FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Sell out: een terugblik op punkbands uit de jaren ’90 die bij een major label tekenden

Als punkband was het een doodzonde om de stap naar mainstream te wagen.

Als je er nu op terugkijkt lijkt het misschien dom en zielig, maar in de jaren negentig was de term ‘selling out’ iets dat mensen enorm serieus namen. Als je destijds als punkband een manier zocht om je trouwe fans van het eerste uur over de rooie te krijgen, hoefde je alleen maar een contract te kennen bij een major label. En als je als punkband ook echt de stap naar mainstream maakte, was het hek helemaal van de dam. DIY-zalen als 924 Gilman in Berkeley weigerden acts te boeken die bij een groot label waren getekend. Er zijn ook talloze nummers over dit onderwerp geschreven en ja, Reel Big Fish wist er ironisch genoeg nog een hitje uit te persen.

Advertentie

De stap naar mainstream is nooit goed ontvangen en werd vaak gezien als een belediging naar degenen die de bands uit de krochten van de underground hadden getrokken. Of het debuut bij het grotere label nou een succes of een flop werd, de fans van het eerste uur staken sowieso hun middelvinger op, alsof ze daarmee zeiden: ‘we steunen jullie, maar ook weer niet zo erg dat jullie kunnen stoppen met je baan bij McDonald’s!”

Uiteindelijk kwam het internet, waardoor alles populair en niks meer winstgevend werd. Maar voordat de bubbel van de muziekindustrie knapte, wist punk mensen nog flink op de kast te jagen door met commerciële bullshit te komen.

Drive Like Jehu – Yank Crime, Interscope (1994)

Niveau van punkverontwaardiging: 4/10

Het gerucht gaat dat toen Rocket from the Crypt bij Interscope tekende, frontman John Reis erop aandrong dat ze ook zijn posthardcore side-project Drive Like Jehu zouden tekenen. Het zou in ieder geval een goede verklaring zijn voor het verschijnen van Yank Crime bij een grote platenmaatschappij. De kans is natuurlijk klein dat er een kopie van het album bij Interscope aan de muur hangt, naast alle gouden platen van Eminem en Maroon 5, maar dat zou eigenlijk wel zo moeten zijn. Dit album is misschien het wildste en meest baanbrekende album ooit dat door de mazen van de grote platenlabels heen is geslipt. Het is een album dat zijn tijd ver vooruit was. Uiteraard werd de band het jaar daarop opgeheven, zoals wel vaker gebeurt wanneer dit soort bands bij een groot platenlabel tekenen, maar twee decennia later proberen bands nog altijd de sound van Yank Crime te evenaren.

Advertentie

Green Day – Dookie, Reprise (1994)

Niveau van punkverontwaardiging: 7.5/10

Dookie heeft alles verknald. Punkers overgieten dit album het liefst met benzine, om het vervolgens in de fik te steken. En met een goede reden: er zijn zo’n 20 miljoen kopieën van verkocht, wat het album een van de best verkochte albums aller tijden maakt, net onder Purple Rain van Prince en Off the Wall van Michael Jackson. Laat dit gegeven even goed tot je doordringen: een album dat vernoemd is naar een hoop stront verkocht net zoveel als een Academy Award-winnende soundtrack van Prince.

De grotere problemen die door het succes van Dookie werden veroorzaakt, kwamen pas jaren later aan het daglicht. Het is Dookie die de weg plaveide voor toekomstige generaties radiovriendelijke poppunk, van bijvoorbeeld Blink-182 en New Found Glory. Het album creëerde ook een klimaat waarin major labels bands als Jawbreaker tekenden.

Dit alles even daargelaten, die drumintro op het album is toch wel het begin van iets vets. Dat moeten je durven toe te geven. Het lukte Green Day om de perfecte lijn tussen Californische poppunk en alternatieve rock uit de jaren negentig te bewandelen. Daarbij maakten ze ook nog eens een onbetwiste klassieker. Hierna ging het bergafwaartse met de band, van het nog acceptabele Insomniac uit 1995 tot het nietszeggende commerciële album American Idiot en de daaropvolgende driedelige conceptalbums. Ze zijn, zo kan je zeggen, te dicht langs de zon gevlogen, met hun vleugels gemaakt van D4-riffjes.

