FYI.

This story is over 5 years old.

The Fashion Issue 2013

Snoop door de jaren heen

Kleren maakten de Dogg, en nu de Lion

Photos door Terry Richardson
Stylist: Annette Lamothe-Ramos
Assistent Fotografie: Rafael Rios and David Swanson
Speciale dank aan Milk Studios

In het vorige decennium glipten mode en stijl stilletjes uit de goed gehydrateerde handen van vooraanstaande ontwerpers en bemoeizuchtige critici. Niet langer waren zij het die bepaalden welke kleren je de meeste swagger bezorgden, maar vooruitdenkende bloggers, betaalbare merken en, bovenal, rappers.

Advertentie

Sinds de jaren negentig is er één man voorloper geweest als het gaat om onverbiddelijk authentieke stijl, waar vandaag de dag zo’n beetje iedereen onder de veertig zich in hult. Die man is Snoop Dogg—of beter gezegd, was Snoop Dogg. Vorig jaar veranderde hij zijn naam in Snoop Lion, in verband met een reis door Jamaica. Die maakte hij om Reincarnated op te nemen, een door reggae en Rastafari beïnvloed album, waar dus weinig op wordt gerapt. Het komt half april uit, samen met een daarmee samenhangende documentaire over zijn reis, waarin hij op zoek gaat naar Jah.

Als een van de eerste rappers die met zijn manier van leven het publiek wist te shockeren, werd Snoop in het begin van de jaren negentig in ieders culturele bewustzijn geramd, door via een handig een-tweetje met Dr Dre The Chronic en Doggystyle uit te brengen. Meer dan een decennium lang golden deze albums als de blauwdruk van keiharde, expliciete hiphop, gemaakt door rappers die leefden op de manier waarover ze rapten—tuig van de richel dat er weinig problemen mee had om te dealen, schieten, neuken, roken, drinken en andere dingen te doen waar ouders in de hele wereld zenuwachtig van werden.

Hierna kwam Snoop met oneindig veel verschillende looks, waarin hij bijna alle mogelijke stijlen combineerde: skinny jeans, snapbacks, veel te grote truien, kakkerkleding, limited-edition sneakers, ruiten, vintage dingen, vreemde prints en al het andere waarin je er zowel goed als pretentieloos uitziet. Regels zijn er sindsdien niet meer, en dat is een zege voor de wereld, aangezien lange tijd alles steeds saaier en voorspelbaarder aan het worden was.

Advertentie

Met dit in ons achterhoofd leek het ons een goed idee om voor dit Fashion Issue Snoop Doggs looks van de afgelopen jaren op een rijtje te zetten en hem erover te interviewen. Hij stond het zelfs toe dat we de kledingstukken uit zijn klerenkast trokken. Het is misschien overbodig om te zeggen, maar het zien van Snoop Dogg die voor het eerst in jaren zijn paarse pooierjas weer eens aantrekt voor de spiegel, is iets wat ik van mijn to-do-lijst des levens zou hebben doorgestreept als ik dat soort lijstjes niet zo deprimerend en dom zou vinden.

Als druk man met nooit heel veel tijd over, is Snoop een briljante multitasker, en dus deden we dit interview terwijl een manicure zijn nagels aan het doen was.

VICE: Ik was bang dat je dit hele idee—een interview over al je looks uit het verleden—niks zou vinden, omdat je jezelf inmiddels opnieuw hebt uitgevonden als Snoop Lion. Maar je leek je er erg in te kunnen vinden; je gedroeg je zelfs steeds een beetje anders bij elke outfit die je aan had.

Snoop Lion:Ik bedoel, die kleren zijn nooit weggeweest, weet je. Ik gebruik altijd wel een paar van de dingen die in mijn kast hangen. Ik ga altijd weer terug naar een moment in het verleden, en het is goed om jezelf helemaal in dat moment te kunnen verliezen en erbij stil te staan. Bij dat tijdperk en de instelling die je toen had.

