van duizenden mensen iedere zaterdag weer van de muren druipt, en de decibellen de bezoekers die het gelukt is om binnen te komen om de oren slaan, predikt Ted wat hij altijd predikt: een goede nacht uit is een mix van muziek, theater, kunst en mode. Een nacht die nooit voorspelbaar is en altijd verrast.

Now & Wow wordt uiteindelijk zo’n succes dat in 2000, 2001 en 2002 vier verzamel-cd’s verschijnen die als warme broodjes over de toonbank gaan. Deze worden gemixt door DJ Lacroix, Quinten de Rozario, Benny Rodrigues, Joost van Bellen, Roog en Erick E. Now & Wow is dan al zo’n dominant merk dat de naam MTC in de koelkast wordt gezet.

Advertentie

‘Mensen kwamen echt naar St. Jobsveem om iets mee te maken’, zegt Pietra Ligura. ‘Ze wilden iets beleven wat anders was dan anders. Alleen licht, geluid en een dj was dus niet genoeg. Wij dachten in sferen: theater en decors waren voor ons in Now & Wow enorm belangrijk. Mensen kwamen elke zaterdag om te zien wat we nu weer verzonnen hadden. Ze kwamen bovendien af op de sfeer van vrijheid en acceptatie, want dat is waar we voor stonden. Dat klinkt tegenwoordig heel politiek correct, maar we bedachten echt niet vooraf dat we multiculturele feesten zouden gaan geven. Dat er zoveel verschillende mensen op af kwamen ontstond spontaan, door de combinatie van muziek, decors, performances en sfeer.’

‘Bij elk feest gingen we uit van creativiteit’, bevestigt Ted. ‘We dachten niet in culturen. Al die verschillende mensen identificeerden zich gewoon met de manier waarop wij de maatschappij op de hak namen.’

‘Er waren natuurlijk ook mensen die juist helemaal niet naar Now & Wow wilden’, zegt Ligura, ‘maar naar de Hollywood Music Hall. Zij vonden onze feesten maar raar en veel te extravagant. Ze dachten: wat moeten we met die Turkse olieworstelaars op dat podium? Jongens in zwarte broekjes die elkaar overgoten met olijfolie? Met een vrouw als scheidsrechter tussenin?'

‘Pietra was verschrikkelijk belangrijk voor Now & Wow’, zegt Hanenberg. ‘De identiteit van de feesten werd niet door de grote namen van dj’s gevormd, maar door de styling. Dat deed zij. Zij voelde Ted gigantisch goed aan en kon als geen ander inhoud en vorm geven aan wat ze samen hadden bedacht. Ted kon gewoon niet zonder haar. Hij werd in St. Jobsveem nooit écht volwassen. Hij kwam naar de feesten toe met een trommeltje waarin zes bruine boterhammen zaten, en een pakje karnemelk. Hij dronk geen druppel, at geen vlees en zelfs toen we een contract tekenden met Heineken en er bij die gelegenheid champagne werd geschonken, nam hij niets, nog niet een beetje.’

Advertentie

Ted ziet ook wel dat veel bezoekers van zijn feesten op zijn minst een pilletje nemen. ‘De elite, jong, oud, iedereen gebruikte. Ik had daar geen moreel oordeel over, maar voor mijzelf was het de uitdaging om te zien hoe ver ik kon komen zonder iets te nemen. Ik was er ook niet nieuwsgierig naar. Niet naar XTC en ook niet naar die andere troep. Drugs vond ik maar een maniertje.'

'Ik vond Ted een kunstenaar’, zegt Hanenberg. ‘Hij had een top fingerspitzengefühl. Hij kwam bijvoorbeeld niet voor niks met die konijnen op de proppen. Daarachter schuilde een enorme belevingswereld. Op de een of andere manier voelde hij dat er iets speelde in de maatschappij. De jonge meisjes met kostschoolrokjes achter lesbankjes die hij neerzette, en dat ondeugende gedoe met zweepjes, dat had hij goed gezien. De naam Now & Wow was ook zo goed gevonden. Dat woord, wow, hoorde je even later overal! In de kern van de zaak was Ted briljant en daarom werd hij zo succesvol.’

In 2001 verkoopt Hanenberg het Maastheater voor ‘goud geld’ aan een Gooise zakenman, wat het einde van Superbimbo op die plek betekent. ‘Koos Hanenberg nam Ted en mij weleens mee naar restaurants als Parkheuvel’, zegt Joost van Bellen. Hanenberg gaat slordig gekleed, maar houdt scherp in de gaten dat er geld wordt verdiend. Van Bellen: ‘Koos zag eruit als een zwerver, laten we eerlijk zijn, en daar gingen we dan mee naar een Michelin-restaurant. Dan werden we aan een tafel ergens apart gezet en zei ik tegen Koos: ‘Nou, we worden hier wel ver van andere mensen geparkeerd.’ ‘Ja, maar ze kennen me hier’, antwoordde hij. ‘Ze weten dat we over zaken komen praten.’

