FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Als jij denkt dat Deafheaven pioniers zijn, dan ken je Alcest niet

Alcest is geen kopie van Deafheaven, dit is de band die hén van mosterd heeft voorzien. En hun nieuwe plaat is te gek.

Eén ding is zo vroeg in 2014 al zeker: Alcest heeft niet het metalalbum van het jaar gemaakt. Dat ligt niet aan de matige kwaliteit van het nieuwe album Shelter, wel aan het simpele feit dat er geen spoortje metal meer te vinden is op dit album van de metalband die het ooit was. Luister maar even mee. Alcest anno 2010 klonk namelijk zo:

En deze maand brachten ze dit uit:

Hee, postrockende gitaren gevolgd door een barrage van blastbeats en ijzig geschreeuw, wist Deafheaven zich hiermee niet vorig jaar in menig eindejaarslijstje te wurmen? Jazeker. Maar wat je waarschijnlijk nu denkt, klopt niet: dit is geen kopie van Deafheaven, dit is de band die hén van mosterd heeft voorzien.

Advertentie

Alcest uit Frankrijk kan worden gezien als één van de pioniers van de blackgazesound die eigenlijk de credits verdient voor het succesvol combineren van wonderschone gitaartapijten met de basiselementen uit de blackmetal gereedschapskist. Wat zij deden, was een gedurfde onderneming, aangezien blackmetal van oudsher een van de meest reactionaire en haatdragende genres op aarde is.

En dus niet Deafheaven.

Sterker nog, de combi van postrock/shoegaze en blackmetal was jaren geleden al gesneden koek in metalland. Net toen deze over haar hoogtepunt heen leek, steeg Deafheaven met Sunbather op naar de muzikale stratosfeer waardoor tegenwoordig hele volksstammen weten wat blackgaze is. Het kan verkeren.

Het is vooral Deafheaven die van het pionierswerk profiteert. Dat zij ervan doorgaan met alle honneurs heeft vooral te maken met timing: niet alleen vele metal-oren, maar ook meer avontuurlijke muziekliefhebbers waren al gewend aan deze sound. Bovendien heeft Deafheaven iets wat alle andere vergelijkbare bands niet hebben: een wereldplaat. Daarnaast is een ander cruciaal element van belang: wat veel mensen tegenstaat aan metal is het theatrale aspect. Het werkt al gauw op de lachstuipen. Alcest heeft dan wel geen Eftelingmetal-imago , hun muziek mag beslist sprookjesachtig worden genoemd. Bovendien zien de heren er live uit als musketiers die hun zwaarden hebben verruild voor gitaren. Deafheaven brengt deze sound naar de stad, laten we het urban black metal noemen. Dat de heren eruit zien alsof ze rechtstreeks zijn weggelopen uit een of andere modereportage – we vermijden even het H-woord- werkt beslist niet in hun nadeel. Het is eerder een recept voor een gegarandeerde hype.

Lullig voor Alcest zou je denken, maar kernlid Neige hoeft niet al te lang te treuren over het succes van die dekselse Amerikanen. Deafheaven mag dan wel bergen hebben verzet als het gaat om de emancipatie van blastbeats en ijzige screams, voor veel luisteraars zijn deze stijlelementen toch iets teveel van het goede. U prefereert namelijk de serene klanken zonder de herrie? Alcest anno 2014 biedt precies dat:

De sound is echt volkomen vertrouwd voor Alcest liefhebbers, alleen de metal is in geen velden of wegen te bekennen. Er zullen er wel een paar afhaken, omdat Alcest zijn metalroots heeft verlaten of nu niets vernieuwends meer doet. Jammer voor hen, Shelter is prachtig. Wie intro Wings voor het eerste hoort zou kunnen denken dat we hier te maken te hebben met een nieuwe Sigur Rós plaat. Die appel valt dan ook niet heel ver van de boom. Shelter is opgenomen in IJsland door Birgir Jón Birgisson, de producer van, jawel, Sigur Rós. De connectie tussen beide groepen is zo logisch als wat. Beiden blinken uit in het vervaardigen van de soundtrack voor Midden-aarde. Maar waar Alcest de teugels heeft laten vieren, schakelde Sigur Rós afgelopen jaar met Kveikur juist een aantal tandjes bij. Sigur Rós is nu officieel meer metal dan Alcest. De volgende logische stap in deze muzikale kruisbestuivingstijd is wellicht dat Sigur Rós op de volgende plaat met blastbeats op de proppen komt en dat Jónsi zelfs een voorzichtige ijzige gil op de wereld loslaat. Ik zou het toejuichen.

De naam Alcest zal in ieder geval nog vaak vallen als het gaat om de fusie van blackmetal en postrock, waarbij en passant vermeld wordt dat de man nu een fijne dreampop plaat heeft gemaakt. Tel uit je winst.