Advertentie

Bad Religion – Stranger than Fiction, Atlantic (1994)

Niveau van punkverontwaardiging: 9/10

Het is tijd voor een verhaaltje: ooit in de jaren negentig leunde er een keer in een heel klein punkzaaltje in New York een jongetje tegen een muur, met een Bad Religion-patch op zijn jas. Boven de naam van de band had hij met een marker het woord ‘OLD’ geschreven. Zo erg haatten Bad Religion-fans de tweede fase van de bands carrière, een fase waarin ze albums uitbrachten op major labels. Ze wilden alleen naar de oude Bad Religion luisteren en vooral Stranger Than Fiction werd als een grove belediging gezien. Met dat album maakte de band van Epitaph de oversteek naar Atlantic (wat nogal een deal moet zijn geweest, als je zelfs bereid bent om er het label van een van je bandgenoten voor te verlaten). Op dit album staan ook de bekendste singles van de band, Infected en Stranger Than Fiction. Achteraf gezien is dit het meest catchy album van de band..


Jawbox – For Your Own Special Sweetheart, Atlantic (1994)

Niveau van punkverontwaardiging: 6.5/10

Jawbox heeft veel te danken aan Jawbreaker, die de klappen opving als “band die door iedereen geassocieerd wordt als sell-out – en wiens naam met ‘Jawb’ begint.” Dat maakt hun punkmisdaden er niet minder ongehoord op. Vooral niet gezien het feit ze het ontzettende DIY-label Dischord Records van Ian Mackaye vervingen voor Atlantic. Ze waren een van de twee enige bands, samen met Shudder to Think, die Dischord Records groot konden maken. Zoals je je kunt voorstellen bij zo’n progressief album, gooide de band niet echt hoge ogen bij het grote publiek. Kort nadat ze werden gedumpt door Atlantic ging Jawbox uit elkaar. Laat dat een goede les zijn. Net als dat je niet zomaar een vis in een aquarium kan gooien, kunnen bands van Dischord zich niet zomaar in de major label wateren storten. Temper je selling-out een beetje, wil je?

Advertentie

ALL – Pummel, Interscope (1995)

Niveau van punkverontwaardiging: 3.5/10

ALL waren de zielepieten die altijd alles over zich heen kregen. In de ogen van de punkers zijn ze altijd schuldig geweest, omdat ze niet de Descendents waren. Dus toen ze op miraculeuze wijze hun weg vonden naar Interscope brachten ze hun degelijke album Pummel uit. Hoewel het niet hun beste werk was (er waren wel wat goede nummers, zoals Million Bucks, Long Distance en Breakin’ Up) gebruikten ze het geld dat ze eraan verdienden om de opnamestudio The Blasting Room in Colorado te openen. In die studio heeft drummer Bill Stevenson verschillende punknummers geproduceerd, waaronder Everything Sux van de Descendents. Dat is tenminste iets.


Jawbreaker – Dear You, Geffen (1995)

Niveau van punkverontwaardiging: 9/10

Nadat Green Day enorm succes had met Dookie, renden de recordlabels naar de plaatselijke Lowie Kopie’s, om massa’s miljoenencontracten te printen, die ze begonnen uit te delen aan de deuren van punkzalen aan de Westkust van de VS alsof het flyers waren. Jawbreaker kwam toen net terug van een tour met Nirvana, waardoor veel fans zich zorgen gingen maken dat ze door major labels werden benaderd. En raad eens? Dat gebeurde inderdaad.

In plaats van uit elkaar te gaan, wat eigenlijk het plan was, tekenden ze een miljoenencontract met DGC Records (van Universal Music Group) om Dear You uit 1995 uit te brengen. De kritiek van de fans op het album was natuurlijk dat het ‘gelikter’ klonk dan hun vorige werk. “Gelikter” is punkjargon voor ‘ik ben boos, fuck you, band die ik leuk vind!’ Er werd gezegd dat het publiek van Jawbreaker tijdens de show op de grond met de rug naar de band zou gaan zitten als er nummers van Dear You werden gespeeld.

Advertentie

Nu we allemaal als verstandige, rationele wezens onze woede over Dear You aan de kant kunnen zetten, hoeven we niet meer boos te zijn dat het niet klinkt alsof het is opgenomen via de telefoon en is het tijd om te accepteren dat dit het slimste en meest volwassen album van Jawbraker is. Op dit album kwam Blake’s gave voor inktzwarte poëzie goed uit de verf en nummers als Accident Prone en Jet Black zetten belangrijke stappen voor de emoscene, net als bands als Sunny Day Real Estate en Texas is the Reason. Million klinkt als een zichzelf wegcijferend verhaal over de relatie met hun label. Sluttering (May 4th) is het beste nummer over 4 mei.

Hoe goed het ook was, het was geen MTV-lieverdje zoals Dookie. Denk eens na hoe vaak je de Basket Case video heb gezien, in vergelijking met die van Fireman. Inderdaad. Dear You verkocht 40 duizend kopieën en dat is maar een paar duizend minder dan het aantal wat Green Day het jaar daarvoor verkocht. Een enorme faal voor het label. Kort daarna ging de band uit elkaar en shirts zijn nu heel veel waard op eBay.


