FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Groningen is zo vuig dat sommige muzikanten uit zelfbescherming de stad ontvluchten

Groningers teren op nachtelijke energie, daar moet je maar tegen bestand zijn.

Loneliness clarifies. Here silence stands
Like heat. Here leaves unnoticed thicken,
Hidden weeds flower, neglected waters quicken,
Luminously-peopled air ascends;
And past the poppies bluish neutral distance
Ends the land suddenly beyond a beach
Of shapes and shingle. Here is unfenced existence:
Facing the sun, untalkative, out of reach.

Eenmaal voorbij Zwolle is de reis naar Groningen zo’n beetje als het gedicht Here van Philip Larkin, die hierboven de treinrit naar Hull beschrijft. Verlatenheid brengt vaak helderheid, dingen voelen onaantastbaar, buiten bereik. Maar de onverstoorbare, herenboerse onafhankelijkheid van Groningen gloort en glittert aan de horizon als een discobal.

Advertentie

Groningen heeft altijd de artistieke evolutie van de buitenwereld opgenomen op een creatievere en, ja, meer rock-’n-rollmanier dan veel andere Nederlandse steden. Dit moet iets te maken hebben met de combinatie van een oude universiteit in een relatief geïsoleerde stad. Het idee van excentriciteit, van ‘anders zijn’. Elke nieuwe lichting studenten heeft een seismisch effect op een deel van de lokale bevolking. Stel je de stad zonder universiteit voor. Een dorp met een historische band met de zee, of getekend door de sterke handelsbetrekkingen met Duitsland? En, andersom, waar zouden de studenten aan hun kicks moeten komen? Een avondje uit in Delfzijl? Dit is niet de Randstad. Groningen is op zichzelf aangewezen. Dit is een stad met een lange traditie van lol maken met bescheiden middelen. Er zijn vele voorbeelden, en niet alleen van de laatste 50 jaar. Denk bijvoorbeeld aan de Timbertown Follies, een buitengewoon populaire variété-act bestaande uit Britse soldaten en matrozen van de Naval Brigade, geïnterneerd in Groningen in 1914 na hun aftocht uit Antwerpen.

De woestheid is diep geworteld in Groningen. Vergeet de zottigheid van Eurosonic/Noorderslag, dat in veel opzichten niet meer is dan een zakenconferentie met gehypte bandjes en gesubsidieerd bier – in Groningen is het leven diep verankerd in de nacht. Er lopen een paar stervelingen rond die ik nog nooit in het daglicht ben tegengekomen. Het echtpaar Svetkoff Lamps (een fijne, rauwe noise-act) bijvoorbeeld. Als ik dan toch die paar rockers overdag tegen het lijf loop, lijkt het of ze net uit hun cryogeen bevroren toestand zijn ontwaakt (Ben uit Vox, Frank uit Propellor/Accadians, ja, ik heb het over jullie). Dikwijls lopen ze in een outfit die bij een poolexpeditie niet zou misstaan.

Advertentie

De Groningse rockers gedijen in het donker. Ze prefereren vuig en louche, ze teren op nachtelijke energie. Of je nou teruggaat naar 1957, 1966 of 1978, het is altijd zo geweest. Simplon, Crowbar, O.R.K.Z., zelfs Albertus Magnus… Krontjong Devils, I’m looking at you. Internationaal befaamd luitist en rock-’n-rollbeest Jozef van Wissem vertelde mij ooit dat hij in de jaren tachtig naar New York emigreerde, om te ontsnappen aan zijn "wild sort of life" als eigenaar van De Klok in Groningen. Kun je nagaan: je gaat luitspelend de wereld over, teneinde Groningen te ontvluchten voordat de stad je om zeep helpt.

Maar mijn indrukken van alternatieve subculturen van Groningen waren nooit gebonden aan ‘hotspots’, podia, of een of ander onmisbaar evenement. Zoals met elke onvervalste subcultuur moet je ervoor open staan, je laten meevoeren. Je moet je realiseren dat het niet gaat om die ene club of plek, maar meer om de steeds veranderende mix van mensen, de dynamiek en het talent dat ze meebrengen. Een paar dagen informeren en kletsen (en platen kopen) in de Oosterstraat of het Kattendiep helpt je aardig op weg. Een bezoekje aan O’Ceallaigh’s voor een praatje met Peter Kelly. Fysieke, sociale dingen. De twee Jannen bij Elpee kunnen je tips geven over de juiste, de eerlijkste muziek. Dit zijn de mensen die ‘alternative spaces’ in Groningen mogelijk maken, waar je elkaar kunt vinden en diepzinnig over muziek kunt praten. Je hebt totaal niet het idee dat je je tijd zit te verkwanselen.

Bovendien: het kan zomaar gebeuren dat er een spontaan optreden plaats vindt (een van Peters folksessies, bijvoorbeeld). Het kan ook zijn dat je pardoes een obscure Hondurese pop-lp koopt bij een van de Jannen (ja, Hondurese pop uit de jaren zestig – ik heb de plaat nu in mijn handen). Nog interessanter zijn de locaties waar je mensen tegen het lijf loopt als Wymer Vaatstra van de legendarische rockband Vox Von Braun, of de briljante KIN, een banneling uit Manchester. Zij is altijd wel in voor een praatje over Nietzsche, of over haar laatste plaat. En dan zijn er de jongens van WOLVON: Ruben en Ike. Zij runnen ook Lepel Concerts met hun makker Sjors, waarmee ze momenteel in De Gym programmeren. Het zijn goeie jongens, al zouden ze zo vaandrigs van de gevreesde vikingkoning Harald Hardråde kunnen zijn. Trouwens, het is mede aan Lepel te danken dat de scene van Groningen zo rauw, degelijk en positief blijft. Ze hebben een gezonde dat-regelen-we-gewoon-mentaliteit: optredens zijn in een mum van tijd gefixt. De houding doet denken aan de punkdagen van Simplon en het begin van Vera.

De muziekcultuur van Groningen bestaat uit diverse kunstuitingen, en alternatieve muziek is daarin de hoofdmoot. Bijvoorbeeld bij galerie With Tsjalling. Vandaag de dag focust hij zich op de handel in alternatieve en vernieuwende kunst, maar Tsjalling was ook één van de oprichters van Subroutine Records. Even binnenstappen bij de SIGN galerie/expositieruimte is altijd de moeite waard. Zeker tijdens ES/NS, wanneer ‘party people’ Subbacultcha en de Academie voor Popcultuur uit Leeuwarden daar een vette programmering neerzetten.

En dan zijn er nog de dichters, die avonden vol muziek en – ja, u raadt het al – poëzie organiseren. Oude stadsdichter Joost Oomen en zijn dichtersleger zijn altijd de moeite waard, omdat Joost een aantal krankzinnige literaire obscuriteiten op zak heeft. De nieuwste stadsdichter Kasper Peters ziet eruit alsof hij alleen maar wilde bessen en rauw vlees eet. Dat ligt aan zijn poëtische geest, denk ik. Het is ook leuk om te babbelen met deugdelijke studentikoze types tijdens de Nacht van Kunst en Wetenschap, over welk popevenement straks aan de beurt is. Of artiesten als Siebe de Boer ondervragen over wat zijn volgende verknipte video wordt. Praten met sceneheads als Richard Sottong over waar hij drumt, fotografeert, toert of managet. Groningen blijkt in staat mensen de ruimte te geven om productief te leven, binnen het ongedwongen bohemien-karakter van de stad. In Groningen draait alles om je verdiepen. Op de een of andere manier kun je de stad niet vatten in een app.