Je hebt een groot deel van de mode bepaald, alleen maar door jezelf te zijn en kleren te dragen die je vet vindt en waar je je goed in voelt. Aan de andere kant hebben we ook minder alledaagse kleding uit je kast getrokken, zoals dat Crips-pak. Waar kwam dat vandaan, was dat jouw idee?
De allereerste keer dat ik dat pak zag was toen Coolio het aanhad, samen met nog een paar gasten die the 40 Thevz heetten—een rapgroep die met hem meedeed. Hij had dat pak aan en ik vond het vet, dus bracht hij me in contact met de gast die die pakken maakte—Perry White—, waarna ik het ook ging dragen. Voor ik het doorhad werd het een essentieel deel van mijn look, omdat het symbool stond voor wie ik was en waar ik voor stond. Het was mijn eerste statement dat ik in de modewereld maakte, waarmee ik liet zien dat ik stijl had en begreep wat stijl inhield als je een gangster was en van de Westkust kwam.

Advertentie

Waren er bepaalde ontwerpers die je in die tijd op de voet volgde?
Het enige wat me interesseerde was hoe ik er zelf het tofst uitzag, snap je. Als een of andere ontwerper, bijvoorbeeld Tommy Hilfiger, een vet shirt had, dan haalde ik een Tommy Hilfiger-shirt met een paar Capezio-schoenen of misschien een broek van Girbaud of een overal van Guess. Wat ik droeg was wat ik kon betalen en me goed stond. Er was niet een modeontwerper die voorschreef wat ik droeg, het ging me meer om een algemene stijl. En als een bepaalde ontwerper een stijl had die me goed stond dan kocht ik daar kleren van, die ik me vervolgens eigen maakte.

Toch ben je door de jaren heen trouw gebleven aan bepaalde merken. Dan denk ik vooral aan Polo en Adidas. Wat is het met deze merken dat je ze al die jaren steeds maar bleef dragen?
Ze blijven trouw aan wat ze doen. Het feit dat ze nooit heel erg veranderen vind ik vet. Ze maken hun spullen gewoon zoals ze het altijd al deden; ze blijven bij hun formule en dat is ook wat ik doe. Ik draag graag kleren en dingen die hetzelfde vertegenwoordigen als waar ik voor sta, en die twee merken, Polo en Adidas, blijven trouw aan de straten. Ze blijven altijd dicht bij hun look, en maken bovendien kleding die een echte player altijd goed staat.

Er zijn altijd wel mensen geweest die American Football-truien dragen, maar ik denk dat jij de eerste rapper was, en eigenlijk überhaupt de eerste muzikant, die op een modieuze manier ijshockeytruien ging dragen. Hoe kwam je daarbij, ben je een grote NHL-fan?
Weet je wat het is. Ik had in die tijd een stylist die Toi Crawford heette. Ze kwam met die ijshockeytruien aanzetten, want ik vond die Afro-Amerikaanse capuchontruien die iedereen toen droeg heel vet—die van de ‘black colleges’. Ze zei toen een keer: “Je moet deze ijshockeytrui eens proberen.” Er stond een indiaan of zoiets op. En ik had nog een andere met een soort van blaadje erop, een wietblaadje. Die vond ik vet. En dan was er nog een zwartgele van the Pittsburgh Penguins. Er was zo veel aan die truien wat ik er vet aan vond: ik vond ze er vet uitzien, ze waren groot, en ik dacht ook van: er is niemand die dit draagt. Dit is precies hoe ik ben en wat mijn look is. Het voelde gewoon oké.

Advertentie

Rond dezelfde tijd droeg je ook veel dingen met ruiten erop, waar nu iedereen in loopt. Volgens mij was dat begin en midden jaren negentig wel anders. De combinatie van Terry Richardson en ruitjeskleding is als een soort pindakaas en hagelslag geworden. Voel je je verantwoordelijk voor deze trend?

We noemden dat Pendletons. Het leek misschien een modestatement, maar het was gewoon het enige wat we konden betalen in die tijd aan de Westkust. We gingen naar de surfwinkel en kochten er gelijk tien of vijftien voor een mooi prijsje, snap je. Die dingen waren warm en stonden voor wie we waren en wat we wilden. Het was onze dresscode.