Less Than Jake – Losing Streak, Capitol (1996)

Niveau van punkverontwaardiging: 5/10

Met alweer een voorbeeld van de muzikale overmoed van halverwege de jaren negentig verdiende Less Than Jake uit Florida goed aan de kortstondige affaire tussen Amerika en ska. Die tijd met The Mighty Migthy, Bosstones en ehm, dat ene nummer van Reel Big Fish. Ze verruilden Asian Man en No Idea voor Capitol, voor hun derde release Losing Streak. Oh oh wat een verassing. Jullie jaren negentig-ska freaks hebben misschien wat meer geld moeten neerleggen bij Free Record Shop (rip), maar daar kregen jullie dan wel een sick album voor terug.

Advertentie

The Offspring – Ixnay on the Hombre, Columbia (1997)

Niveau van punkverontwaardiging: 3/10

Het derde album Smash van The Offspring verkocht belachelijk goed. Met elf fucking miljoen kopieën is het een van de best verkochte onafhankelijke albums ooit. Het bracht zo veel geld op voor Elitaph Records, waar het werd uitgebracht, dat het voor jaren financiële zekerheid heeft gezorgd. Het zorgde er alleen wel voor dat de oprichter van het label Brett Gurewitz (die Bad Religion verliet om zich op het label te richten) er kapot aan ging. Hij scheidde van zijn vrouw en pikte een paar nare verslavingen (aan crack en heroïne, onder andere).

Dus drie jaar later vertrok The Offspring voor het volgende album Ixnay on the Hombre naar Colombia. Iets wat Gurewitz zich, naar eigen zeggen, erg persoonlijk aantrok. Omdat de band met het eerste album al zoveel geld had verdiend dat ze er een zwembad mee konden vullen (of op z’n minst mensen inhuren die tegen ze zeiden dat hun dreads er goed uitzagen) werd het niet per se gezien als sell-out, maar eerder als een slimme, zakelijke zet.

Het album Ixnay verkocht goed (drie miljoen exemplaren) maar valt in het niet vergeleken met de 11 miljoen exemplaren van Smash. Tien miljoen albums daarvan liggen op de bodem van de tweedehands cd bakken in Amerika.


Blink-182 – Enema of the State, MCA (1999)

Niveau van punkverontwaardiging: 10/10

Man oh man, wat lagen mensen met hun hanenkammen in de knoop door dit album, en door deze band in het algemeen. Iedereen moest een fucking mening over Blink hebben na hun tweede album Dude Ranch (wat technisch gezien op indielabel Cargo Records én major label MCA uit werd gebracht). Van de langdurige fans die ze sell outs noemen tot het Maximum Rock’n’roll-publiek dat überhaupt helemaal niks met deze clowneske en beschamende kant van punk heeft.

Advertentie

De discussie of Blink-182 wel of niet punk dood heeft gemaakt, bereikte met Enema of the State een recordhoogte waarbij zelfs aan Sex Pistols-frontman Johnny Rotten werd gevraagd wat hij van de band vond. Zijn antwoord daarop was: “Is dat niet dat groepje debielen? Ze zijn het voorbeeld van een clown-act. Ze zijn zo slecht dat ze prima vaste gast zouden kunnen zijn bij Saturday Night Live. Dat bedoel ik als de ultieme belediging.” Harde woorden van de man die ooit reclame voor boter maakte.

Kunnen we nu eindelijk, na vijftien jaar, eens als rationele volwassenen over dit album over klysma’s en diarree nadenken? Enema lijkt nog redelijk braaf vergeleken met de Sum 41s en Avril Lavignes uit het begin van de 21ste eeuw. Er zijn na de release van dit album nog veel meer gruweldaden in de naam van punk gepleegd.

Misschien, mede omdat we weten dat deze band uiteindelijk is gezonken tot een groep volwassen mannen die kibbelen over een paar zielige juridische kwesties, kunnen we beseffen dat het vijftien jaar geleden allemaal zo slecht nog niet was. Hoe het ook zij, objectief gezien is er niks echt ‘fout’ aan het album. Behalve misschien dat de kinderachtige humor op het album soms grenst aan vrouwenhaat (“I need a girl that I can train.”). Wat trouwens ook wel catchy klinkt, stiekem.


H2O – Go, MCA (2001)

Niveau van punkverontwaardiging: 2/10

H2O bracht hetzelfde album drie keer achter elkaar uit. Toen maakten ze nog een vierde, en brachten dit op een major label uit – niemand die het opviel of ook maar iets interesseerde.