Advertentie

‘We belandden ook in clubs van Rotterdamse havenbaronnen en zagen dingen waarvan ik helemaal niet wist dat ze bestonden’, vervolgt Van Bellen. ‘Koos was een avonturier van hier tot Tokyo. Een geweldig type dat zomaar business class naar een Afrikaans land zou kunnen vliegen, bij aankomst de bus pakt en in een kroeg gaat zitten met alle locals en zo binnen een dag alles wel geregeld heeft. Iets wat anderen nooit zouden durven. Hij vertelde mooie verhalen over zijn huis in Georgië, aan de Zwarte Zee. Dat hij ’s nachts de golven tegen het huis hoorde bonken. Dat vond ik prachtig.’

‘De sfeer in Now & Wow was extreem underground en Berlijn-achtig’, zegt Nastaran Razawi Khorasani, een van de performers van Now & Wow en tegenwoordig actrice in het theater. ‘Bezoekers voelden dat ze echt even ergens anders waren. Het was een compleet andere wereld.’

Net als veel andere performers wordt Nastaran door Ted en zijn vriendin zelf gescout. ‘Ik was vijftien jaar oud en aan het uitgaan in Now & Wow toen Pietra me opeens begon te fotograferen. Ik had geen idee waarom, maar een week later stond ik in Off-Corso op de dansvloer toen ik Ted zelf tegenkwam. Ik had alleen geen idee wie hij was en vond hem eigenlijk vooral een freak. Hij sprak me aan: ‘Ik ben de artistiek directeur van Now & Wow en jij staat op onze volgende flyer.’

Dat had met haar wenkbrauwen te maken, lacht Khorasani. Ted is gefascineerd door de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo, en ziet dat Kahlo en zij dezelfde wenkbrauwen hebben. ‘Ted vond het van een grote schoonheid om één doorlopende wenkbrauw te hebben in plaats van twee losse. Zelf vond ik het maar niks. Ja, mijn ouders vonden het ook mooi, maar dat accepteerde ik natuurlijk niet. Om nou juist die wenkbrauwen op een flyer te zetten? Maar van Ted mocht ik me nooit meer scheren. Hij had écht een fetisj voor haar.’

Het is een bijzondere gang van zaken voor een vijftienjarig meisje. ‘Ik was een puber en vond het te gek dat ik opeens op de gastenlijst werd gezet. Dat was een enorm ding. Als je niet in de rij hoefde te staan maar door mocht lopen was je écht cool.’

Na haar debuut op de flyer sluit Khorasani bij Now & Wow aan als performer. Voor de danseres met islamitische wortels gaat niet veel te ver, hoe heftig de acts die Ted verzint soms ook zijn. ‘Het ging om veel meer dan dansen alleen. Als ik in Now & Wow een militair moest spelen, was ik ook echt een militair. Op een keer stond ik in een boerka op het podium. Een rode, korte boerka met een bos schaamhaar op mijn huidkleurige panty genaaid, terwijl ik op stiletto’s stond. Tijdens de Ramadan nota bene! Ik ben geen islamitisch meisje, maar vond het wel heftig. Ik kreeg ook scheve gezichten van moslims of Arabische mensen in de zaal. Niet dat zij daar mochten zijn tijdens de Ramadan, zo krom was het dan ook wel weer. Dat provoceren, daar hadden Ted en ik een klik in. Ik was ook een rebel.’

Na vijf jaar loopt het contract af, maar op basis van evenementenvergunningen mag Ted nog even door. Op 31 december 2003 staat het laatste feest in Now & Wow op het programma: whatyouneedisjustabeat, met dj’s als Benny Rodrigues, Jack de Marseille, Lacroix en Laidback Luke. De volgende dag later wordt Ted wakker met een naar gevoel. Hij moet zijn club definitief verlaten en het is zakenpartner Hanenberg niet gelukt om een nieuwe locatie te vinden. Een deal met de Van Nelle Fabriek is even eerder op het allerlaatste moment afgeketst, een bittere pil.

Ted is verontwaardigd. ‘Er was weer geen locatie voor mij. Hadden we met Now & Wow een club die superbekend was, tot over de landsgrenzen, hield het weer op omdat projectontwikkelaars en de politiek hadden verzonnen dat er woningen moesten komen. Mensen die daar voor zeven ton een appartement gingen bestieren pasten wel in het bestem- mingsplan, maar wij niet meer. Terwijl Now & Wow ondertussen wel cultureel erfgoed was geworden.’

‘Ted had de beste club gemaakt die Nederland ooit gehad heeft’, mijmert Hanenberg. ‘Een legendarische plek. Rijen, iedere week weer. Tweeënvijftig weken per jaar.’