FYI.

This story is over 5 years old.

30dagenzonderklagen

In België zijn we dol op klagen

We mogen hier bijna niets meer. Na een alcohol- en vleesvrije maand moeten we nu ook nog eens stoppen met klagen. Even serieus, wie is het hiermee eens?
Marine Coutereel
Brussels, BE

30 dagen zonder klagen, is de uitdaging die de Vlaamse Greet Van Hecke en Isabelle Gonnissen zonet hebben gelanceerd. Je kan op hun Facebook-pagina lezen dat "een negatieve geest nooit aanleiding zal geven tot een positief leven."

Dit initiatief druipt van de positieve gedachten en begint vandaag, op Blue Monday. De uitdaging loopt tot en met de dag na Valentijn –sowieso de meest deprimerende dag van het jaar.

Het uitgangspunt is simpel: klagen is slecht voor je gezondheid. Ja natuurlijk, die hysterische optimisten hebben weer iets nieuws uitgevonden. Ik heb me eerlijk gezegd nog nooit meer ontspannen gevoeld dan na een flinke scheldpartij, zelfmedelijden te hebben of te zeuren over iedereen die me irriteert.

Mensen die willen voordringen bij de kassa van de Delhaize omdat ze “maar twee dingen hebben". Die overspannen moeder die me gijzelt in het hoekje van de bus met haar buggy. De gast die vastzit aan het uiteinde van mijn sjaal, mijn aandacht probeert te krijgen en me vervolgens bijna wurgt als hij weer verder loopt. Mijn crush die mijn laatste appje heeft gelezen maar weigert te reageren. De man die hoest alsof hij zelf tuberculose heeft terwijl ik sta te roken, maar vervolgens wel “kanker, kanker” naar me schreeuwt. Wanneer een groep toeristen met selfiesticks op de Grote Markt staat te klungelen en mij niet laten passeren. Van die mensen in het vliegtuig voor mij die hun zetel naar achter knallen tot het maximum. Weer eens een nieuwe studie over Millennials. Mijn iPhone die van de vrijheid wilt proeven en uit mijn handen glijdt. Die spraakzame kapper die vraagt of ik wel voor mijn haar zorg omdat “het nog steeds zo beschadigd is”. Mijn innerlijke stem die eigenlijk zegt “klopt”. Die gast die mij passief agressief duwt in de wachtrij zodat ik sneller ga. De man die aan het fluiten is op straat terwijl mijn raam openstaat. Die neo-boho met zijn ronde bril en kunstcriticus ambities die zijn mening veel te luid moet uitspreken bij elke penseelstreek van de expo. Die collega die ervan geniet mij te doen blozen en plezier haalt uit mijn ongemakkelijkheid. Die andere collega die zegt “Oh, ze bloost, hoe schattig!” Mijn wangen die zelf beslissen rood te kleuren bij de minste opmerking die in een groep wordt gemaakt. Van die mineurs tijdens hiphopconcerten. Van die jonge grieten in Thrasher truien op de eerste rij van hiphopconcerten. Die oude man die een hele scène schopt in de metro zodat ik mijn plaats afsta maar bij de volgende halte al afstapt. Van die gasten die zeggen dat ze houden van “natuurlijke schoonheid”, maar die niet in staat zijn te zien dat een chick valse wimpers draagt. Mensen die Instagram stories plaatsen tijdens concerten waar je per definitie niets ziet en niets hoort. De buschauffeur die zich plotseling in Mario Kart waant. De collectieve pot voor het verjaardagscadeau van een gast waar ik geen fuck om geef. Maar ook mijn grote hart dat geen nee kan zeggen en deze fobie om te worden gezien voor gierigaard niet aankan. Mensen die een brunch op zondag drie weken van tevoren reserveren en er zo voor zorgen dat ik nog steeds zin heb in pannenkoeken tegen die tijd en niet als een verwelkte bloem aankom om 13u. Een cinemazaal vol veertigjarigen die veel te luid lachen. De andere mensen in de cinemazaal die lachen omdat iedereen aan het lachen is. Opgewonden tienermeisjes die na de les in de kleedkamers staan te giechelen. Mijn autocorrect die mijn achternaam nog steeds niet kent. Een collega die de deur van de lift openhoudt terwijl ik eigenlijk klaar was om in alle eenzaamheid naar boven te vliegen. Die veel te snelle kassierster die me een paniekaanval geeft en er een wedstrijd van maakt alles zo snel mogelijk richting mijn tas te smijten. Websites die nog niet mobile-friendly zijn. Mensen zonder kledingsmaak die mij hipster noemen. De roltrappen die defect zijn na mijn training. Mensen met een permanente loopneus, maar die nooit gewoon eens snuiten. Het flesje bier dat op mij ejaculeert als ik het te vroeg open. Tinder die data opvraagt zoals “Naar wat voor muziek luister je?” Mijn Paki die geen Bancontact accepteert. De Paki aan de overkant die wel Bancontact accepteert maar er een half maandsalaris toeslag op rekent. De neo-nazi ober die me verbiedt om parmezaan op mijn pasta zeevruchten te strooien. Om voor te stellen dit artikel te schrijven terwijl ik eigenlijk geen tijd heb. Mijn onvermogen om te genieten van de mooie dingen die het leven dagelijks op mijn pad smijt.

Je begrijpt me vast wel. Een slecht humeur is een levensstijl an sich en het zal een project waar “positive thinking” centraal staat altijd kunnen dwarsbomen. Dertig dagen is lang. Zeer lang. Maar zolang er mensen zijn waar we over kunnen zeiken, zal klagen nog steeds de meest ontspannende activiteit zijn die er is.