Advertentie

Rancid – Indestructible, Warner Bros. Records (2003)

Niveau van punkverontwaardiging: 8/10

Rancid wijkt een soort van af. Kijkend naar hun carrière zou je denken dat hun ‘commerciële’ periode midden jaren negentig was, toen ze Roots Radicals op SNL speelden en MTV telkens Salvation of Ruby Soho draaiden. Het valt te betwisten of dat echt hun commerciële fase was, maar ze bleven toen in ieder geval loyaal aan Epitaph Records. Dat wil trouwens niet zeggen dat major labels ze niet wilden hebben – dat wilden ze zo graag dat Rancid waarschijnlijk een A&R-gast van Epic overhaalden om een blauwe mohawk te nemen.

Na een lange periode bij Epitaph, met vijf albums tot hun ondergewaardeerde gelijknamige album uit 2000, deed Rancid waar ze altijd ferm tegen waren geweest: ze tekenden bij Warner Bros. Records, een major label. Nou ja, op z’n minst werd hun distributie daar gedaan. Ze waren nogal vaag over de details, zoals je je kunt voorstellen. Het eerste album dat daar uitkwam, Indestructible, had geen Warner-logo op de hoes.

Dit album boeide de fans niks, zoals je al wel begrijpt. En ook de cameo’s van Kelly Osbourne en die Good Charlotte-gast in de video van hun single Fall Back Down trokken niet de aandacht van de punks. Het meer poppy-geluid van het album kwam door de directe invloed van Warner, vonden ze. Maar waarschijnlijk had een distributiedeal met een major label geen enkele invloed op het schrijven van liedjes, het was gewoon niet echt een bijzonder album. De labelwoede rondom Rancid is waarschijnlijk uitgedoofd omdat de meeste mensen die naar de band luisterden nu zo rond de vijfenveertig jaar oud zijn.

Advertentie

The Distillers – Coral Fang, Sire (2003)

Niveau van punkverontwaardiging: 6/10

Liefde laat je rare shit doen. Neem bijvoorbeeld Tim Armstrong van Rancid, die bleef zijn hele leven weg van grotere labels. In hetzelfde jaar dat hij scheidde van zijn vrouw Brody Dalle in 2003, tekenden zij en haar band The Distillers bij Sire Records. Ook in dat jaar tekende Rancid bij Warner, en brachten ze een album uit vol met liefdesverdrietliedjes. Misschien was dat album wel een agressief-passief-post-break-up-carrière-oorlogsding. Misschien waren we allemaal wel pionnen in een punkspel tussen Tim en Brody. We zullen het nooit weten. Een ding is zeker: iemand schreef ergens op de verkooplijst van Sire dat The Distillers ‘Rancid voor meisjes’ was.


The Ataris – So Long, Astoria, Columbia (2003)

Niveau van punkverontwaardiging: 0/10

Fijn voor ze hoor, dat ze ook een album bij een major label uit hebben gebracht.


Saves the Day – In Reverie, Dreamworks (2003)

Niveau van punkverontwaardiging: 7/10

Nadat ze de zieltjes van poppunk- en hardcore-kids hadden gewonnen met hun eerste twee releases bij Equal Vision, werden ze met hun derde album Stay What You Are wat softer, een album waarmee ze bij The Late Late Show en Conan belandden. Daarna maakten ze de stap naar Dreamworks en brachten daar hun toen meest popachtige album uit. Je kunt dit moeilijk een punkalbum noemen, was het niet dat ze een punkverleden hadden. Ze speelden steeds vaker regelrechte popmelodieën (frontman Chris Conley verkondigde in die tijd dat hij helemaal gek was op The Beatles). Het album boeide Dreamwork geen ene reet omdat de band een week later verkocht werd aan Interscope. Saves the Day werd in dat proces gedumpt. Nu, tien jaar later, zijn ze terug bij Equal Vision –poppunk is een eindeloze cirkel.


Cave In – Antenna, RCA (2003)

Niveau van punkverontwaardiging: 3.5/10

If there’s one thing Cave In have proven, it’s that they literally could not give a fuck. They will make an insane, totally out-there hardcore record like Until Your Heart Stops, the first ten minutes of which are the most ridiculously punishing snippet of hardcore ever committed to tape. But then two years later, they’ll follow it up with Jupiter, a trippy space-rock album from another planet (Jupiter, probably), completely unrecognizable from their previous work. So when RCA signed the band for their 2003 release, Antenna, they had to have known they were rolling the dice on these Boston dudes. What the label got was an imperfect experiment from an ex-hardcore band reaching for some semblance of radio-friendliness. The album got a good promotional push but ultimately fell flat at the hands of a label who didn’t know how to market these weirdo geniuses. RCA and Cave In split thereafter and the band was welcomed back into the loving indie arms of Hydra Head Records where they released two often forgotten albums of absolutely bonkers technical aggression, Perfect Pitch Black and White Silence. And all was right in the world.