Ze waren naast modieus ook vooral heel praktisch en functioneel. Ik denk dat de mensen daarom zo verrast waren toen je je opeens als een pooier ging kleden. Aan de andere kant was dat hoe je toen leefde, dus eigenlijk zouden de mensen niet zo geshockeerd moeten zijn geweest. Hoe dan ook, in tegenstelling tot je vorige stijl was dit heel flamboyant.

Het was flamboyant en abnormaal. Het ding met die look was dat het stond voor wie je was: voor je meisjes, voor de auto waar je in reed en voor alle andere pooierdingen. Het stond gewoon voor het pooier zijn. Als je favoriete kleurencombinatie groen en geel was, dan droeg je ook groen en geel, had je een groen met gele auto, was je huis groen en geel, droegen je meisjes groen en geel, en was alles precies in die kleurencombinatie. Alles paste bij elkaar, van boven tot beneden. Het ging om glitter, glamour en pochen met wat je had. Al die dingen komen uit het tijdperk waarin ik opgroeide. Ik zag het in eerste instantie allemaal van een afstandje en vond het gruwelijk vet. De meeste van mijn ooms hadden zo hun zaakjes in de pooierwereld, en de vader van mijn vrouw was een van de grootste pooiers die er was. Het fascineerde me om die look te zien en te zeggen dat ik uit die wereld kwam, om vervolgens die mode onder toeziend oog van de hele wereld ook echt te gaan dragen. Het voelde prachtig, want door dat soort dingen te dragen maak je echt een modestatement. Zelfs als ik nu mijn nagels laat doen is dat nog player. De gemiddelde gast komt er niet mee weg als hij zijn nagels laat doen bij de manicure, maar ik ben geen gemiddelde gast.

Advertentie

Hoe lang laat je je nagels al doen?
Het gaat erom dat je smooth voor de dag komt, slicker dan iedereen die je tegenkomt. Het gaat erom dat je schittert als een ster. Dat je blinkt. Fonkelen moet je. Stralen. Als een ster. Als een pauw.

Hoe kwam je aan die paarse bontjas die je in deze shoot aanhebt? Is die handgemaakt? Ik heb nog nooit zoiets gezien.
[lacht] Ja die komt uit een la met pooierspullen. Ik heb bont van zo veel verschillende dieren: bevers, chinchilla’s, lammetjes, paarden…

Paarden?
Ja ik had ook paard. Ik had alles man. Alles. Snap je? Toen ik in die pooierwereld zat winkelde ik overal in de wereld en we probeerden altijd dingen te vinden die niemand had. Want als je naar een pooierfeest gaat zie je de best geklede pooiers van de wereld, en die verschijnen op het toneel in de allersickste outfits die je je kunt voorstellen. Dus probeer je dat te overtreffen. Ik herinner me dat ik een keer op zo’n feest een grote goud met zwarte sombrero om mijn hoofd had gebonden, met diamanten en rijnstenen erop. Al mijn meisjes waren verkleed als Mexicaanse meisjes en het was te vet. Ik was echt el jefe daar. De baas dus.

Oké, dus je had stylisten en andere mensen die aan dit soort kleding voor je kwamen. Hoe kwam je aan al die gekke attributen?
Ik had verschillende stylisten, en ik had verschillende dingen gezien. Ik vond die sombrero vet omdat ik een hoop players mooie hoeden had zien dragen, maar nog nooit iets dat op die sombrero leek. Ik had alleen Bishop Don “Magic” Juan er een keer een op zijn hoofd zien hebben; die van hem was van Louis Vuitton. Dat is een toffe stijl: als je een mooi pak aanhebt en je draagt die hoed erbij, geloof me, dat is mode.

Advertentie

Ik neem aan dat je in die tijd meer sieraden enzo kocht dan nu?
Ja. Ik heb nu ook nog wel wat van dat spul, maar het meeste is nog van vroeger. Dat is geweest.

