FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Appelsap 2015: De veelbewogen en bij vlagen gênante carrière van Mobb Deep

Als je straks op Appelsap bent, zal niemand zo hard klinken als de lamme en de blinde.

Genoeg mensen zullen flink hebben gefronst bij het zien van Mobb Deep op de line-up van Appelsap 2015. Wat de fuck hebben deze gasten op een ‘Fresh Music Festival’ te zoeken? Gasten die al vijftien jaar geen relevante muziek meer hebben uitgebracht en wiens geloofwaardigheid tot onder het nulpunt is gezakt? Klopt allemaal, maar toch. Als je straks op Appelsap bent, zal niemand zo hard klinken als de lamme en de blinde.

Advertentie

New York, winter 1991. Run-D.M.C. bezoekt het hoofdkantoor van Def Jam, het label dat de ruimte deelt met hun management. Als ze door de schuifdeuren naar binnen wandelen, stuiven twee dwergen langs. De grootste van het stel gilt van opwinding, de kleinste heeft een wapen in zijn handen. De pubers in kwestie heten samen Mobb Deep en kwamen voor een platencontract. Dat kregen ze niet. Wel schoten ze een medewerker van Def Jam neer. Een ongelukje: ze vroegen de arme donder om Slick Rick-posters, daarbij voor de grap zwaaiend met een doorgeladen pistool. Dat vervolgens afging. Kan gebeuren. Vier jaar later was het gewenste platencontract er toch en verscheen The Infamous, het tweede album van het uit Queensbridge afkomstige duo. Het waren de gouden dagen van wat nu op feestjes en in Spotify-playlists ‘nineties hiphop’ wordt genoemd, maar toen bij gebrek aan voortschrijdend inzicht nog gewoon hiphop heette. Wu-Tang kwam twee jaar eerder met haar legendarische debuut; Nas volgde in 1994 met Illmatic; Biggie schudde haast argeloos Ready to Die uit zijn mouw en Jay-z zat ergens in een studio eindeloos te pielen aan de coupletten die Reasonable Doubt zouden gaan vormen. In dat rijtje klassiekers hoort ook The Infamous.

Wat de toen twintigjarige knapen van Mobb Deep vooral onderscheidde van hun collega’s was het ontbreken van enige subtiliteit. De thematiek: vecht-, schiet- en moordpartijen. Voor leuke woordgrapjes of dichterlijke uiteenzettingen hoefde je niet bij de Havoc en Prodigy te zijn.

Advertentie

Thuisbasis Queensbridge was in Amerika het grootste housing project, waarmee bedoeld wordt: gigantische aan elkaar geregen flats met louter sociale huurwoningen van het armoedigste soort. Minimale voorzieningen, kleine ruimtes ingericht op grote gezinnen. De criminaliteitscijfers waren structureel astronomisch hoog. Geen fijne plek om op te groeien, kortom, maar daarmee wél een uitstekende voedingsbodem voor rapmuziek van het rauwere soort. Ook Nas komt er vandaan.

De agressie die in hun buurt bijna tastbaar was, wisten de jongens van Mobb Deep kundig tot liedjes te transformeren. Ze klonken niet alsof ze op het punt stonden om iemand in elkaar te meppen, maar alsof ze zojuist al de zolen van hun Timberlands aan het gezicht van een voorbijganger hadden afgeveegd en daar nu op volstrekt onverschillige toon verslag van deden. ‘Mobb Deep simply report what they know’, schreef het toen nog gezaghebbende tijdschrift The Source in een jubelrecensie. ‘Rock you in your face, stab your brain with your nosebone,’ dreigt Prodigy bijvoorbeeld op Shook Ones Pt. II.

Stoere taal voor een nogal gemankeerde jongen. Met zijn 1.68 is Prodigy weliswaar de grootste van het duo, hij lijdt al vanaf jongs af aan aan sikkelcelanemie. Deze bloedziekte zorgde ervoor dat hij vrijwel altijd groen van pijn zag en als puber meer ziekenhuizen dan meisjeskamers van binnen inspecteerde. Over zijn jeugd vertelde hij eens: ‘I’d be screaming in pain in the emergency room and they would literally lock me in back room because they were telling me to be quiet. Nurses calling security on me, telling me they’re going to kick me out of there if I don’t quiet down. I’m 12 years old, you know? Ook in zijn in 2011 verschenen autobiografie ging Prodigy uitgebreid in de op gevolgen van de ziekte. Een van de voornaamste kwellingen blijkt: bedplassen.

Advertentie

Alsof het nog genoeg was dat Prodigy permanent op instorten stond, ontwikkelde Havoc al vroeg een drankprobleem. Mobb Deep, kortom, is een beetje de rapversie van de lamme die de blinde helpt.

Om de misère compleet te maken, stierf Prodigy’s vader aan de gevolgen van aids en zakt Havoc’s broer in een depressie die uiteindelijk zelfmoord als gevolg zou hebben. Tot overmaat van ramp flopte het vaak over het hoofd geziene debuut Juvenile Hell (compleet met hilarische pareltjes als deze ode aan achterwaartse liefde). Platenmaatschappij 4th & B’way bedankte de heren vriendelijk voor bewezen diensten en verzocht dringend geen contact meer op te nemen. Terug in Queensbridge en geen cent rijker beseften de jeugdvrienden dat het roer om moest. Tot die tijd was Prodigy hoofdverantwoordelijke beats, terwijl Havoc de teksten voor zijn rekening nam – hij schreef meestal ook de coupletten van zijn kompaan. De twee doken de studio in en begonnen geheel opnieuw. Prodigy leerde Havoc hoe te samplen, Havoc leerde Prodigy hoe je eigenlijk teksten moet schrijven. Nog geen twee jaar later was Prodigy een gevierd mc, en Havoc een van de meest bejubelde producers van de jaren negentig. Zijn werk heeft wel wat weg van Wu-Tang’s RZA of de recht-toe-recht-aan boombap van Pete Rock. Belangrijkste verschil is dat Havoc’s beats vooral uitblinken in grimmigheid.

