FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Herinneringen aan de seventies: een interview met de Amerikaanse schrijver Will Hermes over punk, Patti Smith en een heleboel meer

We bespreken het stedelijke verval in een stad die werd geteisterd door economische achteruitgang, de aftermath van de flowerpower uit de jaren zestig, en het ontstaan van punk.

Foto via Will Hermes

Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen die wordt gesponsord door onze vrienden van HBO, ter ere van de nieuwe serie Vinyl van Martin Scorsese. In Vinyl wordt de fantastische wereld van de seventiesmuziek onder de loep genomen. Deze hele week publiceert Noisey artikelen die een licht schijnen op dit tijdperk.

Tegenwoordig mogen we Will Hermes rustig een rockhistoricus noemen. Hij is al jarenlang journalist in zowel geschreven media als op de radio, en altijd geïnteresseerd in de manier waarop het sociale, economische en politieke klimaat invloed heeft op de muziek van zijn stad. In zijn boek Love Goes To Buildings On Fire uit 2012, schrijft hij over het muzikale landschap van New York in de jaren zeventig. We spraken met hem over hoe het leven in New York de muziek beïnvloedde – over het stedelijke verval in een stad die wordt geteisterd door economische achteruitgang, de aftermath van de flower power uit de jaren zestig, en het ontstaan van punk.

Advertentie

Noisey: Je liefde voor de New Yorkse muziekscene uit de jaren zeventig ligt gegrond in het feit dat die jaren erg belangrijk waren voor de muziek. Hoe komt het dat er in die tijd zo veel verandering plaatsvond?
Will Hermes: Het was de perfecte samenloop van een hoop dingen. De sixties voelden aan als gebakken lucht. Men zette vraagtekens bij de gouden tijd van drugs, seks en muziek. Een hoop van de grootste muzikanten waren gestorven aan een overdosis, en zo bleek drugs toch helemaal niet zo geweldig te zijn. Rock ‘n roll was van de straat opeens overgesprongen naar het supersterrendom. Als je een band wilde zien, ging je naar een Britse prog-rockband of Led Zeppelin in Madison Square Garden, en moest je ’s nachts voor de deur kamperen voor kaartjes. Op hetzelfde moment was er een economische crash in New York. Dat zorgde ervoor dat er nog meer mensen open stonden voor rare dingen. Als er toch bijna geen geld te behalen valt, waarom dan niet gewoon iets heel vets proberen te doen in een vervallen appartementje in een gevaarlijke achterbuurt?

Dus het land, en vooral New York, zat in een recessie. Er was veel werkeloosheid en drugsgebruik. Had die geweldige kunst dan ook kunnen ontstaan zonder die ellende?
Dat is moeilijk te zeggen. Er is altijd wel een drang om kunst te maken. Maar het lijkt soms dat kunst een grotere nood krijgt als het niet zo goed gaat. Je bent op zoek naar plezier en genot en als je die niet meer kunt halen uit materiële zaken, ga je het ergens anders zoeken.

Advertentie

En dus ontstond er een grimmige underground-punkbeweging. Had de economische malaise veel invloed op de keuze voor de plekken waar werd opgetreden?
Zeker, maar het had ook met esthetiek te maken. In die tijd kwam je als band nergens aan de bak als je niet in een coverband zat. Er waren simpelweg geen plekken waar je kon optreden, totdat Hilly Kristal CBGB opende. Hij wilde juist niet dat je covers speelde in zijn club, alleen originele muziek was toegestaan. In dat opzicht was hij een cultureel mentor.

Ik denk dat vooral originaliteit en inventiviteit erg geprezen werden. Ook dat had een grote invloed op de verschuiving van genres; iedereen probeerde iets nieuws te doen in plaats van het herhalen van wat men al kende.

Is dat ook van invloed geweest op wat jij beschrijft als ‘gender melting’, de integratie van de gay- en transgemeenschap in de kunst en muziekscene?
De glamscene was duidelijk een transitie van de sixties-hippie naar de puckrock. Glam had zeker een gender-meltingaspect, maar de cultuur was alsnog vrij homofoob. De homogemeenschap was een stuk minder bang en disco was gebouwd rond de gayclubcultuur. In de kunst was de acceptatie van homocultuur zeker wel groter dan gemiddeld, maar ook niet in iedere stroming. Punk bleek alsnog erg homofobe te zijn, dit geldt bijvoorbeeld ook voor hiphop en salsa.

In het verleden heb je de verschillen tussen disco en punk omschreven waarbij volgens jou disco een vorm van escapisme is, en punk vooral danste op het verval. Hoe is dat onderscheid gekomen? En zijn er ook overeenkomsten?

Advertentie

Ik denk dat het beide een bepaalde simpelheid en herhaling in zich had. Mensen wilden zichzelf kunnen laten gaan. Bij disco hoefde je nergens op te letten omdat er niemand was die aan het optreden was, terwijl er bij punk iemand direct in je gezicht stond te schreeuwen. Maar over het algemeen was iedereen bezig met versimpelen. Het marihuana- en lsd-gebruik in de jaren zestig zullen bijgedragen hebben aan het compliceren van de muziek. Punk was duidelijk de complexiteit aan het terugdringen vergeleken met progressieve of psychedelische rock. Hiphop was een stuk behapbaarder dan de met strijkers gevulde soul uit de jaren zestig.

In 1973 veranderde Hilly’s on the Bowery in CBGB. Hoe kwam het dat dit veranderde in een punkclub en later in de plek voor hardcore in de jaren tachtig en negentig?
Hilly Kristal was eigenaar van meerdere clubs. Dat was wat hij deed. Zijn andere clubs sloten op een bepaald moment en zo besloot hij om CBGB tot volwaardig muziekpodium om te dopen. Het kwam toevallig op het juiste tijdstip. Er was niet veel speciaals aan behalve de houding van Hilly. De wijk waarin CBGB lag was erg goedkoop en de muzikanten die daar optraden waren toevallig ook gewoon vaste klanten, Television, Talking Heads en Ramones woonden allemaal in de buurt. Het maakte ook niet uit of je echt goed was, want er kwam toch niemand kijken. Zolang je vrienden kwamen was het al genoeg. Als Hilly waardering had voor wat je deed, mocht je komen spelen.

Advertentie

Het was walgelijk en ik vond het heerlijk. Het was een goede plek voor een jonge band om ervaring op te doen. Volgens mij speelde Patti Smith op de afsluitavond van CBGB. Ik heb niet eens de moeite gedaan om binnen te komen, maar ik heb een tape-opname van het concert.

Hermes' casettebandje met de laatste CBGB show. Foto via Will Hermes.

Ze zei iets in de trant van: “Deze plek gaat sluiten, maar de kids vinden wel weer een nieuwe plek.” Niemand die ik ooit gesproken heb had het idee dat het echt een belangrijke tent was. Ze waren gewoon lekker muziek aan het spelen. De weggooicultuur van vandaag is de geschiedenis van morgen.

Will Hermes schrijft voor Rolling Stone en is auteur van het boek Love Goes To Buildings On Fire.

undefined