FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Waarom Gucci Mane de meest invloedrijke rapper van het afgelopen decennium is

Zelfs toen hij nog in de bak zat, was Gucci Mane overal om ons heen.

Image by Alex Cook

Zelfs toen hij nog in de bak zat, was Gucci Mane overal. Hij is de meest invloedrijke undergroundrapper van het afgelopen decennium, en misschien wel de meest invloedrijke rapper ooit. Daarom is het zo jammer om te zien dat het hem niet lukte om crossover-successen te behalen zoals bijvoorbeeld Lil Wayne, Jay Z of Drake. In de jaren negentig lieten verkoopcijfers de waardering voor gangsterrap zien, maar rond de jaarwisseling, met de opkomst van illegaal downloaden, was het enthousiasme voor het werk van Gucci veel vluchtiger – en dus makkelijker te negeren.

Advertentie

De geschiedenis is nooit een uitgemaakte zaak, maar de positie van Gucci voelt onzeker. Natuurlijk zijn er aanwijsbare redenen waarom zijn muziek zoveel verdeeldheid oproept: zijn discografie bevat een flinke lading misogynie en straatrapclichés. Tegelijkertijd wordt zijn werk ook net zo clichématig bekeken: hij wordt gevierd als maffe gast met een kleurrijk karakter, of heel eendimensionaal gezien als vertegenwoordiger van de straatrap als geheel.

Tien jaar na het uitbrengen van Trap House, blijkt zijn invloed veel dieper te zitten dan die van zijn tijdgenoten. Hiphop wordt overspoeld met zowel amateuristische als professionele discipelen van Gucci. Young Jeezy, die vergelijkbaar succes heeft, kan dat niet zeggen. Misschien dat iemand wel geïnspireerd raakt door zijn succes of ervaringen, maar uit zijn muziek zal niet veel meer ontstaan. Uit het werk van Gucci ontstaan nieuwe ideeën. Op het cv van Jeezy staat geen Mike Will of Waka Flocka – artiesten die direct onder Gucci's voogdij opkwamen. Jeezy heeft geen nieuwe generatie sterren geïnspireerd, terwijl Gucci een voorbode was voor mensen als Migos en Chief Keef. Niemand van het label CTE is zo snel omhoog geschoten als Young Thug, nadat hij tijd had doorgebracht onder Gucci's vleugels.

Young Thug associeer je eerder met Lil Wayne dan met Gucci, maar het is geen verrassing dat Gucci hem als eerste in de gaten had. De twee zijn tegenpolen van de straatrap rond de eeuwwisseling. Lil Waynes muziek was exceptioneel: hij speelde moeiteloos met woorden, op het hoogste niveau.

Advertentie

Gucci daarentegen bagatelliseert constant elke suggestie dat hij een rapper van de woordkunst is: ‘Damn, Gucci lyrical!' Naw, I ain't lyrical/ But my bracelet is crazy, but my necklace is hysterical’. Deze tegenstelling suggereert geen verschil in kwaliteit tussen Gucci en Wayne, maar een verschil in ideologie. Gucci’s stijl ging over zijn relatie met het publiek, maar was ook een doel op zich: een manier om te verbinden in plaats van te overtreffen. Misschien is deze aanpak terug te leiden naar een interview dat hij gaf in het tijdschrift Murder Dog, na het succes van Icy. Hij werd geboren in Alabama en verhuisde naar Atlanta toen hij negen was. “Deze shit gaat zo snel, ik pas me snel aan,” zei Gucci over Atlanta. “Ik zit in het oosten van de stad op school. Ik mix alles wat ik zie met hoe ik praat, mensen vinden het gewoon tof. Dat is mijn stijl. Ik ben een plattelandsjongen en een stadsjongen in één.”

Dit verklaart Gucci’s mompelende manier van rappen en zijn aspiraties om het te maken. Maar het is meer dan dat. Hij is niet dom, maar ongepolijst. Voor een plattelandsjongen die zich aanpast aan de muziekindustrie is woordkunst geen doel, maar een tactiek om de aandacht van het publiek vast te houden. Op zijn piek (grofweg 2007-2010) was elke verse het beste moment van elk nummer waar hij op meedeed.