In 1996 verscheen Hell On Earth, een zo mogelijk nog donkerder album, met klassiekers als Drop A Gem On ‘Em en G.O.D. part III, een nummer dat luisteraars wereldwijd nu al zo’n negentien jaar inspireert tot breed lopen en kwaad kijken. In 1999 werd ook Murda Muzik nog goed ontvangen. Daarna ging het snel bergafwaarts. Prodigy kon Havoc’s beats amper meer de baas en begon steeds meer als een vermoeide Vietnamveteraan te klinken. Ook het imago van de jongens liep wat deuken op. Er was het radio-interview waarbij de dienstdoende dj Prodigy vroeg of het klopte dat hij dat jaar al drie keer van zijn juwelen beroofd was. Niet echt goed voor je geloofwaardigheid als je eigenlijk in elk couplet dat je ooit uit je strot kreeg je eigen onoverwinnelijkheid bezingt. Het feest was compleet toen Prodigy het aan de stok kreeg met Jay Z, en laatstgenoemde bij wijze van plaagstoot een foto van hem in een balletoutfit met de wereld deelt. Natuurlijk, een allerschattigst pakje, maar een en ander sluit niet helemaal aan op het door opmerkingen als ‘My pops taught me how to shoot a gun when I was seven’ gecreëerde imago. Problemen met de fiscus dwongen Prodigy ook nog zijn huis te verkopen en met zijn vrouw bij vrienden in te trekken. Een avontuur onder de vleugels van gezworen Mobb Deep-fan 50 cent leverde weinig op. In 2008 werd Prodigy veroordeeld voor illegaal wapenbezit. Het vonnis: een kleine drie jaar celstraf.

Ook vrind Havoc ging ondertussen door een dal. Hij dronk zoveel dat platenmaatschappijen nog wel met Prodigy wilden werken, maar geen heil meer zagen in Mobb Deep als duo. Schaamtevol en schuldbewust bekende Havoc zijn wangedrag op het depressieve You Always Have a Choice. Verder ontwikkelde hij zich vooral tot vermoeiend figuur. Hij kreeg het zelfs voor elkaar het aan de stok te krijgen met zijn oude kompaan als hij stomdronken op Twitter inlogt, zich daarbij bedienend van de moeder aller gênante jongetjesbeledigingen: jij bent homo (huh huh huh). Verder horen we even niet veel van Havoc, als je het incident rondom zijn naaktfoto’s buiten beschouwing laat (ik hoop dat je daar niet op geklikt hebt. Indien je dat wel hebt gedaan: goor hè?). Inmiddels is het twintig jaar geleden dat het even sombere als sobere The Infamous verscheen. Om dat te vieren brachten ze vorig jaar een nieuwe plaat uit en touren ze nu de wereld over. Hele generaties zijn immers schatplichtig aan de tweede plaat van Prodigy en Havoc. Toen Kendrick Lamar eens naar zijn voorbeelden werd gevraagd, wees hij resoluut naar Mobb Deep.

Critici zullen zeggen dat de New Yorkers al vijftien jaar geen echt relevante muziek hebben uitgebracht en de geloofwaardigheid van het duo tot ver onder het nulpunt is gezakt, en dat klopt. Ze zullen vervolgen dat pogingen tot experiment en verdieping varieerden van ongemakkelijk tot ronduit gênant. Dat klopt ook. Maar het mooie is: het dondert niet. Toegegeven, je staat straks bij Appelsap naar twee vroegbejaarde dwergen te kijken waarvan de ene misschien zo dronken is dat hij continu omvalt en de ander misschien zo ziek dat hem weleens hetzelfde zou kunnen overkomen. Maar ook dat maakt eigenlijk niets uit. Ze hoeven immers Surival of the Fittest maar te doen en je beseft: ik ben in het gezelschap van grootheden. Niemand klinkt zo hard als de lamme en de blinde. En voor je het weet, sta je net zo boos te kijken als de rest.

De in 2011 verschenen autobiografie van Prodigy staat in zijn geheel op YouTube als luisterboek, ingesproken door niemand minder dan de auteur zelf, die voor de gelegenheid zijn debuut maakt als voice-actor. Ook de stroeve dialogen neemt hij in zijn eentje voor zijn rekening. Het resultaat is hilarisch en duurt maar liefst 13,5 uur, maar dan weet je ook wat: dat Prodigy altijd zo onzeker is geweest over zijn gebit bijvoorbeeld, evenals alles over die ene keer dat een gozer in Queensbridge van het dak van een flat werd gemieterd. Mobb Deep staat 8 augustus op Appelsap. Het gaat dan los in het Flevopark in Amsterdam waar Noisey ook een podium zal hosten. We begrijpen het als je zo snel mogelijk kaartjes wilt halen, dus dat kan HIER. Vandaag zijn ook de laatste namen bekendgemaakt. Komen ze: Rich Homie Quan (US), Sef, Snakehips (UK), ESTA (US), Stormzy (UK), Ronnie Flex, SFB, Yung Felix, FS Green, Mocromaniac en Hannah Faith.