Je stijlevolutie hierna was, sorry dat ik er geen beter woord voor kan bedenken, je ‘zakenman-look’. Het was ook rond deze tijd dat je werd aangesteld als creatieve voorzitter van van EMI’s Priority Records. Ik neem aan dat dit de aanleiding was voor die nieuwe look?
Het ging er vooral om dat ik mezelf als artiest wilde transformeren in een baas, om effectiever te kunnen zijn op zakelijk gebied. Het ging me vanaf dat moment niet alleen meer om het maken van dingen, maar dat ik me ook moest beseffen dat ik op creatief gebied de baas ben, aangezien ik alles maak wat de mensen willen zien en willen kopen. Dus waarom zou je dan ook niet gewoon de leiding hebben? Ik wilde gewoon mensen kunnen ontslaan en meer controle hebben over wat ik zeg en doe. Ik had een look nodig die daar bij paste. Als je iets wilt bereiken moet je er goed uitzien. Niemand zou me serieus nemen als ik in een joggingpak zou verschijnen. Ze zouden denken dat ik even een rondje ging rennen. Ik moest dus een zakelijk pak hebben, zodat ze wisten dat ik zaken ging doen. Een belangrijk ding van de zaken die ik doe is dat het moet gaan om de lol die je hebt. Zodra je op dat punt bent wordt het ook een goedlopende onderneming, want als het leuk is dan heb je er zin in, en dan stop je nooit meer.

En dat brengt ons bij je recente reis naar Jamaica en je nieuwe door reggae beïnvloede album, dat heeft geleid tot weer een hele andere look. Deze lijkt meer spiritueel. Ik kan me zo voorstellen dat de manier waarop je winkelt is veranderd sinds je de Rastafari-leefstijl hebt omarmd. Waar koop je nu je kleren, met name die witte linnen camouflagepakken die je weleens aanhebt?
Ik heb een winkel waar ik altijd naartoe ga, weet je. Rastafari ouwe! Ik zeg liever niet waar die zit, want ik hou er niet zo van als er meer mensen uitzien zoals ik. Je weet toch, voor je het weet zit jij dit interview te doen in dezelfde kleren als ik. [lacht]

Ik denk niet dat dat er in zit. Het zou me in geen duizend jaar staan. Maar ik benijd je er wel om: je hebt comfort, klasse en statigheid in één.
Dat is waar we naar zoeken: je kleding moet lekker en relaxed zitten, maar je wilt er ook scherp uitzien. Dat is typisch een Westkust-ding: we willen er altijd goed uitzien. We proberen er altijd iets beter uit te zien dan onze vrienden, zodat we de meisjes kunnen krijgen. Het ding met de vrouwen hier is dat ze houden van mannen die er scherp uitzien en tegelijkertijd serieus zijn in wat ze doen. Dat gaf me op jonge leeftijd al een bepaalde kijk op mode, toen we nog maar net begonnen. We wilden onze mannetjes staan en vriendinnetjes krijgen. Een baan proberen te vinden, in de hele wereld dingen doen, jezelf naar een ander niveau brengen, hogerop komen.

Je kapsel is ook steeds heel erg veranderd, gedurende je carrière en al je verschillende looks. Ik heb altijd het idee dat alles valt of staat bij je kapsel. Zo veel bekende mensen hebben geprobeerd om hun kapsel te veranderen, en heel vaak eindigt dat in een totale ramp. Jij bent daar nooit de mist mee ingegaan. Wat zegt de manier waarop iemand zijn haar draagt over diegene?
Het is jouw pakkie-an, daar gaat het om. Zonder twijfel is dat mijn stijl geweest sinds dag één; ik heb altijd de meeste aandacht geven aan mijn haar. Ik zorg ervoor dat het altijd goed zit, en dat ik bij een nieuwe stijl ook een passend kapsel heb. Zelfs toen ik twee staartjes had, of een permanentje zoals Shirley Temple. Wat het ook was, het was altijd op het randje. Het was altijd zo van “Wow, ziet er vet uit.” Maar het was altijd anders. Zelfs nu ik me afzonder van mijn vorige leven is dit hoe ik ben. Mijn haar heeft altijd het verhaal verteld en nu is dat deze reis die ik maak.