Het personage dat Gucci aannam, was gebouwd op toegankelijkheid en authenticiteit, niet op tekstuele kunde: ‘All Nas needs is one mic, all I need is one stove’, rapte hij in 2009 op Dope Boys. De slordigheid waarmee hij rapte had iets democratisch: hij zorgde dat de zinsbouw paste bij de ideeën in plaats van andersom. Dat was een bijwerking van een economische realiteit: om rappers met meer geld en connecties in de muziekindustrie een stapje voor te zijn, maakte Gucci gewoon meer muziek dan anderen. Maar hij kon die leegte niet opvullen met waardeloze raps – elke zin moest ertoe doen. De ganbare aanpak van de muziekindustrie, waarbij één album achter de schermen tot in de puntjes geperfectioneerd wordt, werd opzij geschoven en in plaats daarvan kwam er een improviserende Gucci die publiekelijk experimenteerde met elk nummer dat hij uitbracht. Hij bedacht zo een hele reeks variaties, net verschillend genoeg om ze één voor één belangrijk te maken. Zo bleef zijn output in balans en hield hij ook zijn naam hoog als een van de meest productieve boegbeelden in de rapwereld.

Advertentie

Zijn discografie blijft uitbreiden, en elke nieuwe plaat haalt je blik op het geheel helemaal onderuit. Hij maakte de weg vrij voor het volgende decennium van de straatrap, en liet zien hoe je succesvol kan worden zonder de gangbare weg naar succes te gebruiken. Hij is een soort van anti-Wayne: wat hij deed is volgens Gucci makkelijk na te doen. Het is moeilijk om zijn artistieke impact te evenaren – maar de rest is makkelijk.

Er zijn best veel innovatieve aspecten van Gucci die nog niet eens aan bod zijn gekomen: hij komt bijvoorbeeld uit de eerste generatie die de uitdaging van muziek maken in het tijdperk na de superproducers aanpakte. Hij creëerde zijn eigen hooks en concepten met één enkele producer (Zaytoven), en niet met de A&R’s en songwriters die de Neptunes of Lil Jon gebruikten (nog een voorbeeld van hoe hij hiphop democratisch maakte).

Gucci’s verhaal wordt, meer dan dat van Wayne, gekenmerkt door de menselijke kant van zijn autobiografie – ook al kennen we dat verhaal vooral van de vreemde kant. Je hoort het in nummers als Frowney Face uit 2009, waarin hij het heeft over de conflicten met Big Cat, zijn vorige label, en zijn ruzie met Young Jeezy: ‘Two tear drops under my eye because I wish some days I could cry / But to lose my self-respect, my nigga, I would rather die’. Zijn verhaal is er een van onopgeloste haatgevoelens tegen de samenleving als geheel, tot en met het gevangenissysteem aan toe – wat ook verklaard waarom hij een brede doelgroep aansprak, een fanbase die maar al te vaak als ‘abnormaal’ wordt gezien.

De reden waarom ik hier zoveel schrijf over Gucci, heeft te maken met de aard van zijn kunst, die een enorme impact maakte, terwijl hij toch alle regels brak. Daarnaast is zijn relatie met zijn fans historisch gezien uniek. Zijn albums verkochten goed, maar kwamen niet in de buurt van de cijfers die rappers als Lil Wayne of Drake haalden. En toch werd hij zo groot als een straatrapper kan worden, zonder dat hij mainstream werd. Sommigen gebruiken het argument dat ‘het gewoon turn-up muziek is’, maar dat idee laat enorme delen van zijn discografie volledig liggen, en degradeert hem tot een soort cynische hitjeszoeker die zoveel mogelijk airplay op de radio wil.

De laatste jaren was Gucci's muziek nog steeds erg goed, maar heel wat minder urgent dan in de eerste vijf jaar van zijn carrière. Dat neemt niet weg dat hij al meer dan tien jaar een van de meest betekenisvolle en consistente stemmen in de hiphop is. Een artiest met zo’n enorme en ingewikkelde discografie, waarvan we nog maar amper het topje van de ijsberg kennen – en bovenal een artiest wiens invloed blijft doorbeuken in de